Eindtijdpredikers: waar zijn ze?

Jan van Barneveld • 90 - 2014 • Uitgave: 11
Enkele jaren geleden was er een hausse in de belangstelling voor de eindtijd. Die schijnt nu voorbij te zijn. Ook merken we dat er gevaarlijk weinig belangstelling is voor het profetische Woord van de Bijbel, terwijl een groot deel van de Schrift uit profetie bestaat. De Bijbelse tekenen van de tijd met hun ernstige waarschuwingen blijven wel staan.
In de Bijbel komen we veel eindtijdpredikers tegen. In het Oude en het Nieuwe Testament. Wat kunnen we van hen leren? Ook de Here Jezus Zelf en Johannes de Doper hebben een ernstige en dringende waarschuwing voor ons.


Jaren geleden begon een voorganger zijn preek met de vraag: “Wie gelooft dat we in de eindtijd leven?” Een wolk van handen zweefde boven de bijeenkomst. Heel wat kandidaten voor de functie van antichrist werden genoemd. Vragen als ‘Komt Gog uit Rusland of Turkije?’ waren onderwerp van discussies. Regelmatig werden we opgeschrikt door berichten over apocalyptische rampen die onderweg zouden zijn. Visioenen van binnenlandse en vooral buitenlandse predikers over aanstaande rampen joegen velen schrik aan. Dat is nu grotendeels over. Erger is dat het door God ingegeven advies van Petrus om goed te letten op het profetische Woord, te vaak in de wind geslagen wordt. De lamp die schijnt in een duistere plaats (2 Petrus 1:19) wordt maar zelden aangestoken.
Onze tijd lijkt verdacht veel op Sodom in de dagen vlak voordat het verschrikkelijke oordeel viel: ‘Zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden’ (Lucas 17:28). Het gewone leven ging gewoon door totdat ‘vuur en zwavel van de hemel regende en hen allen verdelgde’. Maar de ‘tekenen der tijden’ gaan ook ‘gewoon door’. Ik noem alleen kort: De toename van het antisemitisme en de felle haat tegen de staat Israël; het oordeel dat bij het ‘huis van God is begonnen’ (1 Petrus 4:17); de voortdurende val van de kerken; Europa is bijna onbewoonbaar verklaard voor Israël, Gods volk; de snel toenemende invloed van de (radicale) islam in Europese landen; waarschuwende ‘oordelen die over de hele aarde gaan’ (Psalm 105:7). Redenen te over om aandachtig te luisteren naar eindtijdpredikers in de Bijbel.

Eindtijd en genade
Bijna alle profeten spreken over de eindtijd en de vreselijke ‘Dag van de HERE’. Profetieën die in Openbaring 6-19 worden samengevat en op een rij gezet. We kijken alleen naar Joël en Sefanja.
Joël beschrijft uitvoerig eindtijdrampen en een grote, gruwelijke oorlog. ‘Want groot is de Dag van de HERE. Wie zal hem verdragen?’ Het is een ‘dag van duisternis en donkerheid’. Net als de Here Jezus in Matteüs 24:30 voorzegt. Dan, opeens en onverwachts, zegt God: ‘Maar ook nu nog,luidt het woord van de HERE, bekeert u tot Mij met uw hele hart en met vasten en wenen’ (Joël 2:12). Dus bekering, berouw en vasten, opdat er nog genade overblijft voor ons land. Het ‘ook nu nog’ geldt ook voor de genadetijd in onze dagen.
Sefanja profeteert ook over de ‘grote dag van de HERE’. Een dag van benauwdheid en van angst, een dag van vernietiging en van dikke duisternis (zie Sefanja 1:14,15). Dan, direct na deze ernstige profetie, komt er een dringende oproep van de HERE: ‘Komt tot uzelf, ja, komt tot inkeer, gij schaamteloos volk, voordat het besluit tot uitvoering komt… voordat over u komt de dag van de toorn van de HERE’ (Sefanja 2:1,2). Er is dus ruimte tussen het besluit van het zware oordeel en de uitvoerig van dat besluit. Zoals Ninevé 40 dagen kreeg om ‘tot inkeer te komen’. Alles wat God doet en voorzegt beoogt bekering. Zelfs midden onder de eindtijdrampen beschreven in Openbaring constateert de Heilige Geest diep ontroerd: ‘Toch bekeerden zij zich niet van de werken van hun handen van afgodendienst, van moorden, toverij, hoererij en diefstal’ (Openbaring 9:20,21 en 16:9,11).
Tweemaal worden in die onvoorstelbaar vreselijke eindtijd de gebeden van de heiligen onder Gods aandacht gebracht. De eerste keer voordat de zegelgerichten beginnen (Openbaring 5:8). De tweede keer voordat de bazuingerichten miljoenen doden veroorzaken (Openbaring 8:3). Niet voor niets adviseert de Here Jezus ons aan het slot van Zijn rede over de laatste dingen: ‘Waak altijd en bid dat u in staat zult zijn om te ontkomen aan alles wat gebeuren gaat en gesteld te worden voor het Aangezicht van de Zoon des mensen’ (Lucas 21:36).

Apostelen als eindtijdpredikers
Bijna al de apostelen spraken over de eindtijd. Wat adviseren de eindtijdpredikers uit het Nieuwe Testament ons?
Petrus roept: ‘Het einde van alle dingen is nabij gekomen. Komt dus tot bezinning en wordt nuchter, opdat gij kunt bidden… want het is nu de tijd dat het oordeel begint bij het huis van God’ (1 Petrus 4:7,17). In dat hoofdstuk geeft Petrus de volgende adviezen: Nuchter worden, bidden, een heilig leven leiden en letten op dwaalleraren. Dus nuchter en eerlijk aan de hand van het profetisch woord, onze toestand beoordelen en voor het Aangezicht van de Heer brengen.
Jakobus roept ons op geduld te hebben ‘want de komst van de Here is nabij’. We moeten niet zuchten tegen elkaar want ‘de Rechter staat voor de deur’ (Jakobus 5:8,9).
Ten slotte waarschuwt Johannes: ‘Kinderen, het is de laatste ure’. Hij waarschuwt dat er een antichrist komt en dat er veel antichristen opgestaan zijn (1 Johannes 2:18).

Johannes de Doper
Het thema van de prediking van Johannes de Doper had ook een krachtige eindtijddimensie: ‘Bekeert u, want het Koninkrijk van de hemel is nabij gekomen’ (Matteüs 3:2). Dat was ook het begin van de prediking van de Here Jezus (Matteüs 4:17). Let erop dat Johannes profeteerde tot gelovigen en ongelovigen. Ook tegen ons klinkt: “Bekeert u, want de Here komt!”
Zoals we bij Joël en Sefanja zagen, staat ook bij Johannes de deur van genade nog op een kier open: ‘Adderengebroed, wie heeft u een wenk gegeven om de komende toorn te ontgaan?’ (Lucas 3:7). ‘De bijl ligt al aan de wortel van de bomen’ (Lucas 3:9) waarschuwt Johannes. Kerken en groepen voelen de bijlslagen, maar van bekering is nauwelijks sprake. ‘Waar wilt gij nog meer geslagen worden?’, roept Jesaja (1:5) wanhopig. Toch houdt de HERE in Zijn grote, onbegrijpelijke liefde en genade de deur open: ‘Komt tot inkeer,’ zegt Sefanja. Jakobus waarschuwt: ‘De Rechter staat voor de deur’. ‘Maar ook nu nog,’ zegt de HERE, ‘bekeert u.’ Johannes de Doper wijst ons erop dat er een ‘wenk gegeven is om de komende toorn te ontgaan’. Wij mogen door genade die Wenk van de HERE kennen: Jezus is Zijn Naam.

Jan van Barneveld