Dirk Colenbrander: Wanneer dromen uitkomen...

Kimberly Jordan • 81 - 2005/06 • Uitgave: 13
Dirk Colenbrander

Wanneer dromen uitkomen...

Kapitein Dirk Colenbrander wilde al op de Logos II varen toen hij nog een kleine jongen was – nu brengt hij het schip naar zijn thuisland Nederland.


“Het begon toen ik acht jaar was. Ik vertelde mijn ouders dat ik zendeling en dekofficier wilde worden. Een tijdje later hoorde mijn vader over de OM-schepen. Hij heeft voor mij contact opgenomen met OM en het adres van de Logos gevraagd. Ik heb toen een brief geschreven aan alle officieren aan boord en vertelde ze dat ik op de Logos wilde varen. De derde stuurman, ook een Nederlander, heeft de tijd genomen om mij terug te schrijven en zei dat als ik hard werkte en studeerde, ik zeker op het schip zou worden aangenomen. Als kleine jongen beloofde ik God dat ik, als ik ouder was, naar de Logos zou gaan en zendeling en dekofficier zou worden.

Mijn interesse bleef en een paar jaar nadat de Logos op de rotsen gelopen was, kwam de Logos II naar Nederland. Mijn vader en ik maakten een afspraak om eindelijk mijn vriend de derde stuurman te ontmoeten op het schip. Helaas was toen net zijn vader overleden en was hij niet in de gelegenheid om mij te ontmoeten. Gelukkig heeft hij gearrangeerd dat de eerste stuurman, ook Nederlander, ons wilde ontvangen. Deze man liet ons het hele schip zien; van de brug tot aan de hutten en al het overige. Dat maakte me alleen maar enthousiaster om ooit deel uit te gaan maken van de bemanning. Hierna ben ik begonnen om geld op te halen voor de Logos II; hiervoor verkocht ik mijn speelgoed en zelfgemaakte tekeningen.

Op mijn 16de toen ik naar de zeevaartschool wilde gaan, vroegen mijn ouders: ‘Weet je zeker dat je dit wilt doen?’ Ik herinnerde hun toen aan mijn belofte aan God al die jaren geleden. Wederom kwam de Logos II in Amsterdam in droogdok voor reparaties en ik heb toen als vrijwilliger aan boord gewerkt. Tijdens mijn opleiding bracht ik veel tijd door met de eerste stuurman die mij de rondleiding had gegeven. Ik hoorde veel verhalen over de Logos en dit heeft geholpen om het vuur brandend te houden. Ik verwachtte dat ik na het afronden van mijn opleiding gelijk naar de Logos II zou gaan, maar mijn vriend raadde mij aan om eerst ervaring op te doen op commerciële schepen. Dus in plaats van wat ik dacht dat ik zou doen, gelijk naar de Logos II gaan, ben ik op commerciële schepen gaan werken.

Ik herinner me dat ik mijn zus eens verteld heb dat ik waarschijnlijk wel nooit zou trouwen. Ik zei tegen haar: ‘Wie wil er nou ooit trouwen met een zeevaarder en zendeling die nooit rijk zal worden?’ Ik wist het niet, maar vanaf dat moment is zij gaan bidden voor mij. Toen heb ik Hilde in onze kerk ontmoet en tussen de zeevaarten door zijn we tijd gaan doorbrengen met elkaar. Hilde was nog aan het studeren en we wisten dat het erg belangrijk zou zijn, dat zij haar opleiding zou afronden. Tegelijkertijd kreeg ik van mijn bedrijf de gelegenheid om een opleiding te doen voor een betere kwalificatie, maar dan moest ik wel een driejarig contract tekenen. Ik wist zeker dat als ik eerder zou vertrekken, voldoende geld zou hebben om alles terug te betalen, dus tekende ik het contract. We kregen dan wel geen briefje uit de hemel, maar alles viel op z’n plaats. We namen gewoon een beslissing. OM Nederland was erg behulpzaam. Ze gaven heel veel advies. Hoe dan ook, je moet op tijd beginnen als je naar één van de schepen wilt. Uiteindelijk hebben ook onze beide kerken geholpen. Ze waren enthousiast om jonge mensen te ondersteunen die de zending in gaan.

Dat geldt net zo goed ook voor anderen. Als je het gevoel hebt dat je moet gaan, zal het geld er zijn. God zal voorzien. Het bedrag dat we nodig hebben is groot, tenminste in het begin dachten we dat het een groot bedrag was, maar je zult zien hoe snel het gaat. Als je enthousiast bent, zullen andere mensen ook enthousiast worden. En je gewoon vragen. Sommige mensen durven niet te vragen, maar je moet gewoon uitleggen wat je gaat doen en waarom.

We zijn nu bijna twee jaar op het schip. Voordat we gingen vertelde de eerste stuurman, dat ik veel werk kon verwachten en dat er voor mij als dekofficier weinig gelegenheid zou zijn om deel te nemen aan de evangelisatieactiviteiten. Toch merk ik wel dat als je echt iets wilt doen, dan is er altijd wel de gelegenheid voor. Ik realiseerde me ook dat het schip een soort trainingsschool is voor de mensen aan boord. Ik heb veel geleerd en ben er door gevormd. Je traint andere mensen die met je werken op het schip en ook de mensen die je in andere landen ontmoet.

Voor mij is het werk in de gevangenissen het meest indrukwekkende werk. Die mensen hebben God zo hard nodig. Ze hebben geen hoop, omdat ze de rest van hun leven in de gevangenis zullen doorbrengen. Hen vertellen over Gods vergeving en liefde geeft ze hoop. Na twee jaar hier gewerkt te hebben, begin je beter te begrijpen wat er gebeurt. Ik kan me nu meer richten op ‘Wat zou ik beter kunnen doen?’, ‘ Hoe kan ik mezelf verbeteren?’ Ik kijk er naar uit om dingen anders te gaan doen, meer tijd te nemen voor evangelisatieactiviteiten en meer cursussen te doen die me helpen om mijn werk beter uit te voeren.”

Kimberly Jordan (USA)