Efraïm, waar blijf je?

Jan van Barneveld • 94 - 2018 • Uitgave: 21
Alleen de stammen van Juda, Benjamin en Levi en misschien Dan uit Ethiopië zijn terug uit ballingschap. Plus nog een klein aantal van de stam van Manasse uit India. Maar waar blijft Efraïm? Waar zitten de negen stammen die bij Efraïm horen? Terwijl er toch beloften van herstel zijn. Niet alleen voor het Joodse volk.

Efraïm was de tweede zoon van Jozef, de onderkoning van Egypte. Zijn vrouw heette Asnat, de dochter van Potifera, priester van On. Jozefs vader, Jakob accepteerde beide zonen van Jozef, Manasse en Efraïm als zijn eigen zonen. Manasse was de oudste, maar Efraïm kreeg het eerstgeboorterecht. Vlak voor zijn sterven zegende Jakob Manasse en Efraïm. Hij plaatste Efraïm voor Manasse. Toen Israël na een tocht van 40 jaar door de woestijn Kanaän binnentrok kreeg Jozua uit de stam Efraïm de leiding. In de geschiedenis van Israël speelde Efraïm een belangrijke rol. Ook nu, in de eindtijd.

Tienstammenrijk
Voordat we het vanuit twee belangrijke profetieën over Efraïm hebben, eerst een korte situatieschets over de toestand van Efraïm en de negen andere stammen van het tienstammenrijk in het noorden van Israël. Dan begrijpen we meer over wat er in 722 v.Chr. gebeurde in en rond de hoofdstad Samaria. De profeet Hosea noemt Efraïm 31 keer. Enkele profetieën die duidelijk zijn uitgekomen:
- ‘Vele dagen zullen de Israëlieten blijven zitten zonder koning’ (3:4).
- ‘Mijn volk gaat te gronde door gebrek aan kennis’ (3:6).
- ‘Efraïm vermengt zich met de volken’ (7:8).

Hosea noemt de zonden van Efraïm en de andere negen stammen duidelijk: Ontucht en afgoderij; moorden en bloedvergieten; leugen en bedrog brengen oordelen over hen. Zij worden verbannen, mogen in het land van de HERE niet blijven. In het jaar 722 v.Chr. was het zover. ‘De koning van Assur trok door het hele land, rukte op naar Samaria, belegerde het drie jaar.’ Toen werd Samaria ingenomen en verwoest. ‘Hij voerde Israël in ballingschap naar Assur’ (zie 2 Koningen 17:1-7).

Hoop en vragen
En toch zegt de genadige, grote en barmhartige God van Israël: ‘Wat zal Ik u aandoen, o Efraïm?’ (Hosea 6:4). Hij kon Efraïm niet prijsgeven (Hosea 10:8). Hij zal ze ‘als een duif uit het land Assur doen komen en hen doen wonen in hun huizen’ (Hosea 10:11). Er is dus hoop voor Efraïm. Maar die ballingschap duurt nu al 27 eeuwen. Nu komen er vragen. Het herstel van Israël komt buitengewoon vaak voor in de profetieën. Niet alleen bij de profeten, maar ook in andere geschriften in de Bijbel. We halen nu twee opvallende gedeelten uit Jeremia en Ezechiël aan.

Jeremia 30, 31 en 33 gaat over de woorden ‘die de HERE over Israël en Juda gesproken heeft’ (Jeremia 30:4). Het is treurig dat aan die woorden van God nauwelijks aandacht wordt geschonken. We missen zo zicht op Gods grote daden in onze tijd. Ook missen we visie op de tijd waarin we leven en op de waarschuwingen van de HERE over de volken, dus ook over ons land.
Wij beperken ons nu tot Efraïm. Opvallend is hoe positief de HERE over Israël en Efraïm spreekt: ‘Want Ik ben Israël tot een vader en Efraïm, die is mijn eerstgeborene’ (31:9). Let op het ‘want’ in voorgaande tekst. God is een God van trouw. Het gaat in deze hoofdstukken over Israël (Het tienstammenrijk) en Juda (Juda, Benjamin en Levi). Hoe blijkt Gods trouw? Nog steeds is Hij een vader voor Israël en gaat Hij uit van het eerstgeboorterecht van Efraïm. Hij is bezig Zijn trouw aan Juda en Israël te bevestigen. De heilige emoties van de HERE, die wij Hosea zagen spreken ook in Jeremia 31:20 ‘Is Efraïm Mij een lievelingszoon, een troetelkind,….daarom is Mijn binnenste over hem ontroerd. Ik zal Mij zeker over hem ontfermen.’ God zal ook met Israël en Efraïm tot Zijn doel komen. Maar waar (ver)blijft Efraïm? Nog steeds in Assur? Of in Afrikaanse landen ten zuiden van Egypte, waar de profetie over spreekt.

Twee stukken hout
Ezechiël 37 voorzegt de opstanding van Israël uit het ‘dal van dorre beenderen’. Het betreft ‘het hele huis van Israël’ (vers 11). Die komen tot leven. Eerst fysiek en dan ook geestelijk. Dan moet Ezechiël van de HERE twee stukken hout (plankjes?) nemen. Eén voor Juda met bijbehorende stammen en op het andere: ‘hout voor Jozef, hout van Efraïm’. De HERE nam die twee stukken hout en maakte die tot één volk op ‘de bergen van Israël’. Er moet dus nog veel gebeuren: de bergen van Israël, dus Juda en Samaria, moeten dus nog vrijgemaakt worden voor Efraïm. Bovendien moet Efraïm eerst nog gevonden worden en samengevoegd tot één groep: ‘Ik neem het stuk hout van Jozef – dat aan Efraïm toebehoort – en van de stammen Israëls die daarbij behoren, en Ik voeg het bij het stuk van Juda en maak ze tot één stuk hout, zodat zij één zijn in mijn hand’ (vers 19). Hierbij aansluitend een profetie uit Jesaja over Efraïm en Juda samen: ‘Westwaarts zullen zij de Filistijnen op de schouder vliegen’ (Jesaja 11:14). Dit zou het einde kunnen betekenen van de Hamas in de strook van Gaza. Het ‘op de schouder vliegen’ kan duiden op een luchtaanval.
Nu verder met Ezechiël 37: Daarna komt Gods knecht David als koning en herder van Israël. Ook het heiligdom, de tempel zal ‘bij hen zijn’. Het herstel van Israël is momenteel nog in volle gang. De vragen over Efraïm blijven over.

Efraïm, waar ben je?
Na 27 eeuwen ballingschap hebben Efraïm en de stammen die erbij horen hun sporen in de geschiedenis nagelaten. Dr. Shachan brengt, na onderzoekingen van dertig jaar, de sporen van de ‘verloren stammen’ tot leven in zijn Engelstalige boek ‘In the Footsteps of the Lost Ten Tribes’. Ze werden dus naar Assur verbannen. Ze trokken verder en vestigden zich in Afghanistan, Kashmir tot in China en Japan. Via Egypte waren er ook ‘kolonies’ in de landen rond de Rode Zee en de Golf van Aden. Huidige Afghanen zeggen af te stammen van Piton, een kleinzoon van Mefiboset uit de stam Benjamin. Zij zijn ‘Bani Israïl maar niet Joden’ (kinderen van Israël maar geen Joden). Ten slotte enkele culturele gegevens, tradities en legendes met historische feiten die aangevoerd worden om aan te tonen dat clans en stammen uit bijvoorbeeld Afghanistan en Kashmir inderdaad bij de tien verloren stammen horen:

- Bijbelse, Joodse namen komen bij die stammen regelmatig voor. Bijvoorbeeld ‘Israël’, een naam die bij moslims zelden of nooit voorkomt.
- Naast mondelinge tradities zijn er perkamenten met afstammingslijsten die duiden op hun oorsprong van de tien verloren stammen.
- Het systeem van wetten van de Afghanen lijkt sterk op de Thora.
- Zij rusten op de sabbat.
- Velen bidden in de richting van Jeruzalem.
- De Davidsster wordt vaak als symbool gebruikt.
- Perzische historici beweren dat de Afghanen van de Joden afstammen. “Sinds zij moslims werden hebben zij hun afstamming verborgen”, beweren die historici.

Het hout van Efraïm ligt in kleine en grote delen onder de volken. Bid dat de HERE het hout van Efraïm spoedig aan het hout van Juda vastkleeft. Zo kunnen Zijn plannen snel verder gaan.

Jan van Barneveld