Een moordend fiets- en leeftempo

Henk van Blijderveen • 91 - 2015 • Uitgave: 21
Ik ben een gedreven fietser. Of eigenlijk, voortgedreven fietser. Want dankzij een accu kom ik aardig mee in de vaart der fietsvolkeren. Nu is er één fietsvolk waarbij de snelheid heilig is verklaard. Ik bedoel de racefietsers. Een groeiend deel van deze jakkeraars ligt overhoop met de snelheid belemmerende toerfietsers, waar ik zelf toe behoor. Uiteraard zijn er ook de goedwillende sporters, zij die nog wél rekening houden met waarden en normen op de weg. Hen houd ik graag uit de snijdende wind van mijn column.

Ik zal u nu een korte beschrijving geven van de asociale racefietser. Van verre hoor ik hem al aankomen: “Hééé, hééé!” roept hij, ten teken dat er ruimte moet worden gemaakt. Met een vaartje van 40 kilometer per uur stormt hij van achteren op je af. Komt er ongelukkigerwijs ook nog een tegenligger aan, dan krimpt iedereen ineen, zodat de manoeuvres, op hoop van zegen, met millimeterprecisie kunnen worden uitgevoerd. Als afsluiting van zo’n close encounter besteden de racers doorgaans nog een paar seconden van hun kostbare tijd aan een achterwaartse, welgemeende verwensing. En rijden dit soort ongeleide projectielen in groepsverband, dan mogen de schadelijke effecten gerust worden verdubbeld.
De mensen met dit moordende tempo, rijden op racefietsen waar geen bel of rem op lijkt te zitten. Want voor bellen en remmen moet je de cadans verstoren, wat funest is voor de gemiddelde snelheid. In modieuze wielerkleding razen ze op kekke karretjes. Want er is wat te koop op dat gebied! Van zilveren ossenkopstuurtjes tot aan vergulde tandwielen. Het enige dat helaas nog niet te koop is, is slakkenzout ter bestrijding van de toerfietsers op het fietspad.

De geneugten van de toerfietser
Het aantal als bezetenen jakkerende en scheldende fietsers lijkt sterk toe te nemen. Ik verguis ze regelmatig, maar heb toch ook wel compassie met ze. Want alles wat fietsen zo leuk en ontspannend kan maken, missen ze. Met een thermoskan koffie relaxen op een bankje in de zon, het genieten van geurende bloemen, het ruisen van de wind door de bomen, de meefladderende vlinders, de spontane gesprekjes die zomaar met andere weggebruikers kunnen plaatsvinden. In plaats hiervan razen ze overal langs en zien slechts tijd en kilometers.

Een moordend tempo
Ik zie een causaal verband met het moordende tempo dat menigeen zichzelf in het dagelijkse leven oplegt of laat opleggen. Want wat kan een mens druk zijn met netwerken, mailen, facebooken, twitteren, kopen, verkopen, vakanties uitzoeken, woning- en aandelenmarkt bijhouden, kerkelijke taken etc. Nee, het is niet vreemd, dat het overgrote deel van de huisartsconsulten aan stress gerelateerd is.

De hoogste tijd dus om te onthaasten, om wat minder te willen en te moeten. Zelf haal ik veel rust uit het wandelen met Jezus. Iets dat ik moest leren. Want jarenlang rende ook ik mij rot. Maar omdat Jezus zich niet haast en alles op zijn tijd doet, bleef Hij ‘achter’. En als ik dan met mijn tong op de schoenen in de berm lag uit te hijgen, kwam Hij langszij, raapte mij op en droeg me, totdat ik zelf weer kon lopen. Zo leerde (en leer) ik langzamerhand om op eigen benen te staan. Maar wel met Jezus aan mijn zij!

Henk van Blijderveen