Een levenskroon voor trouw

Jef de Vriese • 91 - 2015 • Uitgave: 23
Trouw tot de dood betekent niet ‘pas als de dood dreigt’. Als je dan pas trouw wordt, is het te laat. Wie God niet trouw is in het ‘gewone’ christenleven, zal niet plots een geloofsheld worden als er vervolging komt. De christenen te Smyrna waren trouw tot de dood omdat zij Christus meer liefhadden dan hun eigen leven (Openbaring 12:11).
Verzoening met de gedachte aan beproeving is noodzakelijk, want er wordt niet altijd uitredding beloofd. Er is een vastgestelde lijdensperiode, waar je niet voor moet vrezen. Het lijden dat je ondergaat om Christus’ wil, weegt immers niet op tegen de levenskroon, die je ontvangt als je Jezus liefhebt (Jakobus 1:12). Die kroon betekent oneindig meer dan de lauwerkrans die de verdrukkers in Smyrna konden verdienen tijdens de spelen, waar ettelijke malen christenen werden vermoord en gemarteld.
Voor de overwinnende christen was de echte overwinningskroon, de levenskroon. De kortstondige glorie van elke andere lauwerkrans verbleekt bij deze glans! De dood in de verdrukking staat in schril contrast met de troostende belofte van het eeuwige leven, beveiligd tegen de tweede dood in de poel van vuur (Openbaring 20).
Het echte leven komt na de dood. Jezus heeft de dood doorgemaakt en het angstaanjagende van de dood weggenomen (Hebreeën 2:14,15). Doordat Hij de dood heeft overwonnen, geeft Hij moed om het martelaarschap onder ogen te zien en de dood niet te vrezen. Juist te midden van de dood toont Jezus Zich als Diegene die eeuwig leven geeft.

Jef De Vriese