Een evangelie zonder het kruis

Hans Frinsel • 93 - 2017 • Uitgave: 13
Het Evangelie past niet meer in onze tijd. De oude waarheden zijn aanstootgevend voor de moderne mens. Zelfs veel christenen voelen zich ongemakkelijk bij die oude belijdenissen en zouden deze het liefst negeren of veranderen.

“Wilt u ook niet weggaan?” vroeg Here Jezus aan Zijn discipelen (Johannes 6:67). Een grote groep volgelingen had net besloten om Hem te verlaten. ‘Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven.’ Die woorden waren ‘niet om aan te horen’. Het ging niet alleen om woorden, maar de rauwe werkelijkheid. Jezus sprak letterlijk over Zijn bloed dat vergoten moest worden als losprijs voor verloren mensen. Een waarheid die als een rode draad door de hele Bijbel loopt. Zijn woorden waren 2000 jaar geleden aanstootgevend en zijn dat nu ook.

Andere woorden
In het Nederlands Dagblad van 13 mei jl. stond een verslag van een toespraak van dr. Roest op een studiedag van de Theologische Universiteit in Apeldoorn. Daarin vertelde hij hoe in een gesprek met atheïsten, vrijdenkers en boeddhisten ‘reiniging door het bloed van Christus’ als weerzinwekkend werd ervaren. Reden voor dr. Roest om te concluderen dat de kerk het Evangelie heel anders moet leren verwoorden. Nieuwe woorden zijn goed als ze verduidelijken, niet als ze verdoezelen. Maar is het zo dat de nieuwe woorden die dr. Roest zoekt de inhoud niet veranderen? Hij verwijst naar ontwikkelingen in de theologie, waarin wel degelijk sprake is van verschuiving van inhoud.

Schuld ‘opgelost’
De kwestie van iemands eeuwige bestemming in hemel of hel diskwalificeert hij als ‘gnostisch’ en ‘individualistisch’, ‘iets wat ‘het Evangelie vervormt’. Vreemd. Was Jezus een gnosticus? Juist Hij sprak veelvuldig over hemel en hel en onze eeuwige bestemming. Met zo’n generaliserend en misplaatst beroep op gnosticisme kun je elke (on)gewenste waarheid die je niet aanstaat ontkrachten.
Ook de communicatie van de boodschap van ‘verzoening door voldoening’ vindt Roest moeilijk, omdat schuld niet meer de diepste vraag van de moderne mens is. Dit plaatst de mens centraal en zijn eigendunk als bepalend in de Evangelieverkondiging. Schuld wordt niet opgelost door het te bagatelliseren of negeren.

Mensenwerk
Bijbelse waarheden worden tegenwoordig snel gerelativeerd als ‘cultureel gebonden’. Enige tijd geleden las ik een missionair werk, waarin gesteld werd dat de nadruk op schuld en gerechtigheid in het Nieuwe Testament bepaald is door de Romeinse cultuur. Vervolgens moeten we die culturele schil eraf pellen om echt bij de kern van het Evangelie te komen. Zeker, in de Romeinse cultuur speelde het schuld-gerechtigheid-schema een grote rol, maar deze denktrant negeert voor het gemak drie belangrijke zaken:
Ten eerste prevaleert in die redenering het menselijke aspect boven de inspiratie. Ten tweede stelt men niet de voor de hand liggende vraag waarom God juist in die tijd het Evangelie van Christus openbaarde. Gebruikte Hij wellicht die cultuur van schuld en gerechtigheid als geschikte context voor het Evangelie? Ten derde: het thema van schuld, genoegdoening en gerechtigheid is niet exclusief Romeins; het Oude Testament en de levitische offerdienst zijn ervan doortrokken.

Andere theologie
Studie van de cultuur uit Bijbelse tijden is belangrijk om Gods Woord te kunnen begrijpen, maar het argument van ‘cultuurgebondenheid’ wordt te gemakkelijk als excuus gebruikt om afstand te nemen van ongemakkelijke evangelische waarheden die een dissonantie vormen met onze cultuur. Er heeft zich de afgelopen decennia een geleidelijke maar diepgaande theologische verandering voltrokken, ook in de evangelische beweging, die niet alleen de taal, maar ook de inhoud van ons geloof verandert. In de woorden van dr. Roest komt deze duidelijk naar voren.

Samen met de wereld
In de zendings-theologie wordt door velen een nieuwe lijn gevolgd die niet de Grote Opdracht centraal stelt. Zij leert dat Gods plan niet in de eerste plaats om de redding van de mens gaat, maar om de vernieuwing van de hele schepping. De kerk is daarin niet meer het doel van God, waarin het karakter van Zijn koninkrijk gestalte moet krijgen; zij is één van de elementen die Hij gebruikt voor Zijn grote doel. Daaruit volgt dat de kerk moet samenwerken met andere structuren in de wereld die God gebruikt voor Zijn grote plan.
Deze theologie benadrukt vooral Gods liefde en genade. Deze verschuiving heeft grote gevolgen. Zijn heiligheid raakt op de achtergrond. Voor velen (maar niet voor allen) past de leer dat Jezus met Zijn kruisdood onze schuld betaald heeft ook niet in deze theologie. Men streeft naar samenwerking met een wereld die juist verder van God vervreemdt en levert daarvoor steeds meer Bijbelse waarden in.1

Hoop ontnomen
De relevantie van geloof in hemel, hel en eeuwig leven staat ook onder druk. Hoop op de wederkomst van Christus wordt vaak denigrerend als vluchtgedrag aangemerkt. We moeten onze aandacht en inspanning richten op de vernieuwing van deze wereld. ‘Wat persoonlijke onsterfelijkheid betreft, kunnen we ondertussen beter agnost zijn…’ schreef een theoloog pas in Trouw.2 Waarom schaf je het Evangelie dan niet helemaal af? Juist de opstanding speelt een beslissende rol in het Evangelie.
Ik ken een tiener die ligt te vechten tegen de kanker die langzaam zijn lichaam opvreet. In die moeilijke strijd vindt hij zijn rust en vrede in het feit dat hij Christus kent en weet waar hij heen gaat. Moeten we hem zeggen dat zijn hoop op de hemel een ‘gnostische’ en ‘individualistische’ vervorming van het Evangelie is? Of volgen we Jezus die zegt: ‘in het huis van mijn Vader zijn vele woningen’?

Aanstootgevend
Dr. Roest heeft moeite met het bloed van Christus als ‘reinigingsmetafoor’. Maar Jezus bedoelt het niet als metafoor. Veel erger: het gaat letterlijk over bloed. De metafoor ligt in het ‘eten en drinken’, waarmee Jezus indringend duidelijk maakt dat wij, alleen door innige verbondenheid met Hem op grond van Zijn vergoten bloed als zoenmiddel voor onze zonden, vergeving van schuld en redding ontvangen.
Deze leer is niet alleen weerzinwekkend voor ‘atheïsten, vrijdenkers en boeddhisten’ van nu. Dat was het ook voor mensen 2000 jaar geleden, vertelt Johannes ons. Ze hielden van de Christus die mooie woorden sprak, barmhartigheid toonde, een goed voorbeeld was en wonderen deed, maar niet van één die Zijn bloed als zoenmiddel verkondigde. Dat was voor hen aanleiding om af te haken. Ook in onze tijd haken velen af bij die gedachte.

Afhaken of volgen
Of: haakte men maar af! Nu wordt het evangelie subtiel en geleidelijk aangepast en worden gelovigen ongemerkt het pad van een ander Evangelie opgeleid.
Wat opvalt in de nieuwe theologische benadering is dat het werk van de Heilige Geest wat betreft Zijn ‘overtuigen van zonde gerechtigheid en oordeel’ buiten beeld lijkt te blijven. Voor Jezus was dat juist een kernzaak. Waarheid die voor ‘wijzen en verstandigen’ – de boeddhisten, vrijdenkers en atheïsten – verborgen was, werd aan ‘kinderen’ door de Geest geopenbaard.
Als Jezus accepteerde dat Zijn woorden van waarheid aanstoot gaven, waarom moeten wij dan de waarheid verdoezelen om geen aanstoot te geven? We mogen ons er niet vanaf maken met de redenering dat die waarheden niet meer passen in onze cultuur. Dat hebben ze nooit gedaan, zeker niet in de tijd van Christus. Er zijn momenten dat we, omwille van de redding van mensen, bereid moeten zijn Christus te volgen buiten de legerplaats en Zijn smaad te dragen.

Hans Frinsel

1 Voor een beknopte, maar gedegen kritiek op deze theologie, zie ‘The essence and implications of Missio Dei – an appraisal of today’s foremost theology of missions’, van Dr. Peter Pikkert, Alev Books, Ancaster Canada, 2017.
2 Trouw, 27-5-2017 Letter en Geest, p.4, ‘Er is maar één leven. Dit.’