Een eindeloze zomer, kan dat?

ds. Theo Niemeijer • 89 - 2013 • Uitgave: 14/15
De wetenschappers zijn het er over eens: het klimaat is zich aan het veranderen. Zomers worden heter en winters kouder. Op sommige plaatsen is steeds meer sprake van wateroverlast, maar in andere delen van de aarde weer van extreme droogte. Wat is er toch aan de hand met ons klimaat, het lijkt wel of het steeds extremer wordt. Het ene na het andere weerrecord wordt gehaald. Wat vertelt de Bijbel ons over het klimaat?

De wereld van de voortijd
In 2 Petrus 2:5 schrijft Petrus over de wereld van de voortijd en hij bedoelt daarmee de aarde van vóór de zondvloed. De Bijbel geeft ons aanwijzingen over het klimaat van vóór de zondvloed. Het schijnt een heel gelijkmatig klimaat geweest te zijn zonder de seizoenen van lente, zomer, herfst en winter. De fossiele wereld laat ons zien dat het klimaat zowel op het noordelijk als op het zuidelijk halfrond van onze aarde gelijk geweest is. Zowel onder het ijs van de Noordpool als in het gesteente van de Sahara worden dezelfde flora- en faunafossielen gevonden. Tropische planten en vogels kwamen vroeger kennelijk dus ook voor in het gebied waar nu het ijs van de poolkappen zich bevindt. Zo zijn er ook in de poolstreek fossielen van koraalriffen gevonden, die normaal alleen in tropische zeeën voorkomen.

Wat zegt de Bijbel over het klimaat van de wereld van de voortijd?
In Genesis 2:5 lezen we: ‘De Here God had het niet op aarde doen regenen, en er was geen mens om de aardbodem te bewerken; maar een damp steeg op uit de aarde en bevochtigde de gehele aardbodem.’ Hier zien we dus de eerste aanwijzing voor een gelijkmatig klimaat over de gehele aardbodem, regenen deed het toen nog niet. De gehele aardbodem werd dus bevochtigd door een damp die vanuit de aarde omhoog steeg. Het is bekend dat er in de aarde grote voorraden water zijn, ook in de aardlagen onder woestijnen zoals de Sahara. Het probleem is echter dat in vele delen van de wereld dit water niet (meer) zo gemakkelijk aan de oppervlakte kan komen. Vóór de zondvloed was dit kennelijk geen probleem en waren er geen woestijnen, maar overal bevochtigde een damp de aarde. Dit gelijkmatige klimaat was ook de oorzaak van het feit dat de mensen vóór de zondvloed veel ouder werden. Leeftijden van Methusalem (969 jaar), Adam (930 jaar) en Noach (950 jaar) zijn voor onze tijd ondenkbaar!

De verandering van de zondvloed
De hoge leeftijden die de mensen vóór de zondvloed behaalden zien we na de zondvloed niet meer terug. Na de zondvloed heerste er waarschijnlijk een ander klimaat op aarde. Een aanwijzing hiervoor vinden we in Genesis 8:22, waar de Here na de zondvloed tegen Noach zegt: ‘Voortaan zullen, zolang de aarde bestaat, zaaiing en oogst, koude en hitte, zomer en winter, dag en nacht, niet ophouden.’ Hier worden de seizoenen: zaaiing en oogst (lente en herfst) en de zomer en winter voor het eerst genoemd.
Op welke manier heeft de zondvloed daar invloed op gehad? Wat zou er gebeurd kunnen zijn?
Volgens professor dr. A.M. Rehwinkel zouden we hierbij aan drie mogelijkheden kunnen denken. Rehwinkel studeerde geologie en daarna theologie en diende verschillende gemeentes in Canada als predikant. Daarnaast was hij aan verschillende universiteiten in de VS als hoogleraar en president verbonden. Zijn boek ‘De Zondvloed’ was het resultaat van uitgebreid theologisch, geologisch en archeologisch onderzoek van de auteur.
De drie theorieën voor de verandering van het klimaat na de zondvloed zijn:
1. Een wijziging van de aardas ten opzichte van de zon.
2. Een verandering van de verhoudingen zee/land en de daarmee in verband staande invloed van de warme golfstromen.
3. De zogenaamde dampkringtheorie.
Achtereenvolgens zal ik proberen op deze theorieën in te gaan.

1. Een wijziging van de aardas ten opzichte van de zon
De huidige stand van de aardas, die de stand van de aarde ten opzichte van de zon bepaalt en waaromheen de aarde draait, is berekend op 23 1/2 graad. Indien de as van de aarde loodrecht ten opzichte van de zon zou staan, dan zouden alle dagen van het jaar even lang duren en de zon elke dag over de gehele aarde dezelfde baan doorlopen. Het feit dat er delen van de wereld zijn, waar de zon ’s winters niet eens boven de horizon verschijnt en ’s zomers helemaal niet ondergaat (de poolstreken) heeft te maken met het feit dat de as van de aarde in een hoek van 23 1/2 graad ten opzichte van de zon staat. De seizoenen: lente, zomer, herfst en winter, die na de zondvloed begonnen zijn, zouden dus het gevolg kunnen zijn van de veranderde stand van de aarde ten opzichte van de zon, die na de zondvloed plaatsvond.
Wanneer de draaias van de aarde loodrecht op de zon zou staan, zou er geen sprake zijn van seizoenen, maar een gelijkmatig klimaat op aarde. In Psalm 91 zingen we ‘Zo min de hemel ooit uit zijn stand zal wijken, zo min zal Uwe trouw ooit wank’len of bezwijken’. Er wordt in de Bijbel gesproken over het ‘bewegen van de hemel en de aarde’. In Jesaja 13:13 lezen we dat in de eindtijd de aarde bevend van haar plaats zal wijken. In Haggai 2:7 lezen we dat Hij in de eindtijd de hemel en de aarde en het droge zal doen beven. In Hebreeën 12:26-27 lezen we dat Hij eens de aarde heeft doen bewegen, maar dat aan het einde der tijden Hij niet alleen de aarde, maar de hemel en de aarde zal doen bewegen. Zouden deze profetieën ons duidelijk willen maken dat aan het einde der tijden de aarde weer in zijn oorspronkelijke positie ten opzichte van de zon teruggebracht zal worden en het klimaat weer zal veranderen met als gevolg een herstel van de natuur?

2. De verhoudingen tussen land en zee werden na de zondvloed drastisch veranderd
Er zijn geologische bewijzen dat de werelddelen vóór de zondvloed anders met elkaar verbonden waren dan heden ten dage. Hele continenten werden door de zondvloed uit elkaar gedreven, waardoor de verhouding zee/land volkomen veranderde. Deze verandering bracht ook een ander klimaat met zich mee. Het is bekend dat het wereldklimaat door de warme golfstromen sterk beïnvloedt wordt.
De warme golfstroom die zich vanuit de Golf van Mexico langs West Europa naar het Noordelijk halfrond beweegt is bepalend voor het Westelijk klimaat. Deze golfstroom is zo’n 80 km breed, 500 meter diep en 6500 km lang. De Japanse golfstroom, die bepalend is voor het Oostelijk klimaat, stroomt uiteindelijk naar Brits Columbia en Alaska. Het is dus ook mogelijk dat door de zondvloed een verandering in het klimaat ontstond door een gewijzigde verhouding tussen de wereldzeeën en het land.

3. De dampkringtheorie
Hierbij gaat men uit van het feit dat de aarde vóór de zondvloed omgeven was door een gewelf van waterdamp. Je zou aan een soort broeikas kunnen denken met een lenteachtig klimaat van zo’n 22 graden Celsius. Deze soort van dampkring beschermde de mensen tegen de straling van de zon, waardoor men niet verouderde en tot hoge leeftijd kon komen. Tijdens de zondvloed is dit gewelf van waterdamp op aarde leeg geregend, waardoor inderdaad de hoogste bergen ter aarde met het water van de zondvloed bedekt werden. Het is aannemelijk dat het bij de zondvloed voor de eerste keer regende. Men heeft zich wel eens afgevraagd hoeveel regen er nodig voor was om de hoogste bergen van de aarde met water te kunnen bedekken. Deze dampkring bevatte echter voldoende water om dit te kunnen bewerken.
Daarnaast moeten we ook niet vergeten, dat het water van de zondvloed ook vanuit de kolken der diepten omhoog spoot: ‘Op die dag braken de kolken der grote waterdiepten open en werden de sluizen des hemels geopend’ (Genesis 7:11). Het water kwam dus van boven, uit deze dampkring, en van beneden, uit de kolken der diepten, en zo werd de aarde door het water volledig omgewoeld, met als gevolg de wereldwijde en vele massagraven van levende wezens, waarvan we later de fossielen teruggevonden hebben. Zo weten we dat op de hoogste bergen schelpen en visfossielen gevonden worden. Het water van de zondvloed zou na de zondvloed onder andere opgeslagen zijn in het ijs van de poolkappen.
Deze dampkringtheorie wordt aannemelijk gemaakt door het Bijbelgedeelte in Genesis 9:16, waar voor het eerst over wolken en de regenboog gesproken wordt. Kennelijk waren er geen wolken en was er ook geen regenboog voor de zondvloed, omdat het nooit geregend had en de aarde bevochtigd werd door opstijgende damp en beschermd werd door een gewelf van waterdamp rond de aarde.

Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
In Jesaja 32:15 lezen we dat de woestijn in een gaarde veranderd zal worden. Zo lezen we in Jesaja 35:1-2 dat de woestijn als een narcis zal bloeien. In Jesaja 51:3 staat zelfs dat Hij de woestijn in de hof van Eden zal veranderen. Straks, als de Schepper van hemel en aarde zal wederkomen, is Hij in staat om deze veranderde en kapotgemaakte schepping weer te herstellen, zodat deze weer net zo mooi zal worden, niet zoals de aarde van voor de zondvloed, maar zelfs als de aarde van voor de zondeval, als de hof van Eden! Hij die in staat is deze kapotgemaakte schepping te herstellen, is het ook die ons persoonlijk leven kan veranderen. Door het geloof in de Here Jezus worden onze zonden vergeven en worden wij opnieuw geboren. Gelooft u ook in Hem?

Theo Niemeijer