De vervulling van de najaarsfeesten
Lukas beschrijft uitvoerig de geboorte van de Here Jezus, maar over de kindermoord in Bethlehem en de vlucht naar Egypte lezen we helemaal niets. Het lijkt erop dat Jozef en Maria direct na het voorstellen van de Here Jezus in de tempel naar Nazareth gereisd zijn. Hoe denkt u hierover? (J. v. W. te @)
Antwoord:
De vier evangelisten hebben alle vier verschillend over de geboorte van de Here Jezus geschreven. Lukas schrijft het meest uitgebreid en vermeldt eerst de aankondiging en de geboorte van Johannes de Doper, met daarna de aankondiging en de geboorte van de Here Jezus. Hij schrijft over de reis naar Bethlehem, het inschrijven in het bevolkingsregister en dat er voor hen daar geen plaats in de herberg was, met als gevolg: de geboorte van de Here Jezus in een stal. Verder schrijft hij over de herders in het veld en hun ontmoeting met de engelen. We lezen in Lukas ook over de besnijdenis op de achtste dag en het voorstellen van het kind in de tempel op de veertigste dag. Het lijkt er op dat Jozef en Maria direct hierna naar Nazareth vertrokken (Lukas 2:39) en de geschiedenis van de kindermoord in Bethlehem en de vlucht naar Egypte, waarover Mattheüs schrijft, overgeslagen wordt.
Mattheüs schrijft echter over de moeite die Jozef had met de zwangerschap van Maria en zijn overweging om haar te verlaten. Verder schrijft hij over de geboorte van Jezus in de dagen van koning Herodes, de aanbidding van de wijzen uit het Oosten, kindermoord en de daaropvolgende vlucht naar Egypte.
Markus schrijft eigenlijk helemaal niets over de geboorte van de Here Jezus en begint al direct bij Johannes de Doper die bij de Jordaan aan het dopen was en ook de Here Jezus doopte.
Johannes schrijft weer heel anders over de geboorte van de Here Jezus. Hij schrijft dat het licht in de wereld gekomen is en het Woord vlees geworden is. Zo zie je maar weer, dat elke evangelist zijn specifieke getuigenis opschrijft over de geboorte van de Here Jezus: als Koning (Mattheüs), als Dienstknecht (Markus), als Mensenzoon (Lukas) en als Gods zoon (Johannes).
Het lijkt er op dat tussen Lukas 2 vers 38 en vers 39 de periode van de reis, de aanbidding van de wijzen uit het Oosten, de kindermoord in Bethlehem en de vlucht naar Egypte ligt. Vers 39 luidt dan ook: ‘Toen zij alles volbracht hadden, wat volgens de wet des Heren te doen was, keerden zij terug naar Galilea, naar hun stad Nazareth’. Wanneer Jozef en Maria direct na het voorstellen van de Here Jezus in de tempel naar Nazareth vertrokken waren, dan waren de Wijzen uit het Oosten naar het verkeerde adres gestuurd en hadden ze Hem niet gevonden! Het lijkt er op dat Jozef en Maria eerst nog naar Bethlehem terugkeerden.
De uitdrukking: ‘Toen zij alles volbracht hadden, wat volgens de wet des Here te doen was’ wordt verschillend vertaald. Het gaat hierom: ‘Toen alles van Gods woord vervuld was, keerden zij terug naar Galilea, naar hun stad Nazareth’.
De komst van de wijzen uit het Oosten werd in Jesaja 60 voorspeld: ‘Volken zullen opgaan naar uw licht en koningen naar uw stralende opgang’ (vers 3).
Zo werd ook de moord op de kinderen in Bethlehem in Gods Woord voorspeld: ’Hoor te Rama klinkt een klacht, bitter geween: Rachel weent om haar kinderen, zij weigert zich te laten troosten over haar kinderen, omdat er geen meer is’.(Jeremia 31:15)
De vlucht naar en uit Egypte wordt ook al lang van tevoren in Gods Woord aangekondigd: ‘En uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen’.
Zo zien we dat de gebeurtenissen die Mattheüs over de geboorte van de Here Jezus beschrijft ook eerst in vervulling moesten gaan, en toen dit allemaal voleindigd was (Statenvertaling) keerden ze naar Galilea terug.
We weten dat de voorjaarsfeesten (het Pesachfeest, het feest van de Ongezuurde broden en het feest van de Eerstelingsgarve) precies op de data, waarop deze in Israël gevierd werden, door Christus vervuld werden. Mogen we ook verwachten dat de najaarsfeesten (Het Bazuinenfeest, de Grote Verzoendag en het Loofhuttenfeest) ook op de data vervuld worden, waarop deze feesten in Israël gevierd zullen worden? (G. M. te G.)
Antwoord:
Het is inderdaad heel indrukwekkend in de Bijbel te ontdekken, dat de Here Jezus op de dag, waarop de Joden het Paaslam slachtten, Hij ook aan het kruis als ons Paaslam stierf. Toen de Joden in dat jaar op de dag na de sabbat de eerstelingsgarf (het eerste van de oogst) als offer naar de tempel brachten, viel deze dag ook samen met de opstanding van de Here Jezus uit het graf. Hij verrees precies op deze dag van het Joodse feest van de ‘Eerstelingsgarve’ uit het graf. Waaruit blijkt dat de Here Jezus de ‘Eersteling’ uit de dood werd! Precies vijftig dagen later vierde het Joodse volk het Wekenfeest, de dag die dat jaar samenviel met de uitstorting van de Heilige Geest, het Pinksterfeest. Het sterven en de opstanding van de Here Jezus vielen dus samen met deze Joodse feestdagen, zoals ook het Pinksterfeest met het Joodse Wekenfeest.
De vraag is nu of de data van de najaarsfeesten (het Bazuinenfeest, de Grote Verzoendag en het Loofhuttenfeest) ook samen gaan vallen met de heilsfeiten die nog vervuld moeten worden?
Het Bazuinenfeest (Rosh Hashana, het Joodse nieuwjaar) zou dan samenvallen met de opname van de gemeente. De bekering van Israël valt dan samen met de viering van de Grote Verzoendag en het begin van de Messiaanse vrederijk wordt ingeleid door de viering van het Loofhuttenfeest.
We weten dat het Bazuinenfeest veel raakvlakken heeft met de opname van de gemeente, dat de Grote Verzoendag pas echt tot haar vervulling komt bij de bekering van Israël en dat het Loofhuttenfeest haar uiteindelijke vervulling vindt in het Messiaanse vrederijk.
Over Zijn wederkomst heeft de Here Jezus echter gezegd: ‘Het Koninkrijk Gods komt niet zó, dat het te berekenen is’ (Lukas 17:20). In Handelingen 1 zegt de Here Jezus: ’Het is niet uw zaak de tijden en gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan zich gehouden heeft’ (vers 7). En zowel in Mattheüs 24:36 als in Markus 13:32 lezen we: ‘Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen in de hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen’.
We worden dus opgeroepen om terughoudendheid in acht te nemen als het gaat om het dateren van de wederkomst. Natuurlijk roept de Bijbel ons op om de tekenen van Zijn komst op te merken en Hem elke dag te verwachten. Zo mogen we dus niet alleen op het Bazuinenfeest maar op ieder moment de Here Jezus verwachten.
Theo Niemeijer
Antwoord:
De vier evangelisten hebben alle vier verschillend over de geboorte van de Here Jezus geschreven. Lukas schrijft het meest uitgebreid en vermeldt eerst de aankondiging en de geboorte van Johannes de Doper, met daarna de aankondiging en de geboorte van de Here Jezus. Hij schrijft over de reis naar Bethlehem, het inschrijven in het bevolkingsregister en dat er voor hen daar geen plaats in de herberg was, met als gevolg: de geboorte van de Here Jezus in een stal. Verder schrijft hij over de herders in het veld en hun ontmoeting met de engelen. We lezen in Lukas ook over de besnijdenis op de achtste dag en het voorstellen van het kind in de tempel op de veertigste dag. Het lijkt er op dat Jozef en Maria direct hierna naar Nazareth vertrokken (Lukas 2:39) en de geschiedenis van de kindermoord in Bethlehem en de vlucht naar Egypte, waarover Mattheüs schrijft, overgeslagen wordt.
Mattheüs schrijft echter over de moeite die Jozef had met de zwangerschap van Maria en zijn overweging om haar te verlaten. Verder schrijft hij over de geboorte van Jezus in de dagen van koning Herodes, de aanbidding van de wijzen uit het Oosten, kindermoord en de daaropvolgende vlucht naar Egypte.
Markus schrijft eigenlijk helemaal niets over de geboorte van de Here Jezus en begint al direct bij Johannes de Doper die bij de Jordaan aan het dopen was en ook de Here Jezus doopte.
Johannes schrijft weer heel anders over de geboorte van de Here Jezus. Hij schrijft dat het licht in de wereld gekomen is en het Woord vlees geworden is. Zo zie je maar weer, dat elke evangelist zijn specifieke getuigenis opschrijft over de geboorte van de Here Jezus: als Koning (Mattheüs), als Dienstknecht (Markus), als Mensenzoon (Lukas) en als Gods zoon (Johannes).
Het lijkt er op dat tussen Lukas 2 vers 38 en vers 39 de periode van de reis, de aanbidding van de wijzen uit het Oosten, de kindermoord in Bethlehem en de vlucht naar Egypte ligt. Vers 39 luidt dan ook: ‘Toen zij alles volbracht hadden, wat volgens de wet des Heren te doen was, keerden zij terug naar Galilea, naar hun stad Nazareth’. Wanneer Jozef en Maria direct na het voorstellen van de Here Jezus in de tempel naar Nazareth vertrokken waren, dan waren de Wijzen uit het Oosten naar het verkeerde adres gestuurd en hadden ze Hem niet gevonden! Het lijkt er op dat Jozef en Maria eerst nog naar Bethlehem terugkeerden.
De uitdrukking: ‘Toen zij alles volbracht hadden, wat volgens de wet des Here te doen was’ wordt verschillend vertaald. Het gaat hierom: ‘Toen alles van Gods woord vervuld was, keerden zij terug naar Galilea, naar hun stad Nazareth’.
De komst van de wijzen uit het Oosten werd in Jesaja 60 voorspeld: ‘Volken zullen opgaan naar uw licht en koningen naar uw stralende opgang’ (vers 3).
Zo werd ook de moord op de kinderen in Bethlehem in Gods Woord voorspeld: ’Hoor te Rama klinkt een klacht, bitter geween: Rachel weent om haar kinderen, zij weigert zich te laten troosten over haar kinderen, omdat er geen meer is’.(Jeremia 31:15)
De vlucht naar en uit Egypte wordt ook al lang van tevoren in Gods Woord aangekondigd: ‘En uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen’.
Zo zien we dat de gebeurtenissen die Mattheüs over de geboorte van de Here Jezus beschrijft ook eerst in vervulling moesten gaan, en toen dit allemaal voleindigd was (Statenvertaling) keerden ze naar Galilea terug.
We weten dat de voorjaarsfeesten (het Pesachfeest, het feest van de Ongezuurde broden en het feest van de Eerstelingsgarve) precies op de data, waarop deze in Israël gevierd werden, door Christus vervuld werden. Mogen we ook verwachten dat de najaarsfeesten (Het Bazuinenfeest, de Grote Verzoendag en het Loofhuttenfeest) ook op de data vervuld worden, waarop deze feesten in Israël gevierd zullen worden? (G. M. te G.)
Antwoord:
Het is inderdaad heel indrukwekkend in de Bijbel te ontdekken, dat de Here Jezus op de dag, waarop de Joden het Paaslam slachtten, Hij ook aan het kruis als ons Paaslam stierf. Toen de Joden in dat jaar op de dag na de sabbat de eerstelingsgarf (het eerste van de oogst) als offer naar de tempel brachten, viel deze dag ook samen met de opstanding van de Here Jezus uit het graf. Hij verrees precies op deze dag van het Joodse feest van de ‘Eerstelingsgarve’ uit het graf. Waaruit blijkt dat de Here Jezus de ‘Eersteling’ uit de dood werd! Precies vijftig dagen later vierde het Joodse volk het Wekenfeest, de dag die dat jaar samenviel met de uitstorting van de Heilige Geest, het Pinksterfeest. Het sterven en de opstanding van de Here Jezus vielen dus samen met deze Joodse feestdagen, zoals ook het Pinksterfeest met het Joodse Wekenfeest.
De vraag is nu of de data van de najaarsfeesten (het Bazuinenfeest, de Grote Verzoendag en het Loofhuttenfeest) ook samen gaan vallen met de heilsfeiten die nog vervuld moeten worden?
Het Bazuinenfeest (Rosh Hashana, het Joodse nieuwjaar) zou dan samenvallen met de opname van de gemeente. De bekering van Israël valt dan samen met de viering van de Grote Verzoendag en het begin van de Messiaanse vrederijk wordt ingeleid door de viering van het Loofhuttenfeest.
We weten dat het Bazuinenfeest veel raakvlakken heeft met de opname van de gemeente, dat de Grote Verzoendag pas echt tot haar vervulling komt bij de bekering van Israël en dat het Loofhuttenfeest haar uiteindelijke vervulling vindt in het Messiaanse vrederijk.
Over Zijn wederkomst heeft de Here Jezus echter gezegd: ‘Het Koninkrijk Gods komt niet zó, dat het te berekenen is’ (Lukas 17:20). In Handelingen 1 zegt de Here Jezus: ’Het is niet uw zaak de tijden en gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan zich gehouden heeft’ (vers 7). En zowel in Mattheüs 24:36 als in Markus 13:32 lezen we: ‘Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen in de hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen’.
We worden dus opgeroepen om terughoudendheid in acht te nemen als het gaat om het dateren van de wederkomst. Natuurlijk roept de Bijbel ons op om de tekenen van Zijn komst op te merken en Hem elke dag te verwachten. Zo mogen we dus niet alleen op het Bazuinenfeest maar op ieder moment de Here Jezus verwachten.
Theo Niemeijer