De tabernakel en het kruis

Paul J.M. van Teeffelen • 91 - 2015 • Uitgave: 17
In Gods Woord (Exodus 25:40; 26:30 en Hebreeën 8:5) krijgt Mozes voorschriften om de tent der samenkomst (tabernakel) te bouwen. God toont hem zelfs het hemels model, waarvan gezegd wordt: niet van deze schepping (Hebreeën 9:11), dus voorafgaande aan de schepping van hemel en aarde (Genesis 1:1).
Als je die voorschriften leest, ga je beseffen dat de tent der samenkomst een aardse afspiegeling is van de hemelse stad met de fundamenten (Psalm 46:5), wiens Kunstenaar en Bouwmeester God Zelf is (Hebreeën 11:10). Je gaat verstaan dat God zelfs in het kleinste onderdeel geweldig nauwkeurig is. Want ook die kleinste onderdelen hebben een diepe betekenis.


Nu was de tent der samenkomst niet alleen een tent van dekkleden, maar ook een bouwconstructie. Het framewerk van de tent bestond uit rechtop staande berderen (planken), die aan elkaar met richelen (dwarsbalken) waren verbonden. Aan drie van de zijden van de bouwconstructie bevonden zich steeds vijf richelen (zie Exodus 26:26-29).
De middelste richel was uit één stuk. Van de overige vier richelen waren er twee boven en twee onder de middelste richel aangebracht en wel in een soort kruisvorm. Volgens timmerlieden is alleen dit zogenaamde kruisverband, een hecht verband.

Het hechte kruisverband en de voorhang
Dus aan de beide lengte-zijden en aan één korte zijde vormden de vijf richelen een hecht kruisverband, hoewel er toch twee ruimten waren, namelijk het Heilige en het Allerheilige, gescheiden door de voorhang. Maar in de tijd, voorafgaande aan de eerste komst van Jezus, mocht geen Israëliet de voorhang tussen het Heilige en het Allerheilige passeren, met uitzondering van de Hogepriester, die één keer per jaar op Grote Verzoendag het Allerheilige mocht betreden. Evenwel verbond die middelste richel uit één stuk de 2 ruimten, dus het Heilige en het Allerheilige, tot één. Dat was een hemelse voorafschaduwing van het scheuren van de voorhang tot het Allerheilige door Jezus, dat is het scheuren door Zijn vlees (Lucas 23:45; Hebreeën 10:20), opdat door het bloed van Jezus zowel Israël als de gelovigen uit de volken vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het Heiligdom (Hebreeën 10:19).
Toen Jezus aan het kruis van Golgotha stierf, werd de voorhang die het Allerheilige afschermde, geopend zodat door Hem de twee eens zo strikt gescheiden ruimten (het Heilige en het Allerheilige) aan elkaar werden verbonden. Zo is Hij alleen het hechte kruisverband.
Daarnaast is veelvuldig sprake van het getal vijf met betrekking tot de tent der samenkomst. Daaruit is af te leiden dat het getal 5 ook symbolisch staat voor de verzoening. Immers, aan het kruis werden de nagels (spijkers) in de handen en voeten van Jezus geslagen, terwijl Zijn zijde werd doorstoken. Dat zijn de 5 wonden van Jezus, die God voorgesteld heeft tot een Verzoening (Zoenmiddel, Verzoendeksel – zie Romeinen 3:25 en Hebreeën 9:5).

Bevestiging
Zo bevestigt Openbaring 13:8, waar staat dat het Lam Gods van (sedert) de grondlegging van de wereld is geslacht, nog eens deze bijzondere ontdekking vanuit de uiterst nauwkeurige Goddelijke voorschriften in Exodus (de bouw van de tent der samenkomst overeenkomstig het hemels model), dat reeds in de Woning van God van vóór de grondlegging der wereld de kruisiging en verzoening van Jezus was afgebeeld.
Dat beklemtoont onder andere de wonderlijke inhoud van het boek, omdat hieruit nog veel meer blijkt hoe tijdloos en diep de hoogte, de breedte en de lengte van de liefde van God de Vader en Jezus is voor elk mens. God wist niet alleen wat er ging gebeuren, maar dit betekent veel meer. Immers, God staat buiten de tijd en is dus tegelijk in zowel het heden, het verleden en de toekomst. Hij is de Alpha en de Omega. God voorzag dat een deel van de engelen en de eerste mensen zouden afvallen. Ondanks dit weten liet Hij zich in Zijn almacht niet beperken en ging Zijn schepping niet uit de weg, hoewel dit voor Hem en Zijn eniggeboren Zoon het diepste (onschuldig) lijden zou betekenen. Dat diepste lijden, gevolgd door Jezus’ opstanding uit de dood, is Zijn Liefde en Reddingsplan voor de mens. Vandaar reeds de afbeelding van het offer van Gods Zoon in Gods Woning van vóór de grondlegging der wereld. Vandaar de aankondiging al van het besluit van vóór de grondlegging der wereld dat, voordat de tijd inging, het Lam geslacht is. En dat zou in de volheid van de tijd (Galaten 4:4) voor de mens zichtbaar worden door Zijn offer aan het kruis van Golgotha.

Paul J.M. van Teeffelen

Paul J.M. van Teeffelen werd in Rotterdam geboren (1934). Hij studeerde o.a. staatsrecht alsmede staatsinrichting. Na een loopbaan bij de gemeentelijke overheid was hij werkzaam als secretaris van een van de Stads- en Streekgewesten in ons land. Hij fungeerde als ‘denktank’ voor allerlei ingewikkelde problemen op overheidsterrein.
Paul is sterk getroffen door het Bijbels gegeven dat Gods volk uit één bestaat, burgers (Israël) en medeburgers (kerk). Maar ver daar bovenuit gaat zijn ontdekking van de komende wederkomst van de Here Jezus.