Een droompaleis voor de wereldvrede

Jaap Spaans • 89 - 2013 • Uitgave: 18
Deze week is het 100 jaar geleden dat het Vredespaleis in Den Haag werd geopend. Dit indrukwekkende gebouw heeft ertoe bijgedragen dat Den Haag geldt als de ‘juridische hoofdstad’ van de wereld. Een terugblik op de afgelopen eeuw leert dat van echte vrede geen sprake was. Ook een vooruitblik geeft weinig reden tot optimisme. De wereldvrede waarnaar de mensheid zo vurig verlangt, lijkt verder weg dan ooit.

Op een van de mooiste plekjes van Den Haag, aan het Carnegieplein dicht bij de Scheveningseweg, staat het Vredespaleis. Schuin ertegenover ligt de grote Joodse begraafplaats, waar bekende Nederlanders begraven liggen als schilder Jozef Israëls. Het Vredespaleis is een indrukwekkend staaltje architectuur en voor de residentie een belangrijke toeristische trekpleister. In 1907 werd in Den Haag de Tweede Haagse Vredesconferentie gehouden. Nederland werd daarbij vertegenwoordigd door de jurist en latere Nobelprijswinnaar voor de vrede, Tobias Asser.
Direct daarna werd de eerste steen voor het Vredespaleis gelegd, dat in 1913, in aanwezigheid van stichter Andrew Carnegie, met veel ceremonieel werd geopend. Carnegie verhuisde op dertienjarige leeftijd met zijn familie van Schotland naar Amerika en werd daar een succesvol ondernemer, met een groot gevoel voor sociale gerechtigheid. Daarnaast zette hij zich in voor zijn grote ideaal, de wereldvrede. In dat toekomstperspectief paste een ‘Droompaleis voor de wereldvrede’. Over de oprechtheid van zijn intenties bestaat geen twijfel, maar zijn droom is tot op heden niet realistisch gebleken. De Derde Haagse Vredesconferentie die gepland stond voor 1915, kon niet meer doorgaan.

Geen vrede maar oorlog
Terwijl de euforie rond het Vredespaleis nog nagalmde, brak in 1914 de Eerste Wereldoorlog uit. Het zou een van de bloedigste oorlogen worden uit de geschiedenis van de mensheid. Het conflict begon op de Balkan, breidde zich snel uit over Europa en groeide uit tot een verschrikkelijke wereldoorlog. De oorlog bleef niet beperkt tot Europa, maar raakte ook Afrika, het (Turkse) Ottomaanse rijk en landen als Rusland, Japan en de VS. Op een ongekende schaal vonden er gruwelijkheden plaats. Bekend is vooral de loopgravenoorlog op het Westelijke front, dat zich uitstrekte van de Noordzee tot Zwitserland. Angstige soldaten, geplaagd door wateroverlast, ratten en bloedzuigende luizen, leefden onder de permanente dreiging van beschietingen. Nieuw op het slagveld was de dreiging van een gasaanval met gifgas zoals mosterdgas, dat afsterving van de huid en blindheid tot gevolg kan hebben. De uitputtingsoorlog eiste dagelijks duizenden mensenlevens. Vrede leek verder weg dan ooit. Carnegie’s droom was niet uitgekomen en wereldvrede niet realistisch gebleken.
In 2014 herdenkt de mensheid dat 100 jaar geleden die vreselijke oorlog begon. Maar welke les was er geleerd? Na de vrede in 1918 duurde het slechts 15 jaar dat in een vernederd en bankroet Duitsland de voedingsbodem ontstond voor het Nazi-bewind. In 1940 brak de Tweede Wereldoorlog uit, die qua vernietigingskracht de Eerste Wereldoorlog overtrof. Voor het eerst in de geschiedenis werd getracht een volk planmatig en systematisch te vernietigen, de Holocaust. Toen in 1945 de oorlogsdampen waren opgetrokken, heerste er opnieuw chaos en verwarring. Europa werd verdeeld in Oost en West met een IJzeren Gordijn dat de scheidslijn vormde tussen vrijheid en welvaart in het Westen en onderdrukking en armoede in het Oosten.
Ook na 1945 ontstonden er veel brandhaarden op de wereld. Oorlogen werden gevoerd in Korea, Vietnam, het Midden-Oosten, de Balkan, Irak en Afghanistan. Daarnaast woedt er een permanente, universele en ‘ongrijpbare’ oorlog tegen criminaliteit en terreur. Honderd jaar na de opening staat het Vredespaleis er trots bij en trekt vanuit de hele wereld miljoenen bezoekers. Ondanks of wellicht dankzij de oorlogen van de afgelopen eeuw, leeft het verlangen naar wereldvrede onder veel mensen. Maar is dat verlangen realistisch?

Symbool van vrede en recht
Door velen wordt het Vredespaleis beschouwd als een wereldwijd symbool van vrede en recht. Bij mij roept het de prangende vraag op, of de mensheid wel in staat is om op eigen kracht die ideale wereld van vrede en recht te realiseren? Duidelijk is dat door het globaliseringsproces en de vele grensoverschrijdende problemen op de wereld, de invloed van mondiale organisaties als de Verenigde Naties (VN) toeneemt. Hoewel het Vredespaleis eigendom is van de Carnegiestichting, valt het daar zetelende Internationaal Gerechtshof onder de VN. De gruwelijkheden, oorlogen en excessen van de afgelopen eeuw leren dat we in een door de zondeval gebroken wereld leven, waarin vrede en recht nog ver te zoeken zijn. Ook de actuele ontwikkelingen die via de media dagelijks onze huiskamers binnendringen, geven weinig reden tot optimisme. De mensheid kampt met een mentaal en moreel probleem en het wachten is op een Goddelijke interventie.
Het fascineert mij altijd dat de VN als ‘lijfspreuk’ een verwijzing heeft naar Jesaja 2:1-4 en Micha 4:3, over wat er zal gebeuren in het laatste der dagen: ‘Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen, geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren.’ Helaas is diezelfde VN buitenproportioneel in het veroordelen van Israël. Wereldvrede kan niet los worden gezien van de profetieën in de Bijbel over Israël, de positie van Jeruzalem en de (weder)komst van de Messias. Maranatha!

Jaap Spaans