Demas kreeg de wereld lief…

Dirk van Genderen • 92 - 2016 • Uitgave: 3
Onder christenen kom je nogal eens tegen dat iemand ferme standpunten inneemt, die heel Bijbels klinken, terwijl het leven van de bewuste persoon er totaal niet mee spoort. Deel 4: Demas.

Demas kreeg de wereld lief…

‘Demas heeft mij verlaten omdat hij de tegenwoordige wereld heeft liefgekregen’ (2 Timoteüs 4:10). Demas was een medewerker van Paulus, zoals blijkt uit Kolossenzen 4:14 en Filemon :24.

Je werd niet zomaar een medewerker van Paulus. Misschien was hij wel door de Heilige Geest aangewezen om mee te gaan met Paulus, zoals we over meer medewerkers van hem lezen. En toch zag Demas het op een zeker moment niet meer zitten om nog langer bij Paulus te blijven. Als reden wordt zijn liefde voor de tegenwoordige wereld genoemd.
Wat zou er met Demas gebeurd zijn? Verscheidene jaren heeft hij met Paulus in de bediening gestaan. Hij mocht Paulus bijstaan toen hij in de gevangenis zat, hij steunde hem op zijn zendingsreizen en zal ook zelf het Evangelie hebben doorgegeven. Hij zal ook gemeenten hebben opgebouwd.
Maar langzaam zal de liefde voor de Heere Jezus zijn weggeëbd uit zijn leven. Hij zag dat Paulus in de gevangenis zat. Hij zal gebeden hebben om zijn vrijlating. Hij heeft zich wellicht machteloos gevoeld. ‘Heere, waarom gebeurt dit, waarom deze tegenslag?’
Zo op het oog was hij trouw, bleef hij actief voor het Evangelie. Maar innerlijk gebeurde er iets in zijn leven. Hij was niet meer voor 100 procent gericht op de Heere Jezus. Zijn gedachten dwaalden af naar de dingen van de wereld.

In beslag genomen
Misschien is dat wel herkenbaar voor u. Er was een tijd dat u vol was van de Heere Jezus. ‘De eerste liefde’, zoals erover wordt gesproken in de brief aan de gemeente van Efeze in Openbaring 2. Maar geleidelijk werd die liefde minder, doofde het vuur.
U raakte weer geïnteresseerd in de dingen van de wereld. De muziek misschien, de films, de sport, het materialisme, de handel, geldzaken… Op zich misschien niet eens verkeerde of zondige dingen, maar u wordt er zo door in beslag genomen dat uw geestelijke leven met de Heere Jezus in de knel komt.
Misschien had u het eerst niet eens in de gaten. Het ging ook zo geleidelijk. Je sloeg de samenkomst eens een keer over, de bidstond, de Bijbelstudie. En was het vroeger een vreugde om in de Bijbel te lezen, het begon je nu steeds minder te zeggen. En bidden… ook dat werd minder.
Je weet allerlei excuses te bedenken. ‘Het is zo druk, ik heb mijn rust nodig en er zijn toch ook anderen die weleens een samenkomst, een bidstond of een Bijbelstudie overslaan. Over een poosje ga ik weer, maar nu is het me teveel en eerlijk gezegd zegt het me ook niet zoveel.’

Teleurgesteld
Demas zal teleurgesteld geweest zijn in de situatie waarin hij zich bevond. De gedachte kwam in zijn hart op om te stoppen met het Evangeliewerk. Zijn vreugde was weg. Zijn eerste liefde was verdwenen.
Liefde die hij wel voelde voor de dingen van de wereld. Hij zal het lastig hebben gevonden om het aan Paulus te vertellen. “Paulus, ik heb het wel gezien hier. Het geeft mij geen echte vreugde meer. En nu jij in de gevangenis zit, is de situatie uitzichtloos. Ik wil nog wat maken van mijn leven, ik wil weer plezier beleven in wat ik doe. Ik ga terug naar… Het ga je goed.”
In wat Paulus hierover schrijft, proef je de pijn. ‘Demas heeft mij verlaten omdat hij de tegenwoordige wereld heeft liefgekregen.’ Letterlijk staat er: de tegenwoordige eeuw. Verder lees je niets meer over Demas. Is hij een gelovige gebleven, we weten het niet?

Kom in actie
De boodschap in deze woorden over Demas is helder: ‘Blijf gericht op de Heere Jezus, wandel met Hem, in Zijn nabijheid, wees toegewijd aan Hem. Heb Hem lief, boven alles, meer dan de wereld. Laat de Heere je hart doorzoeken en als je ontdekt – of al wel weet – dat je liefde voor de wereld groter begint te worden dan de liefde voor de Heere Jezus, kom dan in actie. Wees radicaal. Bekeer je.’

Ter afsluiting twee verzen uit 1 Johannes 2.
‘Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is’ (vers 15a).
‘En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid’ (vers 17).

Dirk van Genderen