De zeventig jaarweken

Henk Schouten • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 9
In het boek Daniël lezen we een opmerkelijke profetie, 'de openbaring aangaande de zeventig weken' (Daniël 9). We hebben hier te maken met een duidelijk 'vastgestelde tijdsperiode', waarvan het begin betrekkelijk eenvoudig is vast te stellen. Een week bestaat uit 7 eenheden. We spreken meestal van zeven dagen. Maar je kunt ook voor een andere eenheid kiezen, zoals de Here God hier gedaan heeft. De eenheid is nu niet een dag maar een jaar, we spreken ook wel van jaarweken. We krijgen dus een periode van 7 maal 70 jaarweken is 490 jaar.

Deze jaarweken kunnen we ergens op de lijn van de geschiedenis plaatsen, maar waar? Ze kunnen bij de jaartallen in onze geschiedenis boeken worden opgenomen, maar bij welke? Een boeiend bijbelgedeelte.

BEDOELING
Waarom spreekt de Here God bij monde van Daniël over deze periode en vooral: wat is Gods doel met deze tijd? We lezen dat vanaf Daniël 9:24 'Zeventig wekén zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen en om eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen en iets allerheiligst te zalven'.

Het woordje 'om' valt op. Dit woordje geeft het doel aan waartoe die periode van 70 jaarweken is vastgesteld en belangrijk is. In die periode van 490 jaar zal de Here God op fundamentele wijze dingen aanpakken. Wat daarbij ook opvalt, is de volkomenheid van die aanpak. De dingen die God in die periode van 490 jaar doen wil, blijven niet half af liggen, zoals bij onze inspanningen nog wel eens gebeurt. De Here God voltooit Zijn werk, Hij maakt de dingen af. We zien bijvoorbeeld, en hoe heerlijk is dat, dat overtreding en zonde tot een eind gebracht zullen worden het wordt afgesloten, verzoent Daarnaast zien we hoe 'eeuwige gerechtigheid' gebracht wordt. Zijn dat geen heerlijke dingen? Vandaag nog leven we in een tijd waarin zonde en ongerechtigheid levens van mensen kapot maakt. Vandaag zien we hoe veel ongerechtigheid nog altijd over de wereld gaat en ook dat er nog maar weinig en schijnbaar steeds minder gerechtigheid gevonden wordt. De Here God zegt toe dat te veranderen en wel in die periode van 490 jaar. We mogen uitzien naar de vervulling van dat woord. Is dat iets voor ons?

DANIEL PROFETEERT VAN JEZUS
Daniël was een balling, als jonge knaap was hij met anderen in ballingschap naar Babel gebracht. De Here God profeteert over die situatie en wat er gebeuren gaat met het volk van Daniël. Het gaat dus niet om de kerk of om de wereldmachten maar om Gods volk, om Israël. Daniël profeteert over de ondergang van Babel. Het was Cyrus of Kores, zoals we hem uit de Bijbel kennen, die als nieuwe machthebber het Perzisch-Medische rijk begon te reorganiseren, dat was het nieuwe rijk dat na Babel superieur werd. Hij verdeelde het rijk in provincies met een eigen gouverneur (satraap genaamd). De verschillende volken werden aangemoedigd hun eigen cultuur en religie te bewaren en het is in dat kader dat de Joden terug mochten keren naar Jeruzalem en de tempel mochten herbouwen. Deze dingen krijgen onder de profeten Ezra en Nehemia gestalte. Na een periode van 7 en 62 jaarweken (Daiéi 9:25) zal een gezalfde worden uitgeroeid. We zijn inmiddels zo'n 483 jaar (69 x 7 jaarweken) verder en bevinden ons aan het begin van onze jaartelling. Het is niet moeilijk om in de beschrijving van vers 26 de Here Jezus te herkennen. Hij is de Messias Gods, dat betekent de Gezalfde Gods. Messias = Christus = Gezalfde). We weten ook wat voor theaterstuk opgevoerd werd en hoe een doorgestoken kaart alles rond Zijn proces was. Er was niets tegen Hem, toch werd Hij uitgeroeid, gekruisigd. Is het niet adembenemend te beseffen: dit alles werd door Daniël geprofeteerd, terwijl hij vele honderden jaren eerder had geleefd. Ja, Gods Woord is vast en zeker.

Wanneer we nog weer terug denken aan het doel dat God had met de 70 jaarweken, dan stellen we met diepe dankbaarheid ook vast dat veel van de dingen die gebeuren moesten in die 490 jaar inderdaad gebeurd zijn. Wij weten nu dat Jezus de zondemacht heeft afgesloten en dat Hij de ongerechtigheid heeft verzoend en dat Hij het is die eeuwige gerechtigheid heeft gebracht.

DE KLOK STAAT STIL
Halverwege vers 26 lezen we van verwoesting van stad en heiligdom. Een paar jaar geleden mocht ik in Rome staan. Ik stond recht onder de Titusboog en zag daarop afgebeeld de vervulling van dit woord van Daniël. Soldaten droegen de kandelaar, genomen uit de tempel van Jeruzalem, Rome binnen. De Titusboog is tot op deze dag een historisch monument, waarop de vervulling van de profetie van Daniël voor de ogen van alle wereldburgers staat gebeiteld. Na de uitroeiing van de Gezalfde, werd stad en heiligdom te gronde gericht. En daarmee eindigde voorlopig ook de aftelling van de 70 jaarweken. God zette de klok stil, waarom?

Omdat de Here God bepaalde dingen verborgen had gehouden, worden een aantal zaken hier wat onduidelijker, toch kunnen we inzicht krijgen. We moeten dan aankloppen bij de apostel Paulus. Hij schrijft ons in Efeze, dat aan hem, Paulus, een 'geheimenis' geopenbaard is. Namelijk (Efeze 3:6) 'dat de heidenen medeërfgenamen zijn, medeleden en medegenoten van de beloften in Christus Jezus'. Wat zijn nu die beloften in Christus? Dat zijn de dingen waar, onder andere, Daniël van profeteerde: de afsluiting van de zonde, de verzoening van ongerechtigheid en het brengen van eeuwige gerechtigheid. Dat was ten tijde van vroegere geslachten, dus ook voor Daniël, niet bekend (Efeze 3:5). Dat er een kloof in de geschiedenis van Gods handelen met Israël ligt wordt wel heel helder geformuleerd door Paulus, wanneer Hij aan de Romeinen schrijft: 'Want broeders, opdat gij niet eigenwijs zoudt zijn, wil ik u niet onkundig laten van dit geheimenis: een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat, en aldus zal gans Israël behouden worden (Romeinen 11:25,26).

Wanneer de gemeente zal zijn thuisgehaald, zal God Zijn plan met Israël doorzetten, dan zal het aftellen van de 70 jaarweken vervolgd en voltooid worden.

In die tijd zal een verbond gesloten worden, dat gekenmerkt wordt als een 'zwaar verbond' (vers 27). We moeten hier wellicht denken aan de antichrist, de politiek leider, die vanuit het herstelde Romeinse rijk naar voren geschoven wordt en Israël een schijnvrede aanbiedt. Bevinden we ons langzaam aan niet midden in het voorspel van deze dingen? Op de helft van deze jaarweek komt het tot een ongekend conflict. Hier zien we parallellen naar Openbaring 13, waar de antichrist 42 maanden lang, (dat is drie en een half jaar, een halve jaarweek!) met een grote mond God lastert. Aan het einde van die tijd, de 70 jaarweken, komt de Here Jezus en met Hem Zijn Gemeente van de hemel, zij zullen zich zetten op tronen (Openbaring 19 en 20). De draak, de oude slang, dat is de duivel zal in de afgrond geworpen worden en duizend jaar gebonden worden. Dan zal Gods koninkrijk aanbreken, duizend jaar lang zal het vrede zijn, vervuld is dan ook de profetie aangaande de 70 jaarweken. De profetie is al prachtig, de vervulling zal nog veel heerlijker wezen. Geprezen zij onze God, Zijn wijsheid en kracht is onnavolgbaar groot en we bidden met de kerk der eeuwen, Maranatha, amen kom Here Jezus kom.

ds. Henk Schouten