Een schaap in de kudde volgt de Goede Herder

ds. Theo Niemeijer • 92 - 2016 • Uitgave: 9
Sinds een half jaar ben ik op zoek naar Christus/God. Ik heb daarbij het kaf van het koren proberen te scheiden, maar dat valt niet mee. Wie heeft het nu bij het rechte eind. Ik meende het juiste bij de ZDA (Zevende Dag Adventisten) gevonden te hebben, maar ook daar stuitte ik op meningsverschillen met andere christelijke gemeenten.
Is het überhaupt noodzakelijk om je bij een gemeente aan te sluiten? Kun je niet in je eentje geloven? Ik weet dat de komst van Christus nabij is. Ben ik dan wel behouden, wanneer ik me nog niet (volwassen) heb laten dopen en me nog niet bij een gemeente aangesloten heb?
Verder lees ik in het Oude Testament vaak dat mensen, als gevolg van ongehoorzaamheid tegen God, gestenigd moesten worden. Ik heb hier wel moeite mee. God is toch een God van liefde? (J. Z. te H.)


Antwoord:
Wat fijn dat je de zoektocht naar God begonnen bent. In de Bijbel staat dat God Zich laat vinden door hen die Hem ernstig zoeken. Misschien is het wel andersom, dat God juist jou zoekt en het verlangen in je hart gelegd heeft om Hem te leren kennen.
Heel belangrijk is het dat je bij je zoektocht niet zomaar alles klakkeloos aanneemt, want er komt inderdaad heel wat op je af. Laat ik je geruststellen, hier op aarde bestaat geen volmaakte gemeente, omdat we als mensen nog steeds onvolmaakt zijn. We zullen pas volmaakt zijn wanneer we bij de Here Jezus zijn en tot die tijd blijft alles op aarde onvolmaakt.
Wel is het belangrijk te weten dat, wanneer we geloven in het volbrachte werk van de Here Jezus aan het kruis, de Here God ons in Hem als volmaakt aanziet. Door Zijn offerdood werden al mijn zonden weggenomen en ben ik in Christus voor altijd geheiligd en volmaakt geworden (Hebreeën 10:14). Deze positie, die ik door het geloof ontvangen heb, raak ik nooit meer kwijt. Tegelijk weet ik dat mijn dagelijks leven verre van volmaakt is. In mijn geloofsleven mag ik echter hier op aarde steeds meer gaan lijken op dat wat ik al door het geloof ben in Christus! Zolang wij nog op aarde zijn ‘kijken we nog door een spiegel in raadselen, maar straks, van aangezicht tot aangezicht’ (1 Korintiërs 13:12). Dan mogen we net als Mozes van aangezicht tot aangezicht met Hem spreken, maar dan nog veel volmaakter!

Wanneer je gemeentes en mensen ontmoet die beweren het enige juiste te geloven en alle anderen veroordelen, pas dan maar op! Dan is de kans heel groot dat je in één af andere sekte terechtgekomen bent.
De Bijbel mag nooit gelijkgesteld of vervangen worden door andere boeken en de Here Jezus mag nooit op één lijn gesteld worden met andere personen. Het gaat om Zijn gezaghebbend, onfeilbaar Woord en om de unieke persoon: de Here Jezus! Wanneer je dit voor ogen houdt vaar je op een veilig kompas.
De Here Jezus vergelijkt een christen met een schaap dat in de kudde thuis hoort en de goede Herder volgt. Hij vergelijkt ons met een lid van een lichaam, dat aan het Hoofd (Christus) onderdanig is. Een ledemaat van een lichaam behoort bij een lichaam en kan niet zonder dit lichaam. Verder vergelijkt de Bijbel een christen met een levende steen, ingemetseld in Gods tempel. Die steen hoort thuis in het geheel, het huis van God! De vele voorbeelden maken ons duidelijk dat je als christen een gemeente nodig hebt. Net zoals een kind het beste opgroeit in een gezond gezin, zo groeit een kind van God het beste op in Gods huisgezin, de gemeente van de Here Jezus. Helaas komt het al te vaak voor dat het gezin niet zo gezond blijkt te zijn, en dat de kinderen van het gezin verwaarloosd worden. In dat geval ontkom je niet aan het feit dat dan een nieuw (pleeg)gezin gezocht moet worden, waarin het kind zich verder kan ontwikkelen.
Dan leer je ook steeds meer vanuit de Bijbel en ontdek je dat schijnbare tegenstellingen door meer inzicht opgelost worden. In het Oude Testament openbaart de heilige God Zijn rechtvaardigheid. Zonde diende bestraft te worden en dat stuit de moderne mens nog al eens tegen de borst. We leren God kennen als een rechtvaardig God die de zonde niet door de vingers kan zien, maar ook als een liefdevolle God die Zijn eigen Zoon opofferde voor de zonden van de mensen. Met de komst van de Here Jezus kwam de mensheid onder Gods genade te staan en zongen de engelen in de nacht van de geboorte van de Here Jezus in de velden van Efrata: ‘Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens’ (Lucas 2:14). Bij de komst van de Here Jezus werden we ‘mensen des welbehagens’ genoemd, mensen die God wilde redden van de zonde. Toen kwam in Christus Gods genade naar ons toe om de zondige mensen te redden. Zo zien we dat het Oude Testament met name Gods gerechtigheid laat zien, maar juist in het Nieuwe Testament ontmoeten we de God vol van genade. En toch gaat het om dezelfde God, een rechtvaardige, liefdevolle God!
Vanuit de tekenen van de tijd weten we dat de komst van de Here Jezus nabij is. Begin april kwamen wereldwijde corruptieschandalen aan het licht waarbij duidelijk werd dat grote multinationals en regeringsleiders miljarden weggesluisd hebben om zo zichzelf te verrijken. De duivel wordt de ‘vader der leugen’ genoemd (Johannes 8:44) en we zien dat hij met zijn bedrog en geweld steeds meer zijn macht op aarde manifesteert. De komst van de antichrist is heel dichtbij en we dienen ons daarom voor te bereiden op de komst van de Here Jezus die ons tot Zich zal nemen om zo de weg vrij te maken voor de regering van de antichrist.
Alleen door het geloof in de Here Jezus, als onze Verlosser, die Zijn leven aan het kruis voor onze zonden gegeven heeft, zijn we behouden. De doop spreekt van gehoorzaamheid, maar hierdoor worden we niet behouden. Niet het doopwater, maar alleen het bloed van de Here Jezus wast ons schoon van onze zonden. Ook het lidmaatschap van één af andere kerk is niet bepalend voor ons behoud, alleen het lid zijn van het lichaam van Christus, het deel hebben aan Hem is bepalend.


In Matteüs 24:40-42 wordt gesproken over de twee die op het veld zijn, waarvan één aangenomen wordt en één achtergelaten wordt en de twee vrouwen die met de molen aan het malen zijn, waarvan één aangenomen wordt terwijl de ander achtergelaten wordt. Wat zal de opname van de gemeente een verschrikkelijke wanorde achter zich laten! (G. S. te S.)

Antwoord:
Er bestaat nog wel eens wat misverstand over de beide uitdrukkingen ‘aangenomen’ en ‘achtergelaten’ die we in dit gedeelte tegenkomen. Men zegt wel eens dat juist de aangenomen mensen onder Gods oordeel terechtkomen en de achtergelaten mensen behouden zijn. Daarom is het goed om wat nauwkeuriger naar beide uitdrukkingen te kijken.
Voor de uitdrukking ‘aangenomen’ wordt in het Grieks het woord ‘paralambanetai’ gebruikt, dat de betekenis heeft van: aannemen, meenemen en opnemen. Dezelfde uitdrukking komen we ook op andere plaatsen tegen: ‘tot Mij nemen’ (Johannes 14:3), ‘weggevoerd worden’ (1 Tessalonicenzen 4:17) en ‘aangenomen worden’ (1 Petrus 2:10).
Voor de uitdrukking ‘achtergelaten’ vinden we in het Grieks het woord ‘aspiètai’, een woord dat vertaald zou kunnen worden met: verlaten, achterlaten, wegzenden, laten gaan, verstoten, wegjagen, verliezen, wegslingeren, laten vallen, opgeven en verwaarlozen. Zo wordt deze uitdrukking onder andere in Lucas 17:31-37 gebruikt: ‘Denkt aan de vrouw van Lot. Ieder die zijn leven zal trachten te behouden, die zal het verliezen.’
Zij die aangenomen worden gaan de Here tegemoet in de lucht en zij die achtergelaten worden zullen de vreselijke tijd van de grote verdrukking meemaken.
Met de opname zal inderdaad een vreselijk tijd hier op aarde beginnen van chaos en geweld. In 2 Tessalonicenzen 2:11 staat echter dat na de opname een leugengeest op aarde gezonden zal worden die de mensen zal bedriegen. Met allerlei beweringen weten ze de opname te verklaren en de mensen zullen de leugen geloven.

Theo Niemeijer