Dit geloven wij
Heel mooi, toch een gemiste kans!
Het is niet een nieuwe geloofsbelijdenis, maar een poging om het christelijk geloof in korte en bondige begrippen samen te vatten. In achttien heldere stellingen wordt het christelijk geloof onder woorden gebracht. Achter elke stelling volgt ook een ontkenning van wat het geloof niet is. 'Dit geloven wij' is een prachtig document… maar toch!
In het jaar 2000 kwam in de Verenigde Staten een evangelische verklaring uit onder de titel 'This We Believe' - Dit geloven wij. Honderden evangelische leiders betuigden hun steun aan de verklaring. Tegelijkertijd verscheen een boek van een tiental bekende christenen in Amerika, die elk voor zich een toelichting schreven op de geloofsverklaring.
Dit boek verscheen ook in het Nederlands bij Medema te Vaassen'. Een prachtig boekje.
In onze tijd, waarin het christelijk geloof op allerlei manieren wordt verfomfaaid tot een verzameling religieuze gevoelens, is een helder betoog van groot belang. En helder is het! Iedere bijbelgelovige zal er van harte 'amen' op kunnen zeggen en er zijn handtekening onder kunnen plaatsen. Velen, ook in Nederland, hebben dat gedaan. Ook de vertaalde toelichting op de achttien geloofsuitspraken zijn zeer de moeite waard om te lezen. Het is geloofsopbouwend en bemoedigend. Steeds weer zeg je: 'Ja, zo is het'. En toch is het een gemiste kans.
Israël ontkend
De naam van Gods verbondsvolk, Israël, wordt in de verklaring niet genoemd. Terwijl op de geboortedag van de 'Kerk' - het woord 'kerk' wordt in de Bijbel overigens niet genoemd - de Pinksterdag, het Leven wordt geschonken aan een groep Joden(!) in Jeruzalem. Die eerste 'Kerk' - liever had ik gezien dat men het woord 'Gemeente' had gebruikt in deze vertaalde verklaring - bestond uit allemaal Joden. De eerste zendelingen waren hoofdzakelijk Joden, die vanuit Jeruzalem, wereld ingingen om hun leven af te leggen, teneinde de volken te bereiken met de Boodschap van Jeshua Messiah. Dit te negeren is gênant.
De ‘tekenen’ ontkend
Ook de tekenen der tijden ontbreken geheel in het stuk. Er blijkt geen enkele toekomstverwachting uit. Die is er dan kennelijk ook niet. Dat is toch vreemd, zo niet alarmerend. Een kerk zonder verwachting, wat moet men zich daarbij voorstellen in het licht van de Bijbel? De Heiland Zelf leerde ons te bidden om de komst van het Koninkrijk. Hij leerde Zijn discipelen veertig dagen lang, na Zijn opstanding, over dat komende Koninkrijk. Noch de Schrift, noch de Joden, zien het koninkrijk als abstract begrip, maar iets waarin Israël als volk een hoofdrol speelt, Jeruzalem de stad is van de Grote Koning en de Messias heerst over Zijn volk en de volkeren. Het negeren van die grote toekomst door deze gelovigen, die bijbelgetrouw willen zijn(!), is zeer zorgelijk.
Wederkomst ontkend
Nergens in de verklaring 'Dit geloven wij' is ook maar één woord of zinsnede gewijd aan de
verwachting van de Wederkomst van Christus. Was er dan niemand in dit gezelschap die daaraan heeft gedacht? Of heeft men het bewust genegeerd? Of is de verwachting in het geheel uit de theologie en prediking verdwenen? De Heiland heeft heel wat meer gezegd over de Wederkomst en de dingen van het einde dan over b.v. doop en avondmaal. Hoe kan men dit dan zo nadrukkelijk negeren? De vraag dringt zich op: "Wat steekt hierachter'?
In de 'verklarende' artikelen van het boekje "Dit geloven wij' (Uitg. Medema) schrijft Timothy George op pagina 255 uitgesproken, zeventien(!) regels over de Wederkomst met één verwijzing naar de Schrift. Dat is het dan.
We kunnen niet anders dan constateren dat hier een grote kans is gemist. Tevens ook dat de verwachting als zodanig in het 'evangelische' gekleurde christendom kennelijk geen plaats heeft en daarom dan ook bewust wordt vermeden. Daarmee wordt de bijbelse boodschap meer en meer tot een abstractie, los van de werkelijkheid, de wereld en het wereldgebeuren, de volkeren en Israël. In dit licht is deze verklaring beperkt tot het hier-en-nu van de christen en mist een groot stuk rijkdom van de Schrift: de Wederkomst en de voltooiing van het heil. Een beschamend gemis.
Dr. A.A. van Ruler (Herv.) schreef in een toelichting op de Twaalf Artikelen, waarin wèl de wederkomst wordt vermeld: "Het Evangelie maakt ons niet tot gearriveerde mensen, die alles bezitten wat hun hartje begeert. Het doet ons integendeel uitzien naar de Wederkomst van de Here".
En dan verderop:
"De christelijke toekomstverwachting wordt niet geboren uit het gemis, maar uit het bezit. Niet uit de armoede, maar uit de rijkdom. Niet uit de leegte, maar uit de overvloed. Wij zijn geen armoedzaaiers, die hun wanhopige hoop op een betere toekomst hebben gezet. Wij staan in een rijkdom van genade en vreugde, waarover wij alleen maar roemen kunnen. Vanuit deze rijkdom zien wij uit naar steeds grotere rijkdom, naar het rijk van God, dat met de Wederkomst van Christus aanbreekt". (Uit: 'Ik geloof' - Dr. A.A. van Ruler - Uitg. Callenbach)
Moge die volle rijkdom bij ons allen, in kerken en kringen, doorbreken. Dan wordt de grote kracht van God openbaar onder ons in het volle heil der verlossing.
Feike ter Velde
Het is niet een nieuwe geloofsbelijdenis, maar een poging om het christelijk geloof in korte en bondige begrippen samen te vatten. In achttien heldere stellingen wordt het christelijk geloof onder woorden gebracht. Achter elke stelling volgt ook een ontkenning van wat het geloof niet is. 'Dit geloven wij' is een prachtig document… maar toch!
In het jaar 2000 kwam in de Verenigde Staten een evangelische verklaring uit onder de titel 'This We Believe' - Dit geloven wij. Honderden evangelische leiders betuigden hun steun aan de verklaring. Tegelijkertijd verscheen een boek van een tiental bekende christenen in Amerika, die elk voor zich een toelichting schreven op de geloofsverklaring.
Dit boek verscheen ook in het Nederlands bij Medema te Vaassen'. Een prachtig boekje.
In onze tijd, waarin het christelijk geloof op allerlei manieren wordt verfomfaaid tot een verzameling religieuze gevoelens, is een helder betoog van groot belang. En helder is het! Iedere bijbelgelovige zal er van harte 'amen' op kunnen zeggen en er zijn handtekening onder kunnen plaatsen. Velen, ook in Nederland, hebben dat gedaan. Ook de vertaalde toelichting op de achttien geloofsuitspraken zijn zeer de moeite waard om te lezen. Het is geloofsopbouwend en bemoedigend. Steeds weer zeg je: 'Ja, zo is het'. En toch is het een gemiste kans.
Israël ontkend
De naam van Gods verbondsvolk, Israël, wordt in de verklaring niet genoemd. Terwijl op de geboortedag van de 'Kerk' - het woord 'kerk' wordt in de Bijbel overigens niet genoemd - de Pinksterdag, het Leven wordt geschonken aan een groep Joden(!) in Jeruzalem. Die eerste 'Kerk' - liever had ik gezien dat men het woord 'Gemeente' had gebruikt in deze vertaalde verklaring - bestond uit allemaal Joden. De eerste zendelingen waren hoofdzakelijk Joden, die vanuit Jeruzalem, wereld ingingen om hun leven af te leggen, teneinde de volken te bereiken met de Boodschap van Jeshua Messiah. Dit te negeren is gênant.
De ‘tekenen’ ontkend
Ook de tekenen der tijden ontbreken geheel in het stuk. Er blijkt geen enkele toekomstverwachting uit. Die is er dan kennelijk ook niet. Dat is toch vreemd, zo niet alarmerend. Een kerk zonder verwachting, wat moet men zich daarbij voorstellen in het licht van de Bijbel? De Heiland Zelf leerde ons te bidden om de komst van het Koninkrijk. Hij leerde Zijn discipelen veertig dagen lang, na Zijn opstanding, over dat komende Koninkrijk. Noch de Schrift, noch de Joden, zien het koninkrijk als abstract begrip, maar iets waarin Israël als volk een hoofdrol speelt, Jeruzalem de stad is van de Grote Koning en de Messias heerst over Zijn volk en de volkeren. Het negeren van die grote toekomst door deze gelovigen, die bijbelgetrouw willen zijn(!), is zeer zorgelijk.
Wederkomst ontkend
Nergens in de verklaring 'Dit geloven wij' is ook maar één woord of zinsnede gewijd aan de
verwachting van de Wederkomst van Christus. Was er dan niemand in dit gezelschap die daaraan heeft gedacht? Of heeft men het bewust genegeerd? Of is de verwachting in het geheel uit de theologie en prediking verdwenen? De Heiland heeft heel wat meer gezegd over de Wederkomst en de dingen van het einde dan over b.v. doop en avondmaal. Hoe kan men dit dan zo nadrukkelijk negeren? De vraag dringt zich op: "Wat steekt hierachter'?
In de 'verklarende' artikelen van het boekje "Dit geloven wij' (Uitg. Medema) schrijft Timothy George op pagina 255 uitgesproken, zeventien(!) regels over de Wederkomst met één verwijzing naar de Schrift. Dat is het dan.
We kunnen niet anders dan constateren dat hier een grote kans is gemist. Tevens ook dat de verwachting als zodanig in het 'evangelische' gekleurde christendom kennelijk geen plaats heeft en daarom dan ook bewust wordt vermeden. Daarmee wordt de bijbelse boodschap meer en meer tot een abstractie, los van de werkelijkheid, de wereld en het wereldgebeuren, de volkeren en Israël. In dit licht is deze verklaring beperkt tot het hier-en-nu van de christen en mist een groot stuk rijkdom van de Schrift: de Wederkomst en de voltooiing van het heil. Een beschamend gemis.
Dr. A.A. van Ruler (Herv.) schreef in een toelichting op de Twaalf Artikelen, waarin wèl de wederkomst wordt vermeld: "Het Evangelie maakt ons niet tot gearriveerde mensen, die alles bezitten wat hun hartje begeert. Het doet ons integendeel uitzien naar de Wederkomst van de Here".
En dan verderop:
"De christelijke toekomstverwachting wordt niet geboren uit het gemis, maar uit het bezit. Niet uit de armoede, maar uit de rijkdom. Niet uit de leegte, maar uit de overvloed. Wij zijn geen armoedzaaiers, die hun wanhopige hoop op een betere toekomst hebben gezet. Wij staan in een rijkdom van genade en vreugde, waarover wij alleen maar roemen kunnen. Vanuit deze rijkdom zien wij uit naar steeds grotere rijkdom, naar het rijk van God, dat met de Wederkomst van Christus aanbreekt". (Uit: 'Ik geloof' - Dr. A.A. van Ruler - Uitg. Callenbach)
Moge die volle rijkdom bij ons allen, in kerken en kringen, doorbreken. Dan wordt de grote kracht van God openbaar onder ons in het volle heil der verlossing.
Feike ter Velde