De VIP-tribune
Als ik dit schrijf moeten de Olympische Spelen nog beginnen en wanneer je dit leest zijn de Spelen al weer voorbij. Met mijn zoon van 14 jaar ben ik een dag naar het Olympisch Kwalificatie Toernooi in het Thialf stadion in Heerenveen geweest. Dat was het moment waarop de schaatsers zich moesten kwalificeren voor de Olympische Spelen.
Bij binnenkomst van de schaatsbaan kwam er een mevrouw op ons afgestapt. Zij had net twee kaartjes gewonnen voor de VIP-tribune. Zij wilde daar echter geen gebruik van maken en vroeg of wij die twee kaartjes wilden hebben? Mijn zoon en ik hadden daar wel oren naar en daar zaten wij dan pontificaal op de VIP-tribune. We werden op onze wenken bediend; koffie en koek, frisdrank, nootjes, kaas, worst en een lekker broodje warm vlees. De schaatsers draaiden hun rondjes onder ons.
Voldaan gingen wij huiswaarts en in de auto hadden vader en zoon een gesprek over geloof en sport. In het Nieuwe Testament wordt namelijk een aantal keer het verband gelegd tussen sport en geloof. Paulus zegt tegen zijn geestelijk kind Timoteüs: ‘En ook als iemand aan een wedstrijd deelneemt, krijgt hij geen krans als hij de spelregels niet in acht heeft genomen’ (2 Timoteüs 2:5).
Een schaatser doet er alles aan om de Olympische Spelen te halen en te winnen. Vele uren brengt hij op het ijs door. Daarnaast fietst hij en doet hij oefeningen in de fitnesshal. Ook let hij op zijn voeding en vermijdt hij plekken waar veel mensen zijn om daardoor geen virusje op te doen. Alles staat in het teken van een goede sportprestatie.
Paulus zegt tegen de jonge Timoteüs dat hij geestelijk in topvorm moet zijn. Je zult je moeten inspannen voor de geestelijke wedstrijd en dat betekent dat je op God vertrouwt, de Woorden van God gehoorzaamt en deze verkondigt. Timoteüs moet gehoorzaam zijn aan de opdracht die God hem heeft gegeven dan zal hij de overwinningskrans ontvangen, het eeuwige leven. Wij mogen de geestelijke wedstrijd spelen waarbij wij gericht blijven op de Heere Jezus Christus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Het was een mooi vader en zoon moment.
Martin Penning
Bij binnenkomst van de schaatsbaan kwam er een mevrouw op ons afgestapt. Zij had net twee kaartjes gewonnen voor de VIP-tribune. Zij wilde daar echter geen gebruik van maken en vroeg of wij die twee kaartjes wilden hebben? Mijn zoon en ik hadden daar wel oren naar en daar zaten wij dan pontificaal op de VIP-tribune. We werden op onze wenken bediend; koffie en koek, frisdrank, nootjes, kaas, worst en een lekker broodje warm vlees. De schaatsers draaiden hun rondjes onder ons.
Voldaan gingen wij huiswaarts en in de auto hadden vader en zoon een gesprek over geloof en sport. In het Nieuwe Testament wordt namelijk een aantal keer het verband gelegd tussen sport en geloof. Paulus zegt tegen zijn geestelijk kind Timoteüs: ‘En ook als iemand aan een wedstrijd deelneemt, krijgt hij geen krans als hij de spelregels niet in acht heeft genomen’ (2 Timoteüs 2:5).
Een schaatser doet er alles aan om de Olympische Spelen te halen en te winnen. Vele uren brengt hij op het ijs door. Daarnaast fietst hij en doet hij oefeningen in de fitnesshal. Ook let hij op zijn voeding en vermijdt hij plekken waar veel mensen zijn om daardoor geen virusje op te doen. Alles staat in het teken van een goede sportprestatie.
Paulus zegt tegen de jonge Timoteüs dat hij geestelijk in topvorm moet zijn. Je zult je moeten inspannen voor de geestelijke wedstrijd en dat betekent dat je op God vertrouwt, de Woorden van God gehoorzaamt en deze verkondigt. Timoteüs moet gehoorzaam zijn aan de opdracht die God hem heeft gegeven dan zal hij de overwinningskrans ontvangen, het eeuwige leven. Wij mogen de geestelijke wedstrijd spelen waarbij wij gericht blijven op de Heere Jezus Christus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Het was een mooi vader en zoon moment.
Martin Penning