‘Doe ons herleven’
Soms is het alsof de Heere de woorden in een Bijbeltekst rechtstreeks tot je spreekt. Dat gebeurde bij mij toen ik Psalm 80 weer las. Het waren de woorden in vers 19: ‘Behoud ons in het leven – (of wat je ook kunt lezen: ‘Doe ons herleven’) – dan zullen wij Uw Naam aanroepen.’
De geestelijke lauwheid in veel van onze kerken en gemeenten doet mij pijn. We hebben het zelf nauwelijks meer in de gaten. Een ontmoeting met een voorganger uit Nigeria herinnerde mij hieraan. Ik was zelf misschien ook wel een beetje in slaap gesukkeld, geestelijk dan.
We mogen dankbaar zijn voor wat er aan geestelijk leven nog is in ons land. Maar raakt het ons dat er zoveel lauwheid is en dat het overgrote deel van ons volk voor eeuwig verloren dreigt te gaan omdat ze de Heere Jezus niet kennen en niet in Hem geloven?
Die Afrikaanse voorganger was zo vol van de Heere Jezus, het straalde van hem af. Als hij weer terug zou zijn bij zijn gemeente, kon elke dag voor hem de laatste zijn. Zo groot is de haat van extremistische moslims tegen christenen. Maar hij zag ernaar uit om weer terug te gaan. Om zijn gemeente te ondersteunen, om samen met hen de Heere te dienen, te loven en te prijzen en zich uit te strekken naar de bekering van de terroristen.
Waar zijn de mensen?
Psalm 80 spreekt over de ellendige situatie waarin het volk Israël zich bevindt. De bede van Asaf, de dichter van de Psalm, wordt opgezonden tot God in de hemel: ‘HEERE, God van de legermachten, breng ons terug, doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden’ (vers 20).
Ook onze situatie is verre van rooskleurig. Wat is er zichtbaar van de Heere Jezus in ons leven, in onze gemeente? Waar zijn de mensen die zo vol zijn van Hem en van het heil dat Hij heeft verworven en ons uit genade schenkt, dat ze er niet over kunnen zwijgen?
Het huis van de Heere ligt in puin, zeg ik, met Haggaï 1:4 in gedachten. We rennen voor ons werk, onze carrière, ons huis, onze bankrekening, onze hobby’s, onze verslavingen misschien wel… Maar kennen we de oproep van Romeinen 12:1 om onze lichamen aan God te wijden, als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk?
Verlangen naar herleving
In Psalm 80:15 horen we de dichter roepen: ‘O God van de legermachten, keer toch terug, kijk uit de hemel neer en zie.’ En telkens in deze Psalm klinkt het: ‘Breng ons terug bij U.’
En ik bid mee: “Heere, bij ons is een beschaamd gelaat. In ons is er niets waarop we kunnen roemen. Er is zoveel onenigheid in onze kerken en gemeenten. Er worden leringen verkondigd die tegen Uw Woord ingaan. Onze bewogenheid met de wereld om ons heen is vaak zo gering. Er is zo weinig zichtbaar van U in ons leven. Israël, het Joodse volk, Uw volk, is bij velen uit het zicht verdwenen.
Heere, wij weten geen oplossing meer. Behoud ons in het leven, doe ons herleven. Doe het, Heere, schenk een herleving. Werk opnieuw, krachtig, door Uw Woord en door Uw Geest. Alstublieft, Heere, kom. We verootmoedigen ons voor U en belijden onze zonde, onze schuld. Heere, vergeef ons, was ons schoon door Uw bloed, o Heere Jezus.”
‘…dan zullen we Uw Naam aanroepen,’ lezen we verder in vers 19. En zeker, deze woorden worden in eerste instantie tegen Israël gesproken. Maar de Heere spreekt ze ook tot ons.
Het is mijn droom, mijn diepe verlangen, dat er opnieuw een geestelijke herleving komt in ons land, in deze laatste dagen voor de komst van de Heere Jezus. Misschien reageert u: “Op grond van het profetische Woord is dat niet meer te verwachten.” Waar zijn de christenen die, in Gods kracht, de satan laten sidderen door hun gebeden voor land en volk? Met de Heere Jezus zijn we toch meer dan overwinnaars, omdat Hij de Overwinnaar is!
Tot slot de laatste woorden van deze Psalm: ‘HEERE, God van de legermachten, breng ons terug; doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden’ (vers 20).
Dirk van Genderen
De geestelijke lauwheid in veel van onze kerken en gemeenten doet mij pijn. We hebben het zelf nauwelijks meer in de gaten. Een ontmoeting met een voorganger uit Nigeria herinnerde mij hieraan. Ik was zelf misschien ook wel een beetje in slaap gesukkeld, geestelijk dan.
We mogen dankbaar zijn voor wat er aan geestelijk leven nog is in ons land. Maar raakt het ons dat er zoveel lauwheid is en dat het overgrote deel van ons volk voor eeuwig verloren dreigt te gaan omdat ze de Heere Jezus niet kennen en niet in Hem geloven?
Die Afrikaanse voorganger was zo vol van de Heere Jezus, het straalde van hem af. Als hij weer terug zou zijn bij zijn gemeente, kon elke dag voor hem de laatste zijn. Zo groot is de haat van extremistische moslims tegen christenen. Maar hij zag ernaar uit om weer terug te gaan. Om zijn gemeente te ondersteunen, om samen met hen de Heere te dienen, te loven en te prijzen en zich uit te strekken naar de bekering van de terroristen.
Waar zijn de mensen?
Psalm 80 spreekt over de ellendige situatie waarin het volk Israël zich bevindt. De bede van Asaf, de dichter van de Psalm, wordt opgezonden tot God in de hemel: ‘HEERE, God van de legermachten, breng ons terug, doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden’ (vers 20).
Ook onze situatie is verre van rooskleurig. Wat is er zichtbaar van de Heere Jezus in ons leven, in onze gemeente? Waar zijn de mensen die zo vol zijn van Hem en van het heil dat Hij heeft verworven en ons uit genade schenkt, dat ze er niet over kunnen zwijgen?
Het huis van de Heere ligt in puin, zeg ik, met Haggaï 1:4 in gedachten. We rennen voor ons werk, onze carrière, ons huis, onze bankrekening, onze hobby’s, onze verslavingen misschien wel… Maar kennen we de oproep van Romeinen 12:1 om onze lichamen aan God te wijden, als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk?
Verlangen naar herleving
In Psalm 80:15 horen we de dichter roepen: ‘O God van de legermachten, keer toch terug, kijk uit de hemel neer en zie.’ En telkens in deze Psalm klinkt het: ‘Breng ons terug bij U.’
En ik bid mee: “Heere, bij ons is een beschaamd gelaat. In ons is er niets waarop we kunnen roemen. Er is zoveel onenigheid in onze kerken en gemeenten. Er worden leringen verkondigd die tegen Uw Woord ingaan. Onze bewogenheid met de wereld om ons heen is vaak zo gering. Er is zo weinig zichtbaar van U in ons leven. Israël, het Joodse volk, Uw volk, is bij velen uit het zicht verdwenen.
Heere, wij weten geen oplossing meer. Behoud ons in het leven, doe ons herleven. Doe het, Heere, schenk een herleving. Werk opnieuw, krachtig, door Uw Woord en door Uw Geest. Alstublieft, Heere, kom. We verootmoedigen ons voor U en belijden onze zonde, onze schuld. Heere, vergeef ons, was ons schoon door Uw bloed, o Heere Jezus.”
‘…dan zullen we Uw Naam aanroepen,’ lezen we verder in vers 19. En zeker, deze woorden worden in eerste instantie tegen Israël gesproken. Maar de Heere spreekt ze ook tot ons.
Het is mijn droom, mijn diepe verlangen, dat er opnieuw een geestelijke herleving komt in ons land, in deze laatste dagen voor de komst van de Heere Jezus. Misschien reageert u: “Op grond van het profetische Woord is dat niet meer te verwachten.” Waar zijn de christenen die, in Gods kracht, de satan laten sidderen door hun gebeden voor land en volk? Met de Heere Jezus zijn we toch meer dan overwinnaars, omdat Hij de Overwinnaar is!
Tot slot de laatste woorden van deze Psalm: ‘HEERE, God van de legermachten, breng ons terug; doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden’ (vers 20).
Dirk van Genderen