Een steen die God niet kan maken
Live voor de televisie: twee heren in een vriendelijk ogende discussie. De één was gelovig, de ander niet. Over geloof en ongeloof ging hun gesprek. Het waren bekende mannen en beiden waren gewend om in het openbaar het woord te voeren. Eén van hen is kort na dat tweegesprek de grens overgegaan van tijd en eeuwigheid en daarom hun namen hier maar toegedekt met het kleed der privacy. De ongelovige ging gelijk maar in de aanval met zijn stelling: "Als God almachtig zou zijn dan zou Hij een steen kunnen scheppen. die zo zwaar zou zijn, dat Hij deze niet zou kunnen optillen'. Voor het oog van kijkend Nederland ging de gelovige toen onderuit. Tegen die stelling, die eigenlijk een aanval was op de geloofwaardigheid van God, had hij geen verweer. Het gesprek was toen nog maar net begonnen en dat moest natuurlijk wel kunnen voortgaan. De camera's stonden gereed om met beide heren de geprogrammeerde zendtijd te vullen. Met de handigheid die geroutineerde woordvoerders eigen is werd het probleem van God en die steen maar als een woordgrapje terzijde geschoven.
De ongelovige had in ieder geval de eerste ronde van dat tweegesprek op punten gewonnen. Maar, dat was helemaal niet nodig geweest. Die ander had zijn geestelijke tegenvoeter ruimhartig kunnen toegeven dat God een dergelijke steen niet kan maken. Hij had daar wel aan moeten toevoegen dat dit Gods almacht op geen enkele wijze aantast. Dat klinkt wat tegenstrijdig, maar het is wel zo.
Aan dat zogenaamde woordgrapje ligt de gedachte ten grondslag dat God een 'onbeperkte' macht zou hebben. Het is een veel voorkomende fout, dat men 'almacht' aanziet voor onbeperkte macht. Zo kun je b.v. in Van Dale's woordenboek lezen "Alles en allen omvattende, onbeperkte macht: Gods almacht". Dat klopt dus niet.
Een gevolg van die denkfout is dat men God verantwoordelijk stelt voor al het lijden in de wereld. Dat heeft weer tot gevolg dat velen niets van God willen weten. Zij hebben geleerd te leven met gedachten als: na Auschwitz is geen geloof in God meer mogelijk. Dat klinkt wel humaan, maar dat heeft niets met de werkelijkheid te maken.
De Bijbel zegt dat de satan een mensenmoorder is en dat hij het is. die van de wereld een woestijn maakt. Zoals b.v. Psalm 83 het duidelijk aangeeft was de satan de regisseur van de holocaust. Maar doordat men veelal denkt dat God een onbeperkte macht zou hebben wordt Hem aangerekend hetgeen de satan doet.
Zoals gezegd, onbeperkte macht bestaat niet en die kan op grond van meer feiten niet bestaan. Een feit is dat onbeperkte macht nooit iets van zijn macht zou kunnen prijsgeven, want dan zou het immers geen onbeperkte macht meer zijn. Nu heeft God, toch de hoogst denkbare macht die er is, bij herhaling iets van Zijn macht prijsgegeven. Dat heeft Hij gedaan door de beloften, die Hij de mensheid heeft gegeven. Om van de talloze beloften er maar één te noemen: God beloofde Noach, dat er nóóit meer een zondvloed zou komen. Hij heeft dus niet meer de macht om dat wèl te doen.
Gods almacht is eveneens gebonden door de eigenschappen van Zijn Persoon. In Hem belichamen zich liefde, gerechtigheid, leven en naast tal van nog andere goddelijke eigenschappen ook de redelijkheid. Die eigenschappen stellen eveneens grenzen aan Zijn almacht. Hij kan immers niet handelen in strijd met Zijn wezen, in strijd met Zichzelf. Dit houdt ook in, dat Hij niet een steen kan scheppen die zo zwaar zou zijn, dat Hij deze niet zou kunnen tillen. Het scheppen van een dergelijke steen zou een dwaasheid zijn en een dwaasheid kan de Allerhoogste niet begaan. Gods almacht kent dus grenzen en die grenzen snoeren 'onbeperkte' macht in tot een hersenschim.
God is de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde. Daar tussenin bevindt zich een ruimte van tijd, die voor ons van onbekende afmeting is. Het is de ruimte waarbinnen de satan actief kan zijn en dat ook is. Maar eens zal die tijd voorbij zijn. Dan zal hij en zullen al zijn demonen en aardse volgelingen voorgoed uit de schepping verdwijnen en tenonder gaan in de eeuwige duisternis. In het einde der tijden zullen zij tenonder gaan door de macht en de kracht van Hem, die de Eerste en de Laatste is, het Begin en het Einde, de Almachtige!
Pé de Bruin
De ongelovige had in ieder geval de eerste ronde van dat tweegesprek op punten gewonnen. Maar, dat was helemaal niet nodig geweest. Die ander had zijn geestelijke tegenvoeter ruimhartig kunnen toegeven dat God een dergelijke steen niet kan maken. Hij had daar wel aan moeten toevoegen dat dit Gods almacht op geen enkele wijze aantast. Dat klinkt wat tegenstrijdig, maar het is wel zo.
Aan dat zogenaamde woordgrapje ligt de gedachte ten grondslag dat God een 'onbeperkte' macht zou hebben. Het is een veel voorkomende fout, dat men 'almacht' aanziet voor onbeperkte macht. Zo kun je b.v. in Van Dale's woordenboek lezen "Alles en allen omvattende, onbeperkte macht: Gods almacht". Dat klopt dus niet.
Een gevolg van die denkfout is dat men God verantwoordelijk stelt voor al het lijden in de wereld. Dat heeft weer tot gevolg dat velen niets van God willen weten. Zij hebben geleerd te leven met gedachten als: na Auschwitz is geen geloof in God meer mogelijk. Dat klinkt wel humaan, maar dat heeft niets met de werkelijkheid te maken.
De Bijbel zegt dat de satan een mensenmoorder is en dat hij het is. die van de wereld een woestijn maakt. Zoals b.v. Psalm 83 het duidelijk aangeeft was de satan de regisseur van de holocaust. Maar doordat men veelal denkt dat God een onbeperkte macht zou hebben wordt Hem aangerekend hetgeen de satan doet.
Zoals gezegd, onbeperkte macht bestaat niet en die kan op grond van meer feiten niet bestaan. Een feit is dat onbeperkte macht nooit iets van zijn macht zou kunnen prijsgeven, want dan zou het immers geen onbeperkte macht meer zijn. Nu heeft God, toch de hoogst denkbare macht die er is, bij herhaling iets van Zijn macht prijsgegeven. Dat heeft Hij gedaan door de beloften, die Hij de mensheid heeft gegeven. Om van de talloze beloften er maar één te noemen: God beloofde Noach, dat er nóóit meer een zondvloed zou komen. Hij heeft dus niet meer de macht om dat wèl te doen.
Gods almacht is eveneens gebonden door de eigenschappen van Zijn Persoon. In Hem belichamen zich liefde, gerechtigheid, leven en naast tal van nog andere goddelijke eigenschappen ook de redelijkheid. Die eigenschappen stellen eveneens grenzen aan Zijn almacht. Hij kan immers niet handelen in strijd met Zijn wezen, in strijd met Zichzelf. Dit houdt ook in, dat Hij niet een steen kan scheppen die zo zwaar zou zijn, dat Hij deze niet zou kunnen tillen. Het scheppen van een dergelijke steen zou een dwaasheid zijn en een dwaasheid kan de Allerhoogste niet begaan. Gods almacht kent dus grenzen en die grenzen snoeren 'onbeperkte' macht in tot een hersenschim.
God is de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde. Daar tussenin bevindt zich een ruimte van tijd, die voor ons van onbekende afmeting is. Het is de ruimte waarbinnen de satan actief kan zijn en dat ook is. Maar eens zal die tijd voorbij zijn. Dan zal hij en zullen al zijn demonen en aardse volgelingen voorgoed uit de schepping verdwijnen en tenonder gaan in de eeuwige duisternis. In het einde der tijden zullen zij tenonder gaan door de macht en de kracht van Hem, die de Eerste en de Laatste is, het Begin en het Einde, de Almachtige!
Pé de Bruin