Een ernstig probleem

Joop Schotanus • 77 - 2001/02 • Uitgave: 15
De vakantietijd ligt weer achter ons. In zo'n zomerperiode word je geconfronteerd met zaken die je misschien in je gewone dagelijkse leven thuis minder vaak tegen komt. Op een camping zie je dingen, die in je eigen beschermde straatje misschien niet zo opvallend zijn. Het kan zijn dat op je vakantieplek je oog heel gemakkelijk valt op wat de omgeving aandraagt aan levensmiddelen e.d.. Je wordt getroffen door de kratten bier die naar de caravan of tent gedragen worden. Ik ben me wel enigszins bewust van het feit dat ik nu een heel delicaat onderwerp onder de pen heb. Voor sommigen ligt het erg gevoelig. De vraag waar het nu even om gaat is: 'Welke houding verwacht de Here God in onze huidige situatie van Zijn kinderen als het gaat om het gebruik van sterke drank?" Misschien zegt u met mij dat u zich niet geroepen voelt om op eigen initiatief altijd zo maar even mensen hierover aan te spreken. Daarvoor is de zaak vaak veel te gecompliceerd. In mijn geval komt de kwestie soms alleen maar ter sprake als ik het aangeboden krijg en ik duidelijk maak dat ik al sedert mijn zestiende jaar niet drink. Dat besluit heb ik toen genomen omdat ik er toen al meer dan genoeg ellende van gezien had in de Friese Wouden. Niemand hoeft hierover meewarig te doen, want ik heb al meer dan vijftig jaar geen enkele spijt van die beslissing gehad.

DE AANLEIDING
In de gezondheidszorg moeten heel vaak keuzes gemaakt worden. Die keuzes van voorrang hebben veelal te maken met de leeftijd of met meer of minder hoopvolle perspectieven. De laatste tijd gaat een ander aspect een rol spelen, dat met ons onderwerp te maken heeft. De aanleiding van mijn schrijven hierover is de discussie over de invloed die de keuze van wel of niet hulp verlenen mag of moet hebben op de relatie tot het (voorafgaand', gedrag van de patiënt. Of het nu gaat om roken of drinken, drugsgebruik of een onoorbare seksuele levensstijl. In dit artikel wil ik me beperken tot drankgebruik. Moet het (wan)gedrag van de zieke in ogenschouw genomen worden bij het bepalen van de plaats op een wachtlijst b.v. Er bestaat steeds meer de neiging om hen die hun lichamelijke situatie in grote mate aan zichzelf te wijten hebben achter te stellen bij hen waarbij geen verband bestaat met een bepaald gedrag. De spreukendichter zei het toch ook al: Waarom handelt gij onverstandiglijk? Waarom zoudt gij voor uw tijd sterven?

DE WIL VAN GOD
Broeder Bottenbley vertelde op onze Toogdag dat zijn gemeente zo nu en dan iets organiseerde om aan de wereld te laten zien dat je ook zonder drank met elkaar heel goed feest kunt vieren. Dit brengt ons al een beetje in de sfeer van wat de Here God van ons zou mogen verlangen te midden van een zo groot maatschappelijk probleem. Is het eigenlijk wel mogelijk in dit verband te spreken van de wil van God? In een land als Amerika is het zo vanzelfsprekend om de wil van God te betrekken bij de invloed die het gedrag heeft op de omgeving. Toch weten al die mensen heel goed dat de Bijbel het drinken van een glas wijn beslist niet veroordeeld. Het is zelfs zo dat Paulus aan Timotheus het drinken van een beetje wijn aanbeveelt als medicijn. Iedereen kent natuurlijk de geschiedenis van het wonder van de Here Jezus waarbij water in wijn wordt veranderd. Dus we vinden op dit gebied geen enkele aanbeveling voor geheelonthouding in de Bijbel. Als vergelijking vinden we in de Bijbel ook geen aanwijzingen dat het houden van slaven op zichzelf verkeerd is. Paulus raadt een weggelopen slaaf zelfs aan om terug te keren tot zijn meester. Toch begonnen christenen enkele eeuwen geleden in te zien dat het houden van slaven een ontwikkeling had ondergaan die aan teveel mei' sen schade berokkende om dat nog langer in stand te houden. Velen hebben op grond van de Bijbel de slavenhouderij als de wil van God verdedigd. In de meest ideale vorm was slavendom niets anders dan een verhouding van werkgever en werknemer. Maar deze meest ideale vorm werd absoluut onherkenbaar in de loop van de geschiedenis. Dat geldt maatschappelijk gezien ook voor de veranderingen op het gebied van drankgebruik.

DE VERANDERING
Zoals de slavernij onhoudbare situaties opleverde, zo is er ook een verandering in het huidige drankgebruik in vergelijking met dat van bijbelse tijden.

Door de eeuwen heen heeft dronkenschap bestaan, maar de vormen die het huidige alcohol gebruik aanneemt en de gevolgen daarvan zijn onvergelijkbaar met dat verre verleden. In dat verleden had men nauwelijks tijd om dronken te worden. Het alcohol percentage was te laag om heel snel onder invloed te zijn. Toen men echter 400 jaar geleden wijn met 20% alcohol en jenever van boven de 50% kon distilleren werd de drank een maatschappelijk kwaad, waar sindsdien tegen gestreden is met dezelfde ijver en toewijding als tegen de slavernij. De veel geroemde opwekkingspredikers uit die tijd hielpen mensen om tot Jezus te komen en tegelijkertijd van de drank af te komen. Zoals de Here Jezus in andere tijden water in wijn veranderd had, zo veranderde Hij in die opwekkingstijden de drank in meubilair e.d.

DE MAATSCHAPPELUKE INVLOED
Was er ooit een tijd om de huiselijke en maatschappelijke ellende weg te willen drinken. De socialisten en de christelijke drankbestrijding (CDB) hebben veel gedaan om de rem er op te zetten. Thans staat bij het gebruik het zwelgen in zingenot voorop. Men wil oncontroleerbaar uit z'n dak gaan. Denk aan de jongeren festiviteiten met overvloedig drank- en drugsgebruik. Denk aan de schaamteloze gesubsidieerde homofeesten. We denken ook aan het toenemende zinloze geweld en vandalisme. Zeventig procent van de politiemacht in het weekend in Amsterdam is bezig met de ellendige gevolgen van drankmisbruik e.d. We kunnen ook denken aan de berichten van verkeersdoden, vooral in de maandag-kranten. Ook dat is een weerspiegeling van het weekend drankgebruik. Als mijn overgrootvader te veel gedronken had, dan was zijn paard nog nuchter genoeg om hem veilig thuis te brengen, maar ons verkeer laat in wezen geen druppel meer toe. Er worden pleidooien gehouden om het toegestane alcoholpercentage in het verkeer veel meer omlaag of liever nog tot nul terug te brengen.

CONCLUSIE
Natuurlijk mag u er tegen in brengen dat u genoeg mensen kent die de ideale vorm van drankgebruik kennen en er geen enkele nadelige invloed van hebben. U hebt nog gelijk ook! U en ik zouden misschien nog wel dat risico kunnen nemen. Toch wil ik iets van Paulus met een kleine variatie aan u doorgeven: Als ik mijn broeder in verleiding breng door wat ik drink of serveer, wandel ik niet naar de eis van de liefde (de kerngedachte van Romeinen 14). Als dan toch 10% van die matige drinkers het risico lopen om probleem drinkers te worden, dan stellen we ons toch maar liever op aan de veilige kant door het zelf niet te drinken en het ook niet te serveren. Misschien is dit voor u de eerste keer in uw leven dat u een duidelijk argument voor geheelonthouding onder ogen krijgt. Mochten mijn aangegeven percentages niet helemaal meer kloppen, dan laat ik mij graag corrigeren door de voorzitter van de Christelijke Drankbestrijding, die zo vriendelijk is om geregeld hun info-blad aan Het Zoeklicht op te zenden.

Joop Schotanus