De zieke natie

Feike ter Velde • 77 - 2001/02 • Uitgave: 25
Eén van de grootste struikelblokken voor onze regering is het probleem van het grote aantal mensen in de WAO - bijna een miljoen. Dat kost handen vol geld en allerlei deskundigen proberen om dit aantal naar beneden te krijgen, echter zonder resultaat. Premier Ruud Lubbers zei destijds al: Nederland is ziek en moet herstellen. Er moet weer gewerkt worden in dit land. Wat hèbben we toch?

Er verschijnen allerlei boeken van psychologen en andere deskundigen over het fenomeen van de werkende vrouw, de kinderopvang, de rol van de man in het moderne gezin, de vrijetijdsbesteding, de stress, de opvoeding en haar moderne perikelen en ga zo maar door. Wat hebben we een deskundigheid en wat hebben we een boeken tot onze beschikking over deze en andere onderwerpen.

Op de radio hoorde ik een reportage over een modern gezin. Iedere morgen staat men om zes uur op. De twee kinderen moeten zo vlug mogelijk worden gewekt en aangekleed, zodat er tenminste een kwartier de tijd is voor het ontbijt. Dan snel in de auto van vader, die ze om twintig over zeven aflevert bij de crèche. De eerste dienstdoende oppasser van die dag heeft zojuist de deur open gemaakt en het licht aangedaan. De twee kinderen worden in een kort ceremonieel afgeleverd met een aantal instructies. Het jongste kind is wat hangerig, misschien moe, wil niet eten, dus graag wat extra op letten.

Een snelle kus van pa voor beiden en weg is hij. In de auto vertelt hij aan de interviewer dat dit vijf dagen in de week aldus geschiedt. Tijdens het korte ontbijt had hij nog even de tijd genomen om de krant te lezen en het financiële nieuws te overzien op de speciale pagina, zodat hij voorbereid op kantoor zou komen. Zijn vrouw zal de kinderen na haar werktijd ophalen, zeker vóór half zeven. Dan heeft zij meestal het eten klaar, dat rond zeven uur 's avonds met de kinderen genuttigd wordt. Lukt het haar niet om de kinderen op tijd op te halen - ze heeft vaak uitlopende vergaderingen tot na zes uur - dan krijgt hij meestal een sms-berichtje of een mobiel telefoontje en dan kan hij die taak alsnog voor zijn rekening nemen. Als de kinderen naar bed zijn, zeker vóór half acht, is er even tijd voor elkaar. Dan moet er natuurlijk geen werk meegenomen worden, wat wel regelmatig gebeurt, want dan gaat pa nog even naar zijn werkkamer thuis. Na tien uur samen nog wat televisie kijken en dan rond elf uur gaat het licht uit en is de dag om. Een reportage van zomaar een dag van zomaar een echtpaar met twee kinderen.

OPGEBRAND
In onze cultuur is een betrekkelijk nieuw woord ontstaan, dat een bepaalde ernstige vorm van overspanning moet aangeven: 'burnout', opgebrand. Er zijn veel mensen, al vanaf 35 jaar, die zijn opgebrand, afgemat, dodelijk vermoeid. Het is als zodanig geen ziekte, maar een toestand waarin iemand verkeert. Hij of zij is dan wel erg ontvankelijk geworden voor allerlei - chronische - kwalen, zoals hoge bloeddruk, maagzweren, rugpijn, migraine, of nog ernstiger ziekten.

Een 'burnout' bouwt langzaam op, maar openbaart zich plotseling in alle hevigheid, soms van het ene moment op het andere. Mensen in deze toestand worden gaandeweg moeilijker in de omgang met anderen. Ze zijn overmatig gehaast, ze raken snel geïrriteerd en worden onredelijk of ongenaakbaar en onhandelbaar. Soms zijn ze ook snel in tranen of geraken om niets in een uitval van onredelijke woede. Het concentratievermogen verslechtert en het geheugen laat het steeds vaker afweten. Het huwelijksleven verkommert en de seksuele genietingen verdwijnen. In het slechtste geval geraakt men in een heuse depressie, verliest men de eetlust - of: het tegenovergestelde, men gaat overmatig eten, de hele dag door - men slaapt slecht, men denkt negatief over zichzelf en over anderen, er komt een algemeen gevoel van droefheid, neerslachtigheid en hopeloosheid. Het kan een jaar of langer duren voordat men ervan herstelt, als dat al helemaal het geval is.

DE MODERNE ZIEKTE
We zullen hier niet uitgebreid speculeren over de twee kinderen van het eerder omschreven echtpaar. Gevreesd moet worden dat in veel vergelijkbare gevallen kinderen opgroeien met een chronisch tekort aan liefde en aandacht. Beide ouders hebben hun carrière in een zware baan met acht tot twaalf uur werken per dag, soms meer dan zestig uur per week. Ze verdienen heel goed. In het weekend zijn ze ook nog bezig met het goed beleggen van hun geld en gevreesd moet worden dat steeds meer wordt ingeleverd aan tijd en aandacht voor de kinderen. Niet weinigen van deze kinderen groeien eenzaam op in het eigen gezin. Niet zelden groeit in het kind de overtuiging dat hij of zij voor pappa en mamma teveel is. In de vroege kinderjaren eiste het kind wel aandacht voor zichzelf op, wat weer tot - vermeend - lastig gedrag aanleiding gaf. Het opgroeiende kind heeft het leren accepteren: ze hebben geen tijd, ze zijn er niet en als ze er al zijn, zijn ze er niet voor mij, weet het kind al jong. Emotionele scheefgroei en allerlei afwijkend gedrag dat daarmee samenhangt kunnen heel makkelijk in deze situatie ontstaan.

Ouders in de Verenigde Staten kunnen veel verhalen vertellen over het gedrag van hun tieners. Toen twee tieners in de bibliotheek van een middelbare school hun leeftijdgenootjes met vuurwapens neerschoten kwamen er heel wat verhalen los. Ouders met grote schuldgevoelens jegens hun kinderen vertelden hun verhaal op de televisie. Hun kinderen vertoonden al jong geweldsgedrag, depressies, overmatig alcoholgebruik, verlatingsangst, seksuele uitspattingen en homoseksualiteit, concentratie- en leerstoringen op school. Allemaal dingen die in verhalen van ouders, opvoeders en psychologen steeds weer naar voren komen. Onze samenleving is ziek en de ernst van de ziekte neemt jaar op jaar toe.

CHRISTENEN
Deze moderne ziekte gaat ook aan de christelijke gemeente niet voorbij. Allerlei symptomen in onderlinge relaties in het huwelijk, in het gezin en in de kerk hebben hun wortels in de vroege jeugd. Aangezien onze jonge gezinnen - in het algemeen gesproken - steeds meer de trekken gaan vertonen van een leven zoals bij het jonge echtpaar hierboven omschreven, moet worden gevreesd dat de situatie in huwelijk, gezin en kerk steeds meer problemen gaat opleveren. De moderne mens leert niet meer het leven te delen met anderen, maar eist alleen voor zichzelf. Nu al hoofdoorzaak van de meeste echtscheidingen, familieruzies en scheuringen in de gemeente. Kan hier nog uitkomst worden geboden in een gezond pastoraat? Die vraag is vooral nijpend, omdat het kenmerk van deze tijd steeds meer wordt: we laten ons niets gezeggen, we zijn ons zelf tot norm en wet. Gezag vanuit kerkelijk leiderschap is een antiek gegeven en niet meer van deze tijd. Voorganger en oudste zijn in de gemeente is in dit licht allang geen begerenswaardige taak meer.

ZIELZORG
De vraag naar zielzorg - naar geestelijke hulpverlening - is groot. De brokken in mensenlevens, in huwelijken en gezinnen, lijken meestal onoplosbaar. Het aantal mensen in psychische nood groeit gestaag. In de christelijke gemeente zal er daarom meer aandacht moeten komen voor de basisprincipes van de Bijbel, om mensen te leren hoe problemen kunnen worden voorkomen en als ze er al zijn hoe ze op te lossen. Deze basisprincipes in de Schrift zijn heel praktisch en niet moeilijk toe te passen. Ze gelden ook voor de pastorale werker.

Veel pastorale hulpverlening ligt helaas veel meer op het vlak van de moderne psychologie dan van de Bijbel. Zo vaak kan men het advies horen dat men in kerk of gemeente heeft gekregen om een psycholoog te raadplegen bij het zoeken naar antwoorden op psychische problemen en spanningen. De goede psycholoog kan wellicht inzicht geven in de structuur van de persoonlijkheid en in de punten, waarop dingen vast kunnen lopen. Maar de echte oplossingen kunnen enkel en alleen gevonden worden in de basisprincipes van de Schrift en met de hulp van de Heilige Geest. Die principes bestrijken gebieden als zelfbeheersing, vergeving, gehoorzaamheid, overgave, liefhebben enz. Het Woord van God onderwijst ons daarin en het gebed en de gemeenschap der heiligen - de Gemeente - zijn de instrumenten, waar de Geest zich van wil bedienen om een mens in nood hulp te bieden.

Het Woord van God moet altijd weer de enige bron zijn. De moderne psycholoog, die 'freudiaans' is opgeleid aan één van onze universiteiten, zal zich hiertegen echter krachtig willen verzetten, al zit hij elke zondag in de kerkdienst. Pastorale hulp, zonder de principes van Gods Woord ontbeert de krachtige werking van de Heilige Geest, die niet gemist kan worden in de heelmaking van de gebroken, verwonde en gekwetste ziel. Want de overspannen en overwerkte mens in onze zieke natie behoeft èchte hulp om te genezen en honderd procent te kunnen functioneren in huwelijk, gezin en kerk, als mens Gods.

Feike ter Velde