De synode heeft gesproken (2)
Vanwege een kort verblijf in het Noorden van ons land, was ik in de gelegenheid om op een zondagmorgen (schrik niet!) de oecumene van het hart te beleven in een gereformeerde kerk synodaal. In de kerk van Augustinusga, waar ds. Van Vliet voorganger mag zijn. Aan de hand van een gedeelte uit Jeremia en de eerste brief aan de Korinthiërs werd de gemeente voor gehouden wat de geestelijke gevolgen zijn van het verlaten van Gods weg. Deze dominee is volop in het nieuws vanwege zijn oproep om het geestelijk gezag van de synode niet meer te erkennen. Met de gemeente kon ik de boodschap van die morgen omhelzen en als bemoediging zou je dat de ontroerde spreker zelf ook nog willen doen. Zulke moedige mensen moeten volop in ere gehouden worden.
ALLES TEVERGEEFS
Wij eindigden ons vorige opinieartikel vanuit een bewogen verontwaardiging over de radicale afwijzing van Den Heyer van het plaats-bekledend lijden en sterven van de Here Jezus. Als hieraan getornd wordt heeft elke andere discussie geen enkele zin. Waarom zouden we ons druk maken om de een of andere vorm of betekenis van de doop? Waarom zou er gediscussieerd moeten worden over de vrouw in het ambt? Of zelfs over de Opname van de gemeente e.d. Als getornd wordt aan het verzoeningswerk van Christus is ook elke discussie over de Kerk en het Kerk-zijn ijdelheid der ijdelheden.
DE SYNODE-PREASES
Ds. Dolf verschuilt zich nu achter allerlei positieve uitspraken die de synode onder zijn leiding heeft gedaan. Hij neemt in navolging van de meerderheid van de onderzoekscommissie het op voor de geleerde Den Heyer, die toch maar velerlei noties over verzoening uit de Bijbel weet te halen. Ondertussen wordt dan verzwegen dat Den Heyer het plaatsbekledend verzoeningswerk van Christus pertinent afwijst: "Hoe kan de dood van iemand in een ver verleden voor mij, die vele eeuwen later leeft, heil en redding betekenen?" Hoe in de wereld is het dan mogelijk dat beweerd kan worden dat hij zich hiermee niet buiten het belijden van de kerk der eeuwen heeft geplaatst?
DS. VAN VLIET
In zijn preken en in zijn schrijven laat ds. Van Vliet er geen twijfel over bestaan, dat de synode een brug te ver is gegaan, want met hun beslissing is men een plurale kerk geworden. Pluraliteit is het naast elkaar laten bestaan van onderscheiden waarheden (niet te verwarren met pluriformiteit). Deze waarheden moeten dan als gelijkwaardig naast elkaar hun recht van bestaan hebben, onder het principe: "Ieder heeft zijn eigen waarheid". Dit soort pluralisme tast de basis van het gelovig-zijn en het kerk-zijn aan. Wie hier de deur voor open zet kan de kerk wel opheffen.
REDDEN WAT ER TE REDDEN VALT!
Is het voldoende om binnen de structuren te blijven van een dergelijke ontkenning en toch samen verder te gaan? Is het laf om zo'n structuur vaarwel te zeggen? Er worden nu nog allerlei wanhopige pogingen gedaan om ondanks alles binnen de synodale structuur te blijven. Om alleen de bestuurlijke kant van de synode te erkennen. Om zich daarbij wel aan het geestelijk beleid te onttrekken. Om de Here God aan te roepen Zich toch nog te ontfermen over de afgedwaalde gereformeerde kerken. Redden wat er nog te redden valt?
CONCLUSIE
Eind zestiger jaren gaf ik naast andere vakken ook godsdienstlessen aan de toenmalige Mulo. Als geleide gebruikte ik voor mijn voorbereiding op die christelijk nationale school een boek van de dogmaticus Bavinck, om mij enigszins veilig te stellen tegen eventuele beschuldiging doperse ideeën te verkondigen. Het ging mij om het hart van het Evangelie. Hoe zeer verbaasd was ik een telefoontje krijgen van een gereformeerde hoofdonderwijzer ener Lagere School, waarin mij duidelijk gemaakt werd, dat hij zijn dochter niet langer blootgesteld wenste te zien aan mijn lesgeven in godsdienstonderwijs. Er was voor mij maar één oplossing en dat was het lezen van het boek van dr. Kuitert: Verstaat gij, wat gij leest. Na dertig jaar vinden we hiervan nu de vrucht. Het is de vrucht van onrijpe druiven, die het bederf hebben ingezet. Dat bederf woekert voort, omdat het nooit een echt halt is toegeroepen. Het is de grote Tegenstander gelukt via de structurele benadering van het Kerk-zijn de plaatselijke gemeente in de greep te krijgen en danig te verzwakken Hadden de afgescheidenen, de dolerenden en de bezwaarden ooit misschien een reden om het synodale juk van zich af te werpen, toch is de situatie nooit zo urgent geweest als nu. Een plaatselijke gemeente zal zich geestelijk alleen dan kunnen ontplooien, als ze besluiten van een afvallige synode naast zich neerlegt.
Waarom dan niet radicaal de synode zelf naast zich neerleggen, met alles waar ze voor staat?
Joop Schotanus
ALLES TEVERGEEFS
Wij eindigden ons vorige opinieartikel vanuit een bewogen verontwaardiging over de radicale afwijzing van Den Heyer van het plaats-bekledend lijden en sterven van de Here Jezus. Als hieraan getornd wordt heeft elke andere discussie geen enkele zin. Waarom zouden we ons druk maken om de een of andere vorm of betekenis van de doop? Waarom zou er gediscussieerd moeten worden over de vrouw in het ambt? Of zelfs over de Opname van de gemeente e.d. Als getornd wordt aan het verzoeningswerk van Christus is ook elke discussie over de Kerk en het Kerk-zijn ijdelheid der ijdelheden.
DE SYNODE-PREASES
Ds. Dolf verschuilt zich nu achter allerlei positieve uitspraken die de synode onder zijn leiding heeft gedaan. Hij neemt in navolging van de meerderheid van de onderzoekscommissie het op voor de geleerde Den Heyer, die toch maar velerlei noties over verzoening uit de Bijbel weet te halen. Ondertussen wordt dan verzwegen dat Den Heyer het plaatsbekledend verzoeningswerk van Christus pertinent afwijst: "Hoe kan de dood van iemand in een ver verleden voor mij, die vele eeuwen later leeft, heil en redding betekenen?" Hoe in de wereld is het dan mogelijk dat beweerd kan worden dat hij zich hiermee niet buiten het belijden van de kerk der eeuwen heeft geplaatst?
DS. VAN VLIET
In zijn preken en in zijn schrijven laat ds. Van Vliet er geen twijfel over bestaan, dat de synode een brug te ver is gegaan, want met hun beslissing is men een plurale kerk geworden. Pluraliteit is het naast elkaar laten bestaan van onderscheiden waarheden (niet te verwarren met pluriformiteit). Deze waarheden moeten dan als gelijkwaardig naast elkaar hun recht van bestaan hebben, onder het principe: "Ieder heeft zijn eigen waarheid". Dit soort pluralisme tast de basis van het gelovig-zijn en het kerk-zijn aan. Wie hier de deur voor open zet kan de kerk wel opheffen.
REDDEN WAT ER TE REDDEN VALT!
Is het voldoende om binnen de structuren te blijven van een dergelijke ontkenning en toch samen verder te gaan? Is het laf om zo'n structuur vaarwel te zeggen? Er worden nu nog allerlei wanhopige pogingen gedaan om ondanks alles binnen de synodale structuur te blijven. Om alleen de bestuurlijke kant van de synode te erkennen. Om zich daarbij wel aan het geestelijk beleid te onttrekken. Om de Here God aan te roepen Zich toch nog te ontfermen over de afgedwaalde gereformeerde kerken. Redden wat er nog te redden valt?
CONCLUSIE
Eind zestiger jaren gaf ik naast andere vakken ook godsdienstlessen aan de toenmalige Mulo. Als geleide gebruikte ik voor mijn voorbereiding op die christelijk nationale school een boek van de dogmaticus Bavinck, om mij enigszins veilig te stellen tegen eventuele beschuldiging doperse ideeën te verkondigen. Het ging mij om het hart van het Evangelie. Hoe zeer verbaasd was ik een telefoontje krijgen van een gereformeerde hoofdonderwijzer ener Lagere School, waarin mij duidelijk gemaakt werd, dat hij zijn dochter niet langer blootgesteld wenste te zien aan mijn lesgeven in godsdienstonderwijs. Er was voor mij maar één oplossing en dat was het lezen van het boek van dr. Kuitert: Verstaat gij, wat gij leest. Na dertig jaar vinden we hiervan nu de vrucht. Het is de vrucht van onrijpe druiven, die het bederf hebben ingezet. Dat bederf woekert voort, omdat het nooit een echt halt is toegeroepen. Het is de grote Tegenstander gelukt via de structurele benadering van het Kerk-zijn de plaatselijke gemeente in de greep te krijgen en danig te verzwakken Hadden de afgescheidenen, de dolerenden en de bezwaarden ooit misschien een reden om het synodale juk van zich af te werpen, toch is de situatie nooit zo urgent geweest als nu. Een plaatselijke gemeente zal zich geestelijk alleen dan kunnen ontplooien, als ze besluiten van een afvallige synode naast zich neerlegt.
Waarom dan niet radicaal de synode zelf naast zich neerleggen, met alles waar ze voor staat?
Joop Schotanus