Een kwijnende kerk, een groeiende islam en een gezegend kerstfeest!

Feike ter Velde • 90 - 2014 • Uitgave: 24
Iedere dag krimpt het christendom in Europa en dan met name in West-Europa. Bijna twintig procent van de West-Europeanen noemt zichzelf agnost, dat zijn mensen die niet weten of God bestaat of niet. Dat percentage lag in het begin van de 20e eeuw op 0,3 procent. Langzaam zakt ons werelddeel dus weg in ongeloof en zien we het heidendom op alle fronten groeien. Ongeveer vijf miljoen mensen in West-Europa noemen zichzelf atheïst. Dat zijn zij die niet geloven dat er een God is.

Daarnaast is de islam in West-Europa vooral door immigratie onvoorzien sterk gegroeid. Dat leidde tot onverwachte problemen, juist ook bij moslims zelf. Zij weten zich vaak niet goed raad in onze vrije samenleving. Ouders spreken de taal, Nederlands, niet of nauwelijks en hun kinderen raken soms losgeslagen.
Verwacht wordt dat aan het einde van de 21e eeuw de meeste christenen in de oostelijke helft van Afrika wonen. De kerk in Afrika is in de 20e eeuw spectaculair gegroeid.

Steeds minder invloed
Wij zijn in onze cultuur nog niet toe aan de acceptatie van een kwijnende kerk en de tanende invloed van christenen in de maatschappij. We moeten onze kerkelijke weg daarin nog vinden. De kerk aanpassen aan een wereldse samenleving lost niets op. Toch wordt het vaak in die richting gezocht. Misschien is de aanpassing van nieuwe Bijbelvertalingen richting verdere versimpeling, daar wel een voorbeeld of voorbode van. Iemand noemde de nieuwste vertaling van het NBG – de Bijbel in Gewone Taal – een verkleutering.
In Europa hebben we officieel steeds meer afstand genomen van het christelijke geloof. In de Europese Grondwet werd publiekelijk en weldoordacht geweigerd een verwijzing naar het christendom als belangrijke bouwsteen van de Europese cultuur op te nemen. Dit was officieel een proclamatie dat we in Europa bewust naar het heidendom zijn teruggekeerd.
Het Vaticaan heeft een krachtig geluid laten horen in het debat over de christelijke wortels van de Europese cultuur. Maar zonder resultaat. De seculiere meerderheid heeft het debat gewonnen. Buiten de Rooms-katholieke kerk wordt nauwelijks of helemaal niet doorzien wat dit betekent. De doorsnee kerkmens heeft er niets van meegekregen, niet over nagedacht en is derhalve volstrekt ongeïnteresseerd in het thema. Hier werden de wortels blootgelegd van de zwakheid van het Europese christendom, een christendom dat volgens sommigen niet ver meer is van verdwijning. In ieder geval is met de achteruitgang van de kerk de Europese cultuur bezig haar identiteit te verliezen en verbleekt ons werelddeel in het licht van een groeiende islam.
Met de Verlichting (18e eeuw) – wat een oude geest in een nieuw jasje was – werd een duidelijke keuze gemaakt voor het ongeloof. Die oude geest was en is dezelfde als de geest van de Renaissance (15e eeuw), die afkomstig is uit het oude Griekenland. Daar werd de mens zelf god en verwierp de autonome maatschappij de wet van God. De keuze voor het ongeloof was een bewuste keuze en had grote gevolgen.

Op de rand van de afgrond
De grote voorman van de christelijke politiek, Groen van Prinsterer, voorzag in een scherpe analyse, Ongeloof en Revolutie (1847), waar dit op uit zou lopen. Nazidom en communisme en later (tot nu) het ontspoorde kapitalisme van de 20e eeuw zijn de grote tegenpolen van Groens speerpunten. Deze drie ideologieën vulden de leegte op nadat het christendom begon weg te kwijnen in Europa. Ideologie in plaats van behoudend, Bijbels geloof.
De nieuwe wereldorde van de Verlichting heeft als bron en leidraad een verkeerde geest, die de mens in de kou heeft gezet als verweesd, eenzaam en berooid in een lege wereld, een gesloten systeem, waaruit vluchten niet mogelijk is. Zo’n wereld kan niet anders opleveren dan ongelukkige mensen, die hun heil gaan zoeken in geweld en strijd. Het geloof in de mens als hoogste religieuze ideaal – dat is wat de Verlichting heeft te bieden – is als het balanceren op de rand van de afgrond. Die afgrond is de peilloze diepte van de zinloosheid en de verlorenheid van het leven. Die afgrond lokt en grijnst de postmoderne mens toe; nodigt hem uit tot de dood. Vrijheid, gelijkheid en broederschap, de ideaals-leuze van de Franse revolutie, kunnen nooit worden waargemaakt voor een samenleving die geen grond heeft om op te staan. Het moderne heidendom heeft aan mensen niets te bieden dan leegheid en nog eens leegheid.

God heeft naar je omgezien!
In deze context gaan we deze maand weer ons kerstfeest vieren. De komst van Jezus Christus in deze Godvijandige wereld is een wonder van ongekende grootsheid. We mogen ons erover verheugen dat de levende God niet opgeeft om de mens te bezoeken in zijn ellende. Het Kerstfeest herinnert ons elk jaar aan dat grote feit. En dáár moeten we dan ook mee aan de slag. De christelijke boodschap, het Evangelie van het Kerstfeest, is de boodschap van hoop in een hopeloze wereld.
We hoeven niemand ervan te overtuigen dat onze wereld de grens van de wanhoop heeft bereikt. Als we weten dat in ons land méér dan een miljoen mensen antidepressiva op doktersadvies gebruiken om hun leven een beetje dragelijker te maken voor zichzelf en voor hun omgeving, dan hebben we geen andere aanwijzingen meer nodig om het geestelijke klimaat in ons volk te kennen.
In deze wereld, vol van droefheid, teleurstelling en onzekerheid moet de Boodschap van heil worden doorgegeven: God heeft naar je omgezien! Dat mogen we geloven, daaruit mogen we leven, jong of oud.
Misschien moet dit Kerstfeest het eerste zijn waarin je een begin maakt met het doorgeven van het Licht van het Evangelie. Door de Heilige Geest mag iedere gelovige de weerschijn zijn van Gods heerlijkheid in deze wereld. Als het donker is in de wereld komt dat omdat ons licht is uitgegaan.
Here, help ons als lichtende sterren in deze wereld te schijnen. Mag nu het donkerder wordt, ons licht helderder worden gezien. Mag Uw eer en glorie gezien worden in ons donkere werelddeel. Zegen ons kerstfeest! Amen!

Feike ter Velde