De zaligsprekingen Wie heeft het hoogste woord?

Martin Penning • 95 - 2019 • Uitgave: 2
Serie over de zaligsprekingen
Dit is de tweede studie in een serie van acht studies over de zaligsprekingen. Hopelijk heb je de eerste individueel of samen met anderen gelezen en besproken. Juist het bespreken met elkaar zou ik willen aanmoedigen, omdat dan het gelezene verwerkt kan worden en je het geleerde ook praktisch kunt maken. Belangrijk is om de juiste volgorde aan te houden, omdat je zult merken dat er een bijzondere opbouw in de zaligsprekingen te vinden is.

Laat je hierdoor verwonderen en laat het je brengen tot aanbidding van Degene Die gesproken heeft. Sla acht op het feit dat Christus Zelf aan het woord is. ‘Want Hij onderwees hen als gezaghebbende’ (Mattheüs 7:29). Juist omdat deze boodschap zo ingaat tegen ons gevoel, de tijdsgeest en de ‘pastorale’ bemoedigingen die we elkaar zo graag geven, mag je je afvragen Wie hier spreekt en met welk gezag. Ben je bereid om als volgeling van Christus je te stellen onder dit gezag of hecht je meer waarde aan wat goed voelt of wat je om je heen hoort? De vraag is: Wie heeft het hoogste woord?

Zalig de treurenden
Gelukkig zijn zij die treuren! Je zou zeggen dat is een paradox en dat is het ook, want een paradox is een schijnbare tegenstelling. In de wereld staat treuren en geluk tegenover elkaar, maar de Heere Jezus laat hier zien dat ons motto niet moet zijn ‘vermijd verdriet en word zo gelukkig mogelijk’. Hij laat zien dat de uiteindelijke vertroosting pas komt, wanneer je het verdriet hebt gekend en wanneer je het niet hebt proberen te vermijden. Zoals ‘arm van geest’ niet letterlijk arm betekent, zo betekent ‘treuren’ hier ook niet het treuren om een sterfgeval. Zoals ook de vorige zaligspreking begint met iets negatiefs, namelijk arm zijn, zo begint deze ook negatief met treurig zijn, maar het leidt tot iets positiefs. We moeten namelijk eerst onze zonden kennen, voordat we blij kunnen zijn over onze verlossing. Veel mensen zijn op zoek naar deze christelijke blijheid. Men zou er alles wel voor willen geven om het te ontvangen. Maar men heeft niet ingezien dat je eerst overtuigd moet worden van eigen zonden, voor je het ten volle kunt begrijpen. We houden niet van zondeleer. Zij die treuren zijn zij die werkelijk bekeerd willen worden. Overtuiging van zonde is het begin van echte bekering. Iedere gelovige kent de ervaring van het zichzelf hopeloos voelen. ‘Ik ellendig mens’ en ‘het goede, dat ik wil doe ik niet, maar het kwade dat ik niet wil, doe ik’ (Romeinen 7:24,19). Evenals ‘want ook wij, die in deze tent zijn, zuchten omdat we het zwaar te verduren hebben’ (2 Korinthe 5:4).

Echt gelukkig zijn
Treuren is iets dat voortkomt uit het arm van geest zijn. Als we met God en Zijn heiligheid geconfronteerd worden en nadenken over het leven dat we zouden moeten leiden, dan zien we onszelf als hulpeloos. Dan zien we hoeveel we tekort schieten. De bekeerde christen gaat nog verder. Die treurt ook over de zonden van anderen. Hij is bekommerd om de staat van de maatschappij, de toestand van de wereld. Daarom was de Here Jezus ook een ‘Man van smarten’. Hij zag dit vreselijke dat wij zonden noemen, de zonde die de dood bracht. Daarom weende Hij toen Hij de stad Jeruzalem zag. We kunnen ook treuren om het feit dat we inzien wat de zonde voor God betekent en hoe het ons scheidt van Zijn liefde.

De Heere Jezus zegt dat de mens die treurt echt gelukkig zal zijn. Iemand die door de Heilige Geest tot inzicht komt van zijn eigen zondige natuur, zal zeker door de Heere Jezus geleid worden. Als je je eigen volkomen zondigheid en hopeloosheid ziet, zoek je naar een verlosser en Die vind je in de Heere Jezus. Niemand kan Hem als persoonlijke Verlosser aannemen als hij niet eerst ontdekt heeft wat het betekent om te treuren. En wie zegt: ik ellendig mens, wie zal mij verlossen, die zal kunnen zeggen: Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere. Als we echt treuren, zullen we echt juichen. Dit geldt niet alleen op het moment van de bekering, maar dit is een doorgaand proces.
Wat voor mens is het die treurt? Hij is treurig, maar niet somber. Sober, maar niet nors. Ernstig, maar niet koel of afwijzend. Hij is iemand die het leven serieus neemt. Maar hier doorheen heeft hij een onuitsprekelijke vreugde.

Gespreksvragen:
• Ken je momenten van diep berouw om je eigen zonden?
• Kun je dingen vanuit de maatschappij opnoemen waarom je verdriet hebt?
• Zijn er zonden vanuit de maatschappij je huis (huwelijk en gezin) binnengeslopen, wat doe je hiermee?
• Lees biddend Psalm 51 en neem je voor dit de komende tijd een aantal keer te herhalen, om het belang ervan in te gaan zien om te treuren over je zonden en daardoor meer het verzoenende werk van de Heere Jezus te gaan zien.
• Wat kun je naar aanleiding van deze studie toepassen op de praktijk van het leven?

Gebedspunten:
• Bid om open ogen en vernieuwing van denken, zodat we de wil van God mogen kennen en mogen leren om ons leven vanuit Gods ogen te bezien (Romeinen 12:1-2).
• Bid Psalm 139: ‘Doorgrond ons o God, en ken onze gedachten. Zie of er bij ons een heilloze weg is en leidt ons op de eeuwige weg’ (vers 23-24).
• Bid om de vervulling met de Heilige Geest, waardoor we zonden leren onderkennen en overwinnen.
• Bid om geestelijk inzicht en kracht om de invloeden vanuit de wereld in je huis te weren.
• Dank God voor het grote werk, volbracht in Zijn Zoon, de Heere Jezus.
• Prijs Hem om Wie Hij is en om het feit dat we onze volkomen vreugde vinden in Hem.

Martin Penning


Praktische Bijbelstudies over de Bergrede (Mattheüs 5:3-10)

• Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.
Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen vertroost worden.
• Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven.
• Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.
• Zalig zijn de barmhartigen, want aan hen zal barmhartigheid bewezen worden.
• Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien.
• Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden.
• Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.