De zevende oorlog

Jan van Barneveld • 76 - 2000/01 • Uitgave: 7
Israël is vanaf 1948 in oorlog. Zelfs de geboorteweeën van de moderne staat Israël bestonden voor een groot deel uit oorlog. Hoe is het nu? Er is immers een 'vredesproces'? Een Israëlische krant verzon een aardig beeld om de huidige situatie te beschrijven. Premier Ehud Barak wordt vergeleken met een man die vlucht voor een leeuw. Telkens als de leeuw dichtbij is gekomen gooit de man gauw een hamburger naar de leeuw. Het beest stopt even, verorbert de hamburger en rent dan weer brullend achter de man aan. Totdat de hamburgers op zijn en de leeuw hem bespringt. Premier Barak heeft niet veel 'hamburgers' meer over om Arafat en zijn andere Arabische vijanden toe te werpen. Toch blijven ze dreigen en eisen en dreigen en eisen. Totdat Israël zo verzwakt is dat ze een laatste poging kunnen wagen om Israël te vernietigen. Zo is het 'vredesproces' de zevende Arabisch-Israëlische oorlog geworden. Een oorlog waarin de vijanden van Israël duidelijk aan de winnende hand zijn. Zullen we Psalm 69:5 eens naast de toestand van Israël leggen?

"Talrijker dan de haren van mijn hoofd zijn zij, die mij zonder oorzaak haten; machtig zijn zij die mij willen verdelgen, mijn valse vijanden; wat ik niet geroofd heb moet ik toch teruggeven".

Talrijker: Zo'n 240 miljoen Arabieren staan tegenover 6 miljoen Israëli's.
Haten: De Arabische volken zijn en worden opgevoed in een fel antisemitische sfeer, waarbij Nazi-Duitsland kinderspel was.
Machtig: De frontlijnstaten, Syrië, Egypte, Irak, Iran en ook de terreurgroepen van de Palestijnen en de Hezbollah, zijn zwaar bewapend. Ze hebben moderne raketten, dodelijke chemische en biologische wapens en zelfs kernwapens tot hun beschikking.
Verdelgen: Er is een overvloed aan bewijzen dat het Arafat en de zijnen gaat om Israël te vernietigen.
Valse vijanden: Het blijkt dat vredesverdragen niet meer dan vodjes papier zijn. Leugen is een machtig wapen in hun strijd tegen Israël.

Wat ik niet geroofd heb moet ik toch teruggeven: De kern van het vredesproces is: 'Geven' wat de HERE voor Israël heeft bestemd.

ZEVEN OORLOGEN
Veertig jaar na de Exodus uit Egypte trok Israël het Beloofde Land binnen. Jozua moest heel wat oorlogen voeren, voordat Israël het land in bezit had. Denk aan Jericho en Ai. En de grote slag bij Gibeon. En de strijd om Noord Kanaën. Er werden maar liefst 31 koningen verslagen. Toch woonden de Israëlieten zelfs toen nog temidden van de heidense volken. De tijd van de Richters was niet alleen een tijd van oorlogen tegen Kanadnieten en Filistijnen, maar ook tegen 'buitenlandse' volken, zoals de Midianieten en de Amalekieten. Precies als nu gaande is! Tot eindelijk de tijd van de 'man naar Gods hart' van David aanbrak en daarna het beloofde rijk van vrede en voorspoed onder koning Salomo. Ook nu wonen de Filistijnen en Kanadnieten in het land en voeren, samen met omliggende volken, oorlog tegen Israël.

• In 1948 de Onafhankelijkheidsoorlog. Jordanië annexeerde toen Judea, Samaria en Oost Jeruzalem, Syrië pakte de Golan en Egypte greep de Gazastrook. De Arabische bewoners, die uit Palestina vluchtten, liet men stikken in kampen om die als wapen tegen Israël te kunnen gebruiken.
• In 1956 was er de Suezoorlog. Israël moest zich verdedigen tegen de door Egypte gesteunde Palestijnse guerilla's die via de Sfnaïwoestijn Israëlische burgers overvielen en vermoordden.
• In 1967 was er de Zesdaagse oorlog, waarin Israël de Arabische frontlijnstaten nét een paar dagen voor was en hun legers totaal vernietigde. Toen gaf de HERE, de God van Israël hen Judea. Samaria, de Golan en Jeruzalem in handen.
• In 1973 namen de Arabische front-lijnstaten wraak door Israël op Yom Kippur te overvallen. Door een aantal wonderlijke gebeurtenissen kon Israël de vijandelijke legers terugdrijven.
• In 1981 was er een belangrijke 'veldslag'. Toen vernietigde Israël de kerncentrale Osirak van Saddam Hussein en heeft daardoor de wereld vermoedelijk gered van een kernoorlog.
• In 1982 was er de inval in Libanon om de Fatah-guerilla's uit dat land te verdrijven. Toen is ook de veiligheidszóne ingesteld, die nu door Israël is verlaten.
• In 1993 begon, met de Oslo-akkoorden, het "vredesproces". In deze 'oorlog' schijnt het de Arabieren te lukken wat al die jaren met grof geweld niet gelukt is: Israël wordt door de hele wereld gedwongen om concessies te doen aan de Palestijnen, aan Libanon en aan Syrië. Israël heeft de Sinaï al opgegeven. Nu wordt Noord-Israël direct blootgesteld aan de Hezbollah, waarvan de haat tegen het Joodse volk openlijk op de tv wordt gedemonstreerd. De stad Kirjath Shmoneh heeft in de afgelopen jaren al zo'n 4000 raketten te verwerken gehad. Welke natie kan zoiets dulden? Israël moet wel vanwege de zogenaamde wereldopinie! Vanwege het 'vredesproces'. Als Israël inderdaad de Golan. Judea en Samaria weggeeft, heeft Israël geen ruimte meer zich te verdedigen en dan blijft, als de Arabische landen aanvallen, alleen de Simson-optie over.

DE SIMSON-OPTIE
Tijdens de Yom Kippur oorlog was de situatie op een gegeven moment zo kritiek dat Israël de kernbommen, men vermoedt dat Israël er 300 heeft, op scherp heeft gesteld. Als Israël de Golan en het grootste deel van Judea en Samaria weggeeft blijft er geen ruimte meer over om zich tegen een Arabische aanval te verdedigen. Als dan Israël in het nauw gedreven wordt blijven alleen de kernwapens in Dimona over. Waarom noemt men dat de 'Simson-optie'? Israël wil niet weer 2000 jaar in ballingschap gaan. Dan zal Israël liever met Simson zeggen: 'Dat ik met de Filistijnen sterve…’ Maar dan is de kans groot dat zo'n oorlog in het Midden-Oosten uitloopt op een wereldbrand, mogelijk een kernoorlog, die in het profetische Woord wordt voorzegd. Een andere mogelijkheid is dat de uiterst gespannen situatie wordt opgevangen door de beruchte 'valse vrede' waar Paulus en de profeten over spreken. Wellicht zal dan zelfs een begin gemaakt worden met de bouw van de 3e Tempel. Maar ook de 'valse vrede' zal uitlopen op een wereldbrand, een 'plotseling verderf' zegt Paulus. We leven in buitengewoon spannende tijden. Het 'vredesproces' is op dit moment een groot gevaar voor de wereldvrede geworden. Velen in Israël zijn oorlogsmoe en willen koste wat kost vrede met de omliggende landen en met de 'Filistijnen' in hun midden. Sommigen zijn nog zo naïef om te denken dat als ze maar genoeg toegeven, de wereld hen wel aardig zal gaan vinden en de vijanden eindelijk tevreden zullen zijn. Maar de haat zit te diep bij Israëls vijanden. Bovendien is het antisemitisme (of antizionisme) in wezen een uiting van de opstand van de zondige mens tegen de God van Israël en Zijn plannen. Het is de strijd van de 'machten van deze wereld' tegen het komende Koninkrijk van de Here Jezus. De wereld zal uiteindelijk Israël laten vallen. Het ziet ernaar uit dat deze zevende oorlog spoedig zal uitlopen op één van de grote wereldbranden die in Openbaring en in de profeten worden voorzegd.

EINDTIJDSCENARIO'S
Waar zullen al deze dingen op uitlopen? Wat wordt er van ons gevraagd? Is er dan geen hoop meer voor onze kinderen? De situatie is ernstiger dan we, en daar sluit ik mijzelf bij in, wel denken. Ontwikkelingen in onze samenleving wijzen ook in de richting van een catastrofaal einde. Heel wat verschillende eindtijdscenario's convergeren naar deze tijd! Maar wij, wat kunnen we doen?

In de eerste plaats en voor alles mogen we vol vertrouwen zeggen dat de Here alles in Zijn hand heeft en tot Zijn doel zal komen. Allereerst met Israël, Zijn volk. Hij laat het werk dat Hij begonnen is met de terugkeer van Israël niet vallen. Dat zou Zijn eer te na zijn. Hij komt ook tot Zijn doel met de wereld en met ons. Maar de vraag is: 'Hoe komt de Here tot Zijn doel?' Hierbij spelen wij en ook Israël een eigen rol. Een klein voorbeeld maakt dit duidelijk: Israël kwam inderdaad in het Beloofde Land Kanaan. Maar als het volk 40 jaar eerder naar Jozua en Kaleb had geluisterd en niet naar de tien verspieders, dan hadden ze al die ellende in de woestijn niet mee hoeven maken. Koning David en het vrederijk van Salomo kwamen op een zeker tijdstip. Maar als Israël niet zo vaak vervallen was tot afgoderij, dan hadden ze al die narigheid in de richterentijd niet hoeven meemaken. De God van Israël heeft een rol toebedeeld aan Zijn volk in de vervulling van het profetische Woord. Maar ook aan ons. Onze gebeden tellen mee in de strijd om Gods land en Gods volk in deze tijd. Onze bemoedigingen en steun aan Gods volk brengen het Koninkrijk en de 'Vrede van Israël' dichterbij. Ons gehoorzaam belijden van het Evangelie en onze profetische waakzaamheid zijn van levensbelang. Niet alleen aan Israël maar ook voor ons en onze kinderen. Ook wij, als Lichaam van Christus, werken mee aan het werk van de komende Messias. Als wij, als gemeente dat doen, is er nog hoop. Ook voor onze kinderen.

drs. Jan van Barneveld