‘Die sieben Worte’ van Joseph Haydn

Henk Heijkoop • 88 - 2012 • Uitgave: 7
Een muziekstuk ter ere van de Heiland

Het leven van Joseph Haydn (1732-1809) is wellicht in twee woorden samen te vatten: regelmaat en Godsbesef. Haydn’s besef van God, is typerend voor deze componist als wij bedenken, dat de tweede helft van de 18e eeuw gekenmerkt werd door toenemende vrijzinnigheid. Het was de periode van de Verlichting.

Haydn’s geloof was oprecht en eenvoudig. Hij schreef eens: “Als ik aan mijn God denk, dan huppelt mijn hart van vreugde en de tonen huppelen mee” (2 Samuël 6:14, SV). Naarmate hij ouder werd, groeide zijn devotie. De twee belangrijkste werken die hij schreef, de oratoria ‘Die Schöpfung’ en ‘Die Jahreszeiten’, geven daarvan het bewijs. Een jaar vóór zijn dood (1809) woonde hij voor het laatst een concert bij. Op het programma stond ‘Die Schöpfung’; na de laatste noot van het eerste deel werd de componist luid toegejuicht, waarop hij zijn hand opstak en zei: “Es kommt von dort” (‘Het komt van boven’).

Cádiz en Haydn
Tussen 1783 en 1786 ontving Haydn vanuit de Spaanse stad Cádiz het verzoek om voor een broederschap aldaar (‘Hermandad de la Santa Cueva’) een instrumentaal stuk bij de zeven kruiswoorden van Jezus te schrijven. Het resultaat was een compositie voor orkest, bestaande uit een inleiding, zeven langzame stukken en een slotdeel, terremoto (aardbeving) genaamd. De componist schrijft hierover zelf: “In de onderste kapel (‘Capilla de la Pasión’) waren de muren, ramen en pilaren met zwart doek afgedekt en slechts één in het midden hangende grote lamp verlichtte de duisternis. Omstreeks twaalf uur ’s middags werden alle deuren gesloten; nu begon de muziek.
Na een voorspel beklom de bisschop de kansel, sprak een van de zeven woorden uit en gaf daar een meditatie over. Zodra hij geëindigd was, daalde hij van de kansel af en viel knielend voor het altaar neer. Deze pauze werd met muziek gevuld. De bisschop besteeg en verliet voor de tweede, derde, enz. keer de kansel en iedere keer viel het orkest na de preek weer in. Met deze situatie moest mijn compositie rekening houden.” Het was een lange godsdienstoefening in Cádiz: ongeveer elf minuten per deel waren gereserveerd voor de Bijbeltekst mét meditatie, ongeveer tien minuten was beschikbaar voor elk muziekstuk. Inclusief voorspel en naspel duurde het geheel drie uur.

Inhoud van ‘Die sieben Worte’
Er zijn vier versies van het stuk bekend: 1) Voor orkest (1785-86), uitgegeven 1787; 2) Voor strijkkwartet (1787), uitgegeven 1787; 3) Voor piano of clavecymbel (1787), uitgegeven 1787; 4) Voor koor en orkest (voltooid 1796), uitgegeven 1801.
De vierde en laatste versie, voor koor en orkest, is op een curieuze wijze ontstaan. Het begon met een reis van Haydn naar Engeland om aldaar te dirigeren en zijn werken te promoten. Op de terugweg ontmoette hij in de Duitse stad Passau de plaatselijke componist/kapelmeester Joseph Friebert. Deze bezat een exemplaar van de oorspronkelijke versie voor orkest (de versie uit Cádiz) en had deze voorzien van een geestelijke tekst, deels ontleend aan een gedicht van Ramler, ‘Tod Jesu’, deels zelf samengesteld. Over dit werkstuk, dat Haydn in 1795 te zien kreeg, was de componist matig tevreden. Samen met zijn vriend Van Swieten (een Nederlander!) verbeterde hij het één en ander en zo ontstond de tekst bij ‘Die sieben Worte’.
De opbouw van deze vierde versie is als volgt:
• Instrumentale inleiding I;
• Eerste kruiswoord: Lucas 23:34 (Sonate 1);
• Tweede kruiswoord: Lucas 23:43 (Sonate 2);
• Derde kruiswoord: Johannes 19:27 (Sonate 3);
• Vierde kruiswoord: Matteüs 27:46; Marcus 15:34 (Sonate 4);
• Instrumentale inleiding II;
• Vijfde kruiswoord: Johannes 19:28 (Sonate 5);
• Zesde kruiswoord: Johannes 19:30 (Sonate 6);
• Zevende kruiswoord: Lucas 23:46 (Sonate 7);
Il terremoto (De aardbeving): Matteüs 27:51-52.

Alle sonates (de muzikale verwerking van de kruiswoorden) zijn langzaam. Drie van de zeven staan in mineur, een ongewoon fenomeen bij Haydn. Een onverwacht element in het geheel is het laatste deel, de terremoto: een zeer snel, zeer luid stuk, dat de aardbeving en opening van de graven ná het sterven van de Here uitbeeldt.

De zeven kruiswoorden
Elk kruiswoord wordt door het koor vierstemmig gezongen, waarna het daaropvolgende koorgedeelte de gevoelens van de gelovige enkeling én de Gemeente weergeeft. Het geheel doet denken aan de Passionen van Bach. Ook daar geven gelovigen door middel van aria, koren en koralen vrome commentaren op de Bijbelverzen. Deze commentaren zijn zeer waardevol, want geloof is niet alleen een dogmatische, maar ook een individuele of (in het geval van de Gemeente) collectieve aangelegenheid. Zo ook bij Haydn’s ‘Sieben Worte’.
Na het eerste kruiswoord zingt het koor over de Zoon van God, Die op Golgotha Zijn bloed stortte; voor de Romeinse soldaten die Hem kruisigden en ook voor ons. Hij is het Lam, Zijn dood delgt de zonden.
Op het tweede kruiswoord (de moordenaar aan het kruis) volgt een koorstuk over het paradijs, dat beloofd wordt aan allen die met oprecht berouw tot Hem komen. Hier wordt Jezus, evenals in 1 Timoteüs 2:5, Middelaar genoemd.
In het derde kruiswoord (Maria en Johannes bij het kruis) schrijft het koor Maria het moederschap over alle bekeerlingen en de toevlucht voor alle zondaars toe. Dit is niet Bijbels. Alleen Jezus biedt toegang tot God (Romeinen 5:1,2) en de Vader (Johannes 14:6).
Het vierde kruiswoord is schokkend: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” De muziek van Haydn en de bijbehorende tekst zijn eveneens schokkend: “Onzes weegs leed Hij spot, verlatenheid, angst en pijn” (zie Jesaja 53:5). Wij kunnen Hem niet genoeg danken om Zijn liefde, die ons verlost heeft. Wie zou Hem niet liefhebben, wie zou Hem, door te zondigen, willen bedroeven? Wie? Wie kan Hem de eer ontzeggen? En… niets scheidt ons van Hem tot in eeuwigheid (Romeinen 8:35,39).
Het vijfde kruiswoord (‘Mij dorst’) heeft een merkwaardige tekst. De gelovige meent dat de Here na zoveel lijden recht heeft op ontferming van de mensen. Helaas niet, zij geven Hem, de geteisterde, wijn met gal gemengd te drinken. Kan de mens cynischer zijn?
Het zesde kruiswoord (‘Het is volbracht’) is voor de tekstdichter aanleiding om de mensen op te roepen tot bekering. Hij heeft op het hout alles ten goede doen keren. Daarom mag de mens daar niet aan voorbijgaan en niet blijven volharden in zijn zondigheid.
Men kan de reactie van het koor op het zevende kruiswoord (‘Vader, in Uw handen beveel ik Mijn geest’) welhaast als een samenvatting van het voorgaande zien. Ook hier worden het zaligmakende bloed en de liefde van de Heiland genoemd. Ten slotte zegt de dichter:
‘Aan Uw voeten liggen wij, o Jezus, diep geroerd.
Neem ons hart als offer aan!
In uw handen, o Heer, beveel ik mijn geest,
mijn geest, mijn geest, mijn geest.’

(hier wordt de muziek steeds zachter)
Ten slotte het laatste deel, een terremoto, van totaal andere stemming, ingegeven door de heersende smaak van die tijd, in flagrante tegenstelling met het slot van bijvoorbeeld Bachs ‘Mättheus Passion’, dat de rust van het graf ná het kruislijden bezingt. Hier, bij Haydn, ontmoeten we de heftige reactie van de schepping op de dood van Jezus Christus: de aarde die beefde; graven die geopend worden; rotsen die scheurden, met als slot de woorden: “De aarde, die u (opgewekte heiligen) bedekt(e) is geheel met bloed bevlekt.”
Dit onvermoede einde van een diep ernstige, sterk doorvoelde compositie geeft te denken: hoe diep hebben wij, mensen, ten opzichte van God en Zijn profeten gezondigd (Matteüs 23:30,35, maar niet alleen de Farizeeën) en hoe oneindig groot was Gods genade, tot uitdrukking komend in Jezus’ lijden voor ons?
Haydn’s ‘Die sieben Worte’ geven voldoende stof om over die genade en over Christus’ dood na te denken.

Henk Heijkoop