Een nieuwe Naam

Jef de Vriese • 93 - 2017 • Uitgave: 24
‘Ik zal op hem schrijven de naam mijns Gods en de naam van de stad mijns Gods, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel neerdaalt van mijn God, en mijn nieuwe naam’ (Openbaring 3:12b).
De Naam van de God van Jezus Christus staat voor Zijn persoon, Zijn tegenwoordigheid, de intieme omgang met Hem. ‘Iemands naam kennen’, staat voor ‘iemand ten diepste kennen’. De naam van Gods stad is: ‘De Here is aldaar!’ (Ezechiël 48:35). De stad van God staat voor Gods aanwezigheid te midden van Zijn volk. De gelovige hoort daar thuis en mag daar wonen.
De heerlijke openbaring van het hemelse Jeruzalem vinden we pas als climax aan het einde van Openbaring (hoofdstukken 21-22). Het nieuwe Jeruzalem, de plaats waarvan de Ware en de Heilige de sleutels heeft, is de manifestatie bij uitstek van Gods aanwezigheid.
De aanwezigheid van God bij de mensen moet van boven naar beneden komen. God wil bij ons wonen, maar de gemeenschap met Hem kan nooit het gevolg zijn van menselijke inspanning of mystieke bespiegeling. Gods aanwezigheid kan men niet grijpen, maar enkel ontvangen.
Dat Christus Zijn nieuwe Naam op de overwinnaar schrijft (Openbaring 14:1 en 22:4), betekent dat de christen Jezus Christus op een nieuwe, volledige manier zal kennen. ‘Want dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die U gezonden hebt’ (Johannes 17:3). Straks zullen wij beter begrijpen wat het betekent dat Hij, Gods eeuwige Zoon, mens is geworden, gekruisigd, opgestaan en overwinnaar.

Jef De Vriese