Eigen gerechtigheid is een illusie

ds. Oscar Lohuis • 90 - 2014 • Uitgave: 19
Over zijn eigen volksgenoten schrijft de apostel Paulus in Romeinen 10:3, ‘Omdat zij immers de gerechtigheid van God niet kennen en een eigen gerechtigheid tot stand proberen te brengen, hebben zij zich niet aan de gerechtigheid van God onderworpen.’ Paulus is er achter gekomen, niet in het minst door zijn eigen ervaring, dat het onmogelijk is voor de mens om eigen gerechtigheid tot stand te brengen.
Maar juist omdat hij daarvan doordrongen was geraakt, was ook zijn vreugde in Christus zo groot geworden. Evangelieprediking is alleen die naam waard als het bankroet van de menselijke gerechtigheid en het alles overtreffende vermogen van Christus’ gerechtigheid daarin naar voren komt.


Als er weinig kracht en blijdschap in de kerk te vinden is, dan komt dat omdat de boodschap oppervlakkig en moralistisch is geworden. De scherpte van het evangelie is soms zo ver te zoeken. Onder invloed van de therapeutische cultuur en de genotscultuur van onze tijd is de boodschap veranderd.

Geen spaan heel laten
We proberen het evangelie vanaf de kansel aantrekkelijk te maken voor de moderne mens, door allerlei zegeningen van het geloof op te sommen. Als je in Jezus gelooft, dan krijg je dit en dan krijg je dat. Maar waar zijn de predikers die zo preken dat er geen spaan heel blijft van onze eigen gerechtigheid? Wanneer gebeurt het nog dat het zondige van de mens zo duidelijk wordt verwoord dat er diep tot het geweten van de hoorders wordt gesproken? Zijn mensen nog wel eens zo getroffen door het Woord dat zij uitroepen: “Wat moeten wij doen om behouden te worden?”
Als er maar weinig vreugde in ons geloofsleven is en als er maar weinig echte liefde voor de Here Jezus is, dan komt dat omdat we (misschien wel onbewust) bezig zijn om onze eigen gerechtigheid tot stand te brengen. Het is mijn overtuiging geworden dat, wanneer we het zouden aandurven om de diepte van de zonde weer te prediken, met daarbij een duidelijke heenwijzing naar Christus als onze Verlosser, er veel meer leven en vreugde in de kerk zal komen.

Genade alleen
Ook voor mensen die tot de Here Jezus zijn gekomen en opnieuw geboren zijn, geldt dat hun eigen gerechtigheid tekort schiet. Als wij in de brief van Paulus aan de Romeinen lezen dat de mens niet door eigen werken gerechtvaardigd wordt, dan heeft dat niet alleen betrekking op ongelovigen, maar ook op gelovigen. Het is niet zo dat je eerst door genade behouden bent en daarna door je eigen werken. Het blijft tot het einde toe genade alleen.

Bergrede schudt ons wakker
De volgende overwegingen kunnen ons helpen om de diepte van onze eigen zonden beter te doorgronden. Ten eerste, leg je leven eens naast het onderwijs van de Here Jezus in de Bergrede. Onze Here heeft het niet alleen over het liefhebben van onze vrienden, maar ook over het liefhebben van onze vijanden. Hij spreekt over het toekeren van de andere wang als je eerst op de ene wang bent geslagen. Als iemand iets van je afpakt, geef hem dan nog meer.
In de Bergrede laat Jezus zien dat de eisen van de wet veel dieper gaan dan wij geneigd zijn te denken. Het onderhouden van de wet is niet slechts een kwestie van het vermijden van enkele ondeugende daden. Je kunt niet even een checklist maken van verplichtingen, geboden en verboden, om die, nadat je er je best voor hebt gedaan, allemaal te kunnen afvinken: aan deze en deze en deze geboden heb ik mij allemaal gehouden. Wat de wet van ons vraagt heeft alles te maken met ons hart. Het gaat niet alleen om moord, maar ook om haat en bitterheid. Het gaat niet alleen om overspel, maar ook om begeerte. Niet alleen het neerbuigen voor een afgodsbeeld, maar ook hebzuchtig zijn of het liefhebben van geld zijn overtredingen van het gebod. De Bergrede schudt ons wakker uit de droom van onze eigen gerechtigheid.

Daad of houding
Ten tweede, wij zijn geneigd om ons te concentreren op zondige daden, terwijl het in de Schrift veel meer draait om houdingen. Een zondige daad is als het puntje van de ijsberg. Wat onder water zit (onze houding) is veel groter dan het puntje van de ijsberg dat boven het water uitstijgt.
In Galaten 5 worden de werken van het vlees opgesomd. Enkele daarvan betreffen daden, zoals ontucht, hoererij, losbandigheid, uitbarstingen van toorn, dronkenschap en brasserijen. Maar veel meer heeft te maken met houdingen, zoals onreinheid, begeerte, afgoderij, hebzucht, haat, nijd, afgunst, jaloezie, zelfzucht, ongeloof en trots. Bovendien laat de Bijbel op veel plaatsen zien dat niet alleen wát wij doen, maar ook de reden wáárom wij dingen doen belangrijk is. Kan iemand van ons zeggen: “Ik heb altijd een juiste houding,” of: “Mijn motieven zijn geheel zuiver”?

Heb ik dat gedaan?
Ten derde, wij zijn geroepen om God lief te hebben met heel ons hart, met heel onze ziel, met geheel ons verstand en met al onze kracht en onze naaste als onszelf. Aan deze twee geboden hangt alles wat in de Wet en in de Profeten is geschreven. Het gebod om zo lief te hebben is de samenvatting van heel de wet.
Dat klinkt heel eenvoudig en dat is het ook, alleen het is tegelijkertijd het moeilijkste van alle geboden. Heb ik het afgelopen jaar God liefgehad met alles wat in mij is en mijn naaste als mijzelf? Heb ik dat de afgelopen maand gedaan? De afgelopen week? Gisteren? Ik hou van de Here God, maar ik moet ook nog zo groeien daarin. Ik wil mijn naaste dienen, maar ik ben soms nog zo met mezelf bezig en op mijzelf gericht. Ik heb mij niet geheel aan het grote gebod gehouden.

Vreugde over de onverdiende liefde
Nu zien wij dat zelfs voor een christen geldt dat zijn gerechtigheden zeer onvolmaakt zijn. Geen van onze werken is ooit zo heilig als die zou moeten zijn. Daarom kan ook een gelovige niet door werken in het reine met God staan. Er is maar één weg om rechtvaardig te zijn voor God, dat is door Zijn eigen gerechtigheid. Als je tot in het diepst van je wezen begrijpt dat je eigen gerechtigheden zijn als een bezoedeld kleed, dan neem je je toevlucht tot de Here Jezus en onderwerp je je aan de gerechtigheid van God. Die wordt je geschonken als gelovige in Christus.
Als je zo leert geloven dan komt er heel veel blijdschap in je hart. Dan besef je dat je het nooit zult kunnen verdienen, maar ook dat je het nooit zult hoeven te verdienen. Dan ga je inzien dat die andere gerechtigheid, die van Jezus Christus zelf, groot genoeg is voor elk moment van je leven. Dan leer je om je in de Here te verblijden te allen tijde. Als je het faillissement van je eigen rechtvaardigheid doorgrondt en inziet dat eigen gerechtigheid een illusie is, dan is de vreugde over de onverdiende liefde van God in Christus Jezus het grootst.
Die boodschap alleen heeft een levendmakende en een heiligende werking. Vanwege de blijdschap over het geschonken heil wil je niet meer zondigen en wil je een ander leven gaan leiden. Dit is opnieuw een van die wonderlijke paradoxen van het Woord van God: Niet de boodschap dat je je leven wel even kan beteren, maar de boodschap dat het genade alleen is, verandert ons in ons gedrag. Alleen wanneer het evangelie van zonde en genade, van het onvermogen van de mens en de almacht van Christus wordt gepredikt, zal er weer vreugde komen in ons hart en zal daar weer een heilig vuur voor Hem gaan branden.

Oscar Lohuis