Dominee en rabbijn

Joop Schotanus • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 8
Na een bezoek aan Israël kun je je een betere voorstelling maken van hoe alles geweest is in bijbelse tijden. Ondertussen kun je bij een bezoek aan een gemeente op de Sabbatmorgen mee beleven hoe Messiasgelovigen uit de Joden en uit de heidenen samen een heerlijke en indrukwekkende dienst hebben, waarin de Here Jezus centraal staat. Maar als je dan ook nog de gelegenheid hebt om je te begeven tussen buigende en biddende Joden en de ernst en toewijding te zien bij de Klaagmuur, dan realiseer je je dat er nog een klankbodem is voor de toekomstplannen van de Here God. Er is nu nog een lege handschoen waar de Here God Zijn hand in zal steken.

HET GODDELIJKE INGRIJPEN
Het Goddelijke ingrijpen zal volgens de profetieën gepaard gaan met wereldschokkende gebeurtenissen, om gans Israël weer helemaal op het Goddelijke spoor te krijgen. Om het weer geestelijk op de been te krijgen. De profetieën spreken van een dag des Heren, een ure der verzoeking die over de hele wereld zal komen, een dag van Jacobs benauwdheid als doorgang naar een nieuwe tijd. Als de Here God klaar is met Zijn Gemeente in deze bedeling, waarin wij nu leven, neemt Hij de draad weer op met Israël. Wij mochten tijdelijk ingeënt zijn via Christus in de boom der beloften aan Abraham, maar er komt een tijd dat wij als Gemeente uit Joden en heidenen volgens 1 Thess. 4:13-18 en Romeinen 11 ruimte zullen maken voor het volk Israël als geheel.

DE DOMINEE EN DE RABBIJN
In het Nederlands dagblad stond onlangs een weergave van een gesprek van twee dominee's met een rabbijn. De eerste dominee getuigde van de komende Messias, de tweede van de reeds gekomen Messias. De eerste probeerde zich helemaal aan te sluiten bij het verstaan van de rabbijn van zijn Bijbel (de Tenach) en de tweede probeerde een en ander duidelijk te maken vanuit het Nieuwe Testament. Het werd voorgesteld alsof die twee standpunten elkaar zouden moeten uitsluiten.

VANAF DE OLIJFBERG
Volgens het verhaal stonden de gesprekspartners op de Olijfberg. De eerste dominee had weet van honderden toekomstbeloften voor het letterlijke Israël. De tweede dominee wijst in de richting van Bethlehem en de velden van Efratha, dan in de richting van Golgotha en geeft een uitleg van Ezechiël 37, als zou dat Schriftgedeelte reeds volledig in vervulling zijn gegaan in het christendom. Volgens deze dominee heeft de bedoelde terugkeer reeds plaats gevonden na de ballingschap in Babylon en de tempel is herbouwd in het christendom, waarin Joden, Arabieren, Palestijnen en Nederlanders samen Gods tempel vormen. Al had deze dominee dan helemaal gelijk om te wijzen op Jezus Christus als de Weg, de Waarheid en het Leven, toch schoot hij schromelijk tekort in zijn kennis van Gods heerlijke toekomst voor het letterlijke volk van Israël.

EEN ZUIVER UITGANGSPUNT
De eerste dominee geeft echter blijk van kennis van de Tenach en wist dat hij stond op de plaats waar de voeten van de Messias zich neder zullen zetten, bij Zijn komst in Heerlijkheid (zcch.14:4). Hij kon daarin met de rabbijn helemaal meegaan. Hij is ervan overtuigd dat in de toekomst de schellen van de ogen van het volk Israël zullen vallen en dat zij rouwklagend zullen zien wien zij doorstoken hebben. Het is mogelijk dat deze dominee tekort geschoten is in zijn getuigenis aangaande de huidige betekenis van die Messias voor hem. In ieder geval had hij een gemeenschappelijke vloer met de rabbijn in het zuiver verstaan van de Tenach en in de betekenis van de plek waar ze stonden.

Dit miste die andere dominee vanwege zijn methode van vergeestelijken. Heel vaak vinden we in het Nieuwe Testament de toepassing van een geestelijk principe vanuit allerlei concrete zaken uit het Oude Testament. Als Ezechiël 37 geestelijk, typologisch of symbolisch toegepast kan worden op de Gemeente van Christus, dan betekent dat nog niet dat de letterlijke vervulling daarvan zou vervallen. De schrijver van het artikel in het Nederlands Dagblad, A.C. Breen, mag dan eindelijk zover zijn om te zeggen dat de kerk niet in plaats van Israël is gekomen, maar hij heeft de uiterste consequenties daarvan nog niet doorzien.

Joop Schotanus