De zoekende liefde van God

Feike ter Velde • 88 - 2012 • Uitgave: 4
Hortance Diderich is vrouw van haar man, moeder van twee dochters en bijna oma. En daar kijkt ze erg naar uit als naar weer een nieuwe levensfase. Ze werd geboren in Rhenen in een Rooms-katholiek gezin, maar is opgegroeid in Nijkerk. Ze is daar ook op een Rooms-katholieke school geweest. Het geloof betekende al heel jong erg weinig voor haar, zoals ze zich herinnert. Toch gaat ze later op zoek naar de betekenis van het christelijke geloof voor haarzelf en heeft dan een concrete ontmoeting met Christus.

Niet in haar eigen kerk, maar daarbuiten vindt Hortance de Here Jezus als haar Redder en Heiland. Dat is toch wat zo vaak gebeurt! Waarom lijkt het niet door te dringen in de historische kerken en tot geestelijke leiders in die kerken, dat de essentie van het geloof, namelijk Jezus Christus zelf en de kracht van de Heilige Geest daar meestal niet wordt gevonden. Wanneer zal het komen tot een gezond zelfonderzoek in de historische kerken waarom mensen geestelijk lijken te slapen in de sleur van de traditie?
Veel getuigenissen komen erop neer, dat mensen de historische kerk verlaten om in meer evangelische groepen op nieuwe wijze hun geloof te beleven. Als we enig historisch besef hebben en we zien de prachtige kathedralen in ons land die leeg staan en steeds vaker moeten worden afgebroken, dan moet ons dat allemaal toch diep spijten? Hortance Diderich heeft dezelfde ervaring: ze vond het niet in haar eigen kerk en haar kerkelijke achtergrond, maar de Here Jezus liet Zich gelukkig wel door haar vinden in een evangelische gemeente. Gods genade is gelukkig nog steeds dezelfde. Hortance vertelt:

Gewoon oppervlakkig
“Ik was erg oppervlakkig in mijn jeugdjaren. We hoefden ook niet echt naar de kerk, we mochten naar de kerk. Mijn moeder was oorspronkelijk van Hervormde huize, maar werd Rooms-katholiek om mijn vader. We gingen niet elke zondag naar de kerk, maar als onze ouders gingen dan gingen wij ook. In mijn middelbare schooltijd werd ik wel wat serieuzer. Ik ging toen ook wel alleen naar de kerk, op zaterdagavond. Achteraf zeg ik dat God altijd een rol in mijn leven heeft gespeeld. Ik heb op zevenjarige leeftijd aan de eerste communie – zeg maar: het avondmaal – meegedaan. Het was toen echt feest, dat weet ik nog wel. Vrijdagmiddag op school hadden we catechisatie-les. Twaalf jaar was ik toen ik het heilig vormsel ontving, dat is een beeld van het ontvangen van de Heilige Geest. Dat gebeurde ook in de zondagse kerkdienst, maar ik kan me ook daar niet veel van herinneren.
Ik kreeg en vriendje toen ik zestien was. Hij, Klaas, is mijn man geworden. Hij was van huis uit lid van de Hervormde kerk. Ik wilde absoluut in de kerk trouwen, maar ja, in welke? De Hervormde kerk of de RK-kerk. We dachten eerst aan een oecumenische dienst, de dominee en de pastoor. Maar het werd toch de Katholieke kerk. We hadden afgesproken dat later onze kinderen katholiek zouden worden opgevoed. Mijn man haakte helemaal af van zijn kerk. De kinderen gingen naar een katholieke school. Ik heb nooit iets van dwang vanuit de kerk gevoeld. Veel mensen hebben een aversie tegen de Katholieke kerk vanwege de dwang die werd uitgeoefend, maar daar had ik geen last van.
Mijn man en ik hebben nooit hoeven strijden over ons geloof. We gingen met de feestdagen naar de kerk, we baden voor het eten en dat was het dan. De kinderen zeiden toen ze klein waren om de beurt: “Here zegen deze spijze, amen.” In de katholieke traditie bidt men voor het eten het “Onze Vader”, maar mijn moeder had mij dit geleerd. In mijn huwelijk leefden we gewoon oppervlakkig. We hadden het verder nergens over en ik vond het wel best zo. Ik ging nooit meer regelmatig naar de kerk, eerst nog wel, maar later werd dat steeds minder.

Bokken en schapen
We waren twintig jaar getrouwd en de kinderen haakten langzamerhand ook af van het geloof. Rond kerst 2004 kwam er discussie, omdat de kinderen niet meer wilden. Ik besloot voor mezelf serieuzer te worden en weer naar de kerk te gaan. Ik wilde weten of het geloof mij eigenlijk nog wat te zeggen had. Ik leefde zonder God en voelde daar helemaal geen gemis aan. Ik wilde weten hoe het met me zat en dan daarna de knoop doorhakken. Maar ik ging er leeg heen en kwam leeg weer thuis. De koffie thuis stond wel klaar. Een enkele keer probeerde ik wel eens wat te vertellen, maar dan kwam er natuurlijk niets terug. Na een week of zes dacht ik: nou dit is ook niks. Een collega ging naar een evangelische gemeente en ik praatte met haar over mijn zoektocht. Ik vroeg haar of ik mee mocht naar haar kerk, naar die gemeente. Het was een dienst op Goede Vrijdag. Ik heb toen dingen gezien en gehoord die ik niet kende.
In het weekend wilde ik weer naar de kerk, maar in de krant stond dat er in de evangelische gemeente een musical werd opgevoerd: een Paasmusical, op zaterdag voor de Pasen. We zaten vooraan, mijn dochter en ik. Ik zag ook mijn schoonheidsspecialiste daar en was daar erg verbaasd over. In haar salon, die week, had ik een gesprek met haar. Zij zei dat ik zondag met haar mee kon naar de Gemeente. Maar ik hield eerst nog wel even de boot af. Ik ben toch meegegaan die zondagmorgen. Die preek van toen ging over het oordeel van God en over de bokken en de schapen. Ik wilde toen een keuze maken, ik wilde bij de schapen horen. Ik wilde niet worden afgewezen in het oordeel. Ik heb toen innerlijk die keus gemaakt. Ik vertelde die maandag aan mijn collega: “Ik heb het licht gezien!” Ze vroeg tijdens dat gesprek of ze voor me mocht bidden en heeft me tot de Here Jezus geleid. Ik heb toen ook mijn zonden beleden. Ik voelde me heel anders, lichter ook, blij. Ik wist: ik wandel nu met Jezus, elke dag!
Ik ben toen in de plaatselijke evangelische gemeente gekomen en daar ruim een jaar later gedoopt. Dat was echt geweldig! Mensen vroegen: “Je was toch al gedoopt?” En dan zeg ik: “Nu heb ik mezelf aan de Heer gegeven; vroeger hebben mijn ouders daarvoor gekozen; nu ik zelf.”

Een openbaring
Ik mag elke dag concreet ervaren dat God bij mij is en dat ik alles aan Hem kan voorleggen en overgeven. Hij lost zo vaak mijn problemen op. Daar sta ik soms versteld van. Ik word daardoor ook in mijn geloof versterkt. Ook met mijn baan heeft God mij geholpen. Wat ik Hem vroeg heeft Hij mij gegeven.
Mijn leven is totaal anders geworden. Ik ben vorig jaar voor het eerst in Israël geweest. Financieel had ik het nog niet helemaal rond, maar mijn moeder wilde ook naar Israël. Ze zei dat ik me over het geld geen zorgen hoefde te maken. We besloten samen te gaan in een reis met ongeveer dertig mensen. Ik heb ervan genoten. Eerst was ik bang dat ik te veel met mijn moeder bezig zou zijn, maar dat is gelukkig niet gebeurd. Zij heeft op haar manier genoten, paste zich makkelijk aan en alles liep voortreffelijk. In het land van de Here gaat toch de Bijbel verder voor je open. De mooiste plek vond ik wel boven op de Olijfberg. Je kijkt over heel Jeruzalem uit; de hele stad ligt aan je voeten.
Ik lees nu ook Het Zoeklicht. Dat is wel een openbaring voor me geworden. Actuele dingen in de wereld in het licht van de Bijbel gaan voor je leven. Ik houd ook erg van Bijbelstudie, hoewel horen voor mij makkelijker is dan zelf lezen. Als je niet bij de Bijbel bent opgegroeid, is het niet zo makkelijk. Ik moet meer moeite doen om het me eigen te maken. Maar het lukt wel en Het Zoeklicht helpt me daar wel bij!

Feike ter Velde