De vinger van Jezus

Arie Slob • 91 - 2015 • Uitgave: 8
‘Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond.’ Dat vind ik een prachtige zin uit het Bijbelverhaal over Jezus en een overspelige vrouw. Ik zie het voor me. De Heiland gebukt, met Zijn vinger schrijvend over de grond. De Schriftgeleerden hebben net daarvoor de overspelige vrouw bij Jezus gebracht en Hem gevraagd om Zijn oordeel over haar.

‘Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt u daarvan?’ Zijn reactie daarop is heel wonderlijk. Er was immers alle reden voor een opgeheven vinger. Richting de vrouw vanwege haar overspel. Richting de Schriftgeleerden vanwege deze hooghartige uitdaging. Maar de vinger van Jezus gaat niet omhoog. Zijn vinger gaat naar beneden. Jezus schrijft over de stoffige aarde.

Rechtvaardigheid
Dat doet me denken aan een citaat van Mr. G. Groen van Prinsterer, de grondlegger van de Nederlandse christelijke politiek. Hij trekt in zijn belangrijkste boek ‘Ongeloof en Revolutie’ fel van leer tegen de goddeloosheid van het politieke en maatschappelijke denken in zijn tijd. Hij klaagt het onrecht van zijn tijd op gepassioneerde wijze aan. En ook voor mij is de kern van christelijke politiek rechtvaardigheid. Mensen en de schepping recht doen binnen de publieke verantwoordelijkheid van de overheid.
Daarom zet de ChristenUnie zich in om geloofsvervolging aan de kaak te stellen, om de manier waarop we met de aarde omgaan te adresseren, om het ongeboren leven te beschermen. En ja, ook voor de overspelige vrouw staan wij aan de interruptiemicrofoon van de Tweede Kamer. Om recht te bepleiten voor de vele vrouwen die hier in Nederland gedwongen achter een raam in de verkoop zitten. Ze zijn het slachtoffer van het gebroken systeem van legale prostitutie. Slachtoffers van moderne slavernij. Wat een onrecht.

Een bukkende Jezus
Maar Groen van Prinsterer sluit zijn bevlogen boek af met een oproep tot nederigheid van christenen in de politiek. Net zoals Jezus ons een lesje nederigheid leert met Zijn uitspraak: “Wie zonder zonde is werpe de eerste steen.” Het onrecht waar je als christen tegen strijdt is ook een spiegel, die maakt dat je zelf steeds weer teruggeworpen wordt op het kruis. Daarom kan er nooit ruimte zijn voor een hooghartige houding.
Dat brengt mij bij het citaat van Groen van Prinsterer. In de laatste zin van zijn boek citeert hij vers 25 van Psalm 119: ‘Mijn ziel kleeft aan het stof, maak mij levend naar uw Woord.’ Voor mij is die zin verbonden aan de bukkende Jezus. Mijn ziel ligt naast de ziel van de overspelige vrouw in het stof. En Jezus schrijft er Zijn Woord in. Er is geen plaats voor mijn eigen opgeheven vingertje bij het aan de kaak stellen van onrecht. Enkel voor oprechte liefde voor onze naasten en voor God boven alles. Dat is christelijke politiek. Onrecht aan de kaak stellen bij de gratie van een bukkende Jezus, die met Zijn vinger in het stof schrijft.

Arie Slob
Voorzitter Tweede Kamerfractie ChristenUnie