Een seizoen van verootmoediging

Jan van Barneveld • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 13
Door Gods genade mogen we weten dat de Here Jezus 'ons verlost van de komende toorn' (1 Thess. 1:10). Dat er steeds meer oordelen over de hele aarde gaan, lezen we elke dag in de krant. Met een tragische regelmaat zien we op de t.v. tragische beelden aan ons voorbijgaan. Matthias van der Weide, de directeur van de Oost-Europa Zending, schrijft in het juli-nummer van het maandblad van de OEZ: 'De les van Kosovo is mogelijk wel,… dat ook wij verdienden gebombardeerd te worden als de Serven of verdreven en vermoord als de Kosovaren, omdat we in eigen huis het leven niet meer naar waarde schatten en zinloos geweld toestaan'. Cees Vork, leider van de gebedsbeweging 'op de Bres' gaat nog een grote stap verder. Hij zegt: 'Ik geloof dat Nederland rijp is voor het oordeel. Het is onafwendbaar'. Cees Vork verspreidde een persbericht, waarin ons land wordt gewaarschuwd voor een naderend oordeel. Veel christenen delen zijn zorg. Zeker, we zijn diep dankbaar voor het feit dat de Here Jezus ons verlost heeft van het 'eeuwig oordeel' en dat Hij ons zal verlossen van de 'komende Toom', die in de eindtijd over de wereld zal komen. Maar Kosovo dan? En Sierra Leone? En Liberia? En Roeanda? En Midden Amerika? En Congo; enz…? Zijn daar soms grotere zondaars? In veel van die landen was er zelfs een actieve, levende kerk! Toch kwamen er waarschuwende oordelen en vreselijke rampen.

WIJ ZIJN NIET BETER
Tot ver in het buitenland spreekt men verbaasd over de steeds verder gaande goddeloosheid van ons land. De smerigheid en het geweld, die dagelijks over ons en over onze kinderen worden uitgestort. Het vuil en het moorden van de t.v. wordt nu steeds meer in de praktijk vertaald. Ouders durven hun kinderen nauwelijks meer in de buurtzandbak te laten spelen! Twaalfjarigen die een beslissende stem krijgen of ze nog verder willen leven of niet… Sommige buitenlandse commentaren zien al duidelijke lijnen lopen naar de Nazi-praktijken van Hitler-Duitsland. Terecht maken velen van ons zich ernstige zorgen en spreken over een 'onafwendbaar oordeel'. Immers we zijn geen haar beter dan de landen waar die vreselijke rampen over zijn gekomen! Wanneer zijn wij aan de beurt? Is de maat nu al vol? Het is van groot belang dat we ons hier diepgaand en biddend op bezinnen.

In onze persoonlijke gebeden; in onze bidstonden, op kerkenraads- en oudstenvergaderingen. Is onze kerk nog wel een zoutend zout in onze samenleving? Zijn wij een korreltje zout voor de Heer? De houding van koning Josia past ons: 'Bid voor het overblijfsel van Israël en Juda. Deze boekrol (de Torah) zegt namelijk dat de Here God Zijn toom over ons heeft uitgegoten omdat onze voorouders de wetten die hierin zijn beschreven niet hebben gehoorzaamd' (2 Kr. 34:21). Wij hoeven aan deze oproep maar één woordje toe te voegen: 'wij èn onze voorouders' in plaats van 'onze voorouders'.

VEROOTMOEDIGING
Het is een feit dat wij onze kinderen een goddeloze, heidense samenleving nalaten. Het is makkelijk om hier zuchtend de schuld op die samenleving te schuiven. Eén van de belangrijkste oorzaken is het feit dat de kerk, dat wij, christenen, geen zoutend zout zijn (geweest) in onze samenleving. We hebben een beetje 'kerkje gespeeld'. Nu al gaat het 'oordeel over het huis van God' (i Petrus 4:17). Zeer opvallend is dat dit oordeel, de ondergang van de kerk van het Westen, gelijk opgaat met het herstel van Israël. De eeuwenlange verguizing en verachting van het Joodse volk en het Joodse geloof door de overgrote meerderheid van de christenheid komt nu onder het oordeel! Vandaar dat de werkgroep Boete 99 volgende week dinsdag, vlak na de Joodse 'Grote Verzoendag' een verootmoedigingsbijeenkomst houdt in de Domkerk. We schreven hierover in het vorige nummer van ons blad. Maar er is meer. Er is in de loop van de eeuwen zoveel misgegaan. U herinnert zich de discussies in het Ned. Dagblad over de Kruistochten.

Op de 26e november zal er weer een verootmoedigingsbijeenkomst zijn in de Domkerk. Deze bijeenkomst heeft een veel bredere opzet dan Boete 99 en is te vergelijken met de actie 'Inkeer en Omkeer' uit het begin van de tachtiger jaren. Otto de Bruijne en een aantal vrienden hebben het initiatief tot dit 'Millennium-gebed' genomen. Het gaat om zaken als Oorlog en Vrede, Honger en Overvloed, Economie en Schepping, Israël en het Midden Oosten, Publiek en Moraal en ons Persoonlijk Leven. Veel is er misgegaan op al die terreinen. Er is veel reden om onze schuld te belijden en ons diep voor de Here God te verootmoedigen. Beide werkgroepen hebben regelmatig contact en ervaren dat beide bijeenkomsten in elkaars verlengde liggen. De achterliggende gedachte is: 'Laten we eerst eerbiedig en voor Gods Aangezicht proberen enigszins schoonschip te maken in verband met onze grote schuld tegenover het Joodse volk en daarna komen ook de andere zaken als vanzelf aan de orde, waarbij we de persoonlijke en ethische zaken niet mogen vergeten'. Moge de Here God een geest van verootmoediging over ons geven. Misschien wil Hij dan weer uitstel geven, zoals Hij in Zijn verbazingwekkende geduld en grote genade in de tijd van koning Josia en al zo dikwijls heeft gedaan in de geschiedenis van Zijn volk Israël en van de Kerk.

BIJBELSE PATRONEN
Als we bij deze zaken stilstaan kan het ons wel eens beangstigen. Er is geen reden tot 'christelijke uitbundigheid' aan het einde van het tweede millennium. Dit najaar zal een seizoen van verootmoediging worden. We zien zelf ook wel dat een oordeel niet lang kan uitblijven. Is er dan geen uitkomst? Moeten we maar stil en gelaten afwachten wat er gaat komen en hopen op nog meer genade van de Heer? Of hopen dat de Opname van de Gemeente ons nèt op het nippertje boven die oordelen uittilt? Zijn er bijbelse aanwijzingen en adviezen in dit verband? Lot, de neef van Abraham, ontkwam met z'n dochters op het allerlaatste moment uit het goddeloze Sodom. Zijn schoonfamilie, die ook een kans kreeg, lachte hem uit en kwam om. Maar ze kregen een kans! Noach kreeg heel wat meer tijd om de mensen te waarschuwen en om de ark te bouwen. De mensen sloegen zijn waarschuwingen in de wind en kwamen om.

Noach en zijn gezin werden gered! Als de profeten aan Babel het oordeel aankondigen wordt herhaaldelijk aangeraden 'te vluchten uit Babel' Ges.48:20; Jer.50:8 en 51:5,8). Openbaring 18:4 geeft dit advies om te vluchten, voor ons een duidelijk eindtijdperspectief. Want ook daar lezen we: 'Gaat uit van haar Mijn volk, opdat u geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen'. Er is dus een 'vluchtweg', een ontkomen. Als de profeet Jeremia Gods oordelen over Moab (Ter. 48:9.11), over Edom (Jer. 49:7-13) of over de Arabieren (Jer. 49:29-33) uitroept, dan klinkt steeds de oproep om te vluchten. Ook hier: een vluchtweg. Natuurlijk denken we hierbij allereerst aan wat David zegt: 'Bij de HERE schuil ik. Hoe durven jullie dan tegen mij te zeggen: Vlucht naar uw gebergte als vogels' (Psalm li:i). Maar de Bijbel zegt hier nog meer over.

JOHANNES DE DOPER
Ook Johannes kondigde krachtig en fel een oordeel aan. 'De bijl ligt al aan de wortel van de bomen' (Matt.3:10), waarschuwt hij, en hij kondigt een vuuroordeel aan! Maar hij zegt tegelijk tegen de Farizeeën en ook tegen ons, 'gewone gelovigen': Adderengebroed, wie heeft u een wenk gegeven om de komende toorn te ontgaan?' (Matt.3:7 en Lucas 3:7).

Welke wenken heeft Johannes hen gegeven? God bleek achteraf nog zo'n 40 jaar geduld gehad te hebben en er waren er die inderdaad zijn ontkomen toen in het rampjaar 70 Jeruzalem door de Romeinse troepen van generaal Titus werd verwoest. De Joodse Messiaanse gelovigen in Jeruzalem herinnerden zich de waarschuwing die de Here Jezus in Zijn eindtijdrede had gegeven en vluchtten net op tijd naar het stadje Pella. Zij hadden de wenk begrepen, waren gehoorzaam aan het profetische Woord en ontkwamen. Maar waar moeten wij dan heen? Naar Canada of Australië? Als we de bijbelse adviezen opvolgen, zal de Heer ons alles op Zijn tijd duidelijk maken. Nu is het tijd voor een ernstige verootmoediging. Dit geldt evenzeer voor hen die uitzien naar een spoedige 'Opname van de Gemeente'. Immers we weten niet of ook ons land en volk vóór die grote dag van de Opname nog een oordeel zal ondergaan. Want het is duidelijk dat Gods oordelen op dit moment over de hele aarde gaan als ernstige waarschuwingen aan Zijn schepselen. Daarom is het nu tijd voor verootmoediging, zoals Cees Vork, de mensen van Boete 99, van het 'Millennium-Gebed' en met hen vele andere ernstige christenen naar voren brengen.

PROFETISCHE ADVIEZEN
Johannes de Doper, de Here Jezus en de apostelen hebben in hun tijd een aantal duidelijke adviezen gegeven. Het belangrijkste advies is dat van de apostel Johannes die in verband met de openbaring van de Here Jezus zegt: 'Ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is' (1 Joh. 3:3). Laten we in deze tijd toch grote ernst maken met onze heiligmaking, opdat we, net als Noach, met onze gezinnen gered worden! Ook Johannes de Doper gaf een aantal 'wenken' of adviezen, die op het geestelijke vlak en het sociale vlak liggen. In de eerste plaats moeten we 'de weg van de Here bereiden (Lucas 3:4). Dat betekent in de eerste plaats evangelieverkondiging. Maar ook dat de weg van de Here Jezus in ons hart en in onze gemeentes bereid wordt. Ten slotte dat we de weg voor Israël helpen bereiden. De sociale adviezen van Johannes de Doper houden verband met geven en delen en met recht en gerechtigheid. Als wij, als gemeente, ons verootmoedigen, bekeren en dan 'vruchten van onze bekering voortbrengen' is er wellicht nog hoop!

drs. Jan van Barneveld