Eindelijk thuis

Jan van Barneveld • 89 - 2013 • Uitgave: 5
Een lange zwerftocht over de halve wereld en gedurende 27 eeuwen is eindelijk voorbij. De stam Manasse komt thuis. Een groot wonder van de God van Israël. We vertellen u iets over die lange ballingschap van Manasse. In hun laatste verblijfplaats in Noordoost-India werd Manasse voorbereid voor de thuiskomst. Christenen spelen hierbij een rol. Ten slotte iets over de profetische betekenis van deze gebeurtenis.

Manasse in ballingschap
De lange ballingschap van Manasse begint omstreeks 732 v.Chr., toen de koning van Assyrië Noord-Israël en het Overjordaanse veroverde (2 Koningen 15:29). Tien jaar later nam de koning van Assur Samaria in. De ‘tien stammen’ van Israël werden toen naar Irak en Iran verbannen (2 Koningen 17:6 en 1 Kronieken 5:26). Daar bleven ze tot 323 v.Chr. Toen veroverde Alexander de Grote dat gebied. Bang om door de Grieken tot slaven gemaakt te worden, vluchtten de ballingen uit Perzië. Volgens hun overleveringen kwamen ze via de Zijderoute (handelswegen van China naar India en Perzië) in China terecht. In het jaar 231 na Chr. werden zij, na veel omzwervingen en lijden, in Kaifeng (Henan, provincie van China) gesignaleerd. Een zuil in die plaats vermeldt hun aanwezigheid.
Tijdens eeuwen van hun omzwervingen waren er oorlogen en opstanden in China. Een Chinese keizer heeft toen de Thorarollen geroofd. Door overleveringen en tradities hielden zij hun identiteit als nakomelingen van Manasse vast. Een legende vertelde dat ‘een witte man’ de Thorarollen terug zou geven. Lange tijd leefde Manasse in grotten in de Shinlung vallei. Vandaar dat zij ‘Shinlung’ werden genoemd. Eindelijk kwamen ze in de deelstaten Manipur en Mizoram in Noordoost-India. Dat werd hun laatste halte voor de terugkeer naar Israël, waar ze al eeuwen op hadden gehoopt.

Zendelingen
Het is een buitengewoon sociologisch wonder dat ze 2700 jaren ballingschap hebben overleefd en hun identiteit, hoop en geloof hebben vastgehouden. Zij werden ‘ontdekt’ toen in 1813 Britse (Baptisten) zendelingen in Noordoost-India in hun verslagen vertelden dat ze mogelijk één van de ‘Tien Verloren Stammen’ hadden ontdekt. Eind 19e eeuw kwam er een nieuwe lichting zendelingen uit Wales die de Bijbel vertaalde in plaatselijke stammentalen. Ook voor de Shinlung, waar ze mondelinge overleveringen vonden van oude Bijbelverhalen en liederen die verband hielden met de Bijbel. Bijvoorbeeld het jaarlijkse Sikpui-festival begint met het zingen van een eeuwenoud lied over de Uittocht uit Egypte, de rookkolom en de vuurkolom van de tabernakel en het wonder van de doortocht door de Schelfzee. Zo kregen de Shinlung hun Thora terug van die zendelingen. Volgens de oude legende van de ‘witte man’ die de Thora zou terugbrengen. Voor hen was dit een sterke bevestiging dat zij van Manasse waren.

Naar huis
In 1950 ging een kleine groep Shinlung te voet op reis naar Israël. Dat mislukte. Intussen zochten en vonden leiders van de Shinlung contact met Joodse gemeenschappen in grote steden van India. De Israëlische rabbijn Eliezer Avichail zocht hen in India op. Hij overtuigde geestelijke leiders in Israël dat het inderdaad de stam Manasse was die in Noordoost-India wachtte op een open deur naar Israël. In 2005 was het opperrabbinaat in Israël overtuigd van de Israëlitische afkomst van de Shinlung. Dit niet alleen door hun vasthouden aan Bijbelse tradities zoals sabbat, besnijdenis, kosher voedsel, maar ook door een DNA-onderzoek, waaruit genetische overeenkomst bleek met Joodse vrouwen in Israël. Het was de inmiddels bekende rabbijn Michael Freund, stichter van de organisatie Shavei Israël, die zich enorm inzette voor hun terugkeer.
Een eerste golf van 1.750 Bnei Manasse (zonen van Manasse) arriveerde in 2007 in Israël. Maar twee jaar later werd deze aliya (terugkeer) stopgezet. Ruim 7.000 Benei Manasse werden in een wachtkamer in India gezet. Eind vorig jaar is de terugkeer van Manasse weer op gang gekomen. Opvallend is de rol die verschillende organisaties van christenzionisten hierbij spelen. De Internationale Christelijke Ambassade te Jeruzalem (ICEJ) betaalt hun vliegreis. Bridges for Peace (Bruggen voor Vrede) helpt met de kosten voor hun inburgering. Christenen voor Israël steunt de organisatie Shavei Israël van Michael Freund. Want er wachten veel meer ‘Verloren stammen’. Het is een eer om zo mee te mogen werken aan dit grote werk van God.

Reacties
Dr. Jürgen Bühler, directeur van de ICEJ wijst op een vervulling van en de opdracht in Jesaja 43:5,6 ‘Ik doe uw nakroost van het oosten (India) komen... breng (opdracht) mijn zonen van verre en mijn dochters van het einde van de aarde.’ Michael Freund: “Ondanks de lange ballingschap en omzwervingen van de Bnei Manasshe, zijn ze nooit de visie kwijtgeraakt van wie zij zijn of waar zij vandaan komen of van hun droom eens terug te keren.” En: “Dit is een van die momenten waarop je de hand van God in de geschiedenis duidelijk ziet.” Amen! God heeft inderdaad nog een plan voor Israël.
Tzvi Khante, die 13 jaar geleden al naar Israël kwam, merkt op: “Het gaat om de terugkeer naar ons land, ons volk en onze Thora. Het betekent ook dat we veel dichter bij de verlossing van Israël zijn gekomen.” Yishai Houkhloet is pas terug in Israël. Hij wil eerst naar de Westelijke Muur, want “we willen naar de Kotel (Muur), om daar te bidden en te huilen. Pas dan zal onze reis echt voltooid zijn.” Nog één citaat: ‘…in hun armen zullen zij (de volken) uw zonen brengen, en uw dochters zullen op de schouder gedragen worden’ (Jesaja 49:22). Wij mogen meewerken aan Gods plan.

Eindelijk Efraïm
Het herstel van Israël gaat om het ‘hele huis Israël’ (Ezechiël 37:11). In Israël zullen ‘het hout van Juda en de stammen die daarbij horen’ en ‘het hout van Efraïm en het hele huis van Israël’ weer bij elkaar gevoegd worden ‘zodat zij één zijn in Mijn hand’ (Ezechiël 37:15-19). De terugkeer van Manasse is een voorbode, een heraut, die roept: “Efraïm komt eraan!” Dan, als Efraïm terugkomt, zullen profetische gebeurtenissen zich in een rap tempo voltrekken.
Profetieën vertellen dat Juda en Efraïm samen zullen werken in Gods hand. Bijvoorbeeld: ‘Want Ik span Mij Juda, op de boog leg Ik Efraïm…’ (Zacharia 9:13). En: ‘Efraïm zal niet afgunstig zijn op Juda en Juda zal Efraïm niet benauwen. Westwaarts zullen zij de Filistijnen op de schouder vliegen…’ (Jesaja 11:13,14). De Hamas zit in het Westen, in Gaza! Ten slotte een gebed: ‘Wek uw sterkte op vóór Efraïm, Benjamin en Manasse; en kom tot onze verlossing. O God, herstel ons, doe uw aanschijn over ons lichten opdat wij verlost worden’ (Psalm 80:3,4). Naar verlossing zuchten Israël en de schepping. Maar eerst de Jood.

Jan van Barneveld