De Schepper komt naar Zijn schepping

Theo Niemeijer • 90 - 2014 • Uitgave: 25/26
‘Hij was in de wereld en de wereld is door Hem geworden, en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen’ (Johannes 1:10-11).

De Schepper Zelf werd in Bethlehem geboren. Bij de geboorte van de Here Jezus in Bethlehem kwam de Schepper van hemel en aarde naar Zijn eigen schepping. Dat hulpeloze, weerloze kind, gewikkeld in doeken, was niemand minder dan de Schepper Zelf! Voor ons mensen is dit niet te begrijpen. Hoe kan de Schepper van hemel en aarde zo klein worden en als baby geboren worden? Het was Gods antwoord op de mens die als God wilde zijn, waarop God besloot als een mens te worden.
In Johannes 17:5 lezen we dat de Here Jezus al vóór de schepping van de wereld aanwezig was. We lezen zelfs dat Hij de eeuwige Zoon van God is en dat Hij geen begin, maar ook geen einde van dagen kent (Hebreeën 7:3). Als eeuwige Zoon van God heeft Hij alles wat je kunt zien, maar ook alles wat je niet kunt zien, geschapen (Kolossenzen 1:16).
Een Romeinse hoofdman zei eens tegen de Here Jezus: ‘Spreek slechts één woord en mijn knecht zal herstellen’ (Matteüs 8:8). Net als bij de schepping, waar door één enkel woord van de Zoon van God het licht de duisternis verdreef, het droge tevoorschijn kwam, de vissen de zee vervulden en de vogels de hemel, zo sprak de Here Jezus op aarde slechts één enkel woord waardoor de mensen het heil vonden.

Hij was er al vóór Zijn geboorte
Zo zien we dat de Zoon van God er al lang was vóór Zijn geboorte in Bethlehem. Vele honderden jaren vóór Zijn geboorte verscheen Hij ook al regelmatig op aarde en ook toen al liet Hij aan de mensen die toen leefden zien wie God is.
We lezen in Johannes 1:18 ‘Niemand heeft ooit God gezien, de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen.’ Zelfs Abraham en Mozes hebben God Zelf niet gezien toen ze met Hem gegeten hebben en als vrienden van aangezicht tot aangezicht met elkaar gesproken hebben. Ook toen was het al zo dat ze in Gods Zoon, God Zelf ontmoetten. Zo zei de Here Jezus in Johannes 14:9 ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’

De Schepper kreeg deel aan Zijn eigen schepping
De Schepper kwam echter niet alleen de schepping opzoeken, Hij werd Zelf onderdeel van Zijn eigen schepping. We lezen in de Bijbel dat Hij in alles aan de mens gelijk geworden is en in alles op gelijke wijze verzocht is geweest. Zo lezen we dat de Here Jezus, net als wij mensen, honger kende, vermoeid was en verschrikkelijke angst beleefde. In één ding was Hij echter anders: Hij was zonder zonde geboren en is Zijn gehele aardse leven ook zonder zonde gebleven. De duivel kon Hem niet verleiden!

Hij was in de wereld en de wereld heeft Hem niet gekend
Johannes schrijft in hoofdstuk 1:1 over de Here Jezus dat Hij bij God was. We kunnen ons er geen voorstelling van maken hoe het daar is. In Johannes 17:5 en 24 lezen we over de heerlijkheid die bij God is en die Hij daar ook genoot. Hij heeft deze heerlijkheid vrijwillig verlaten en kwam in de wereld. Wat een verschrikkelijk contrast! Zijn hemelse troon werd op aarde vervangen door een voerbak, waaruit de dieren aten. Het hemelse huis van de Vader verliet Hij om in een armoedige stal in Bethlehem geboren te worden. Vanuit de directe nabijheid van Zijn hemelse Vader kwam Hij uiteindelijk terecht in de Godverlatenheid. Zo lezen we in 2 Korintiërs 8:9 ‘Dat Hij om uwentwil arm geworden is, terwijl Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede rijk zoudt worden.’
Zo verbleef Hij drieëndertig jaar op aarde, waarvan Hij de eerste dertig jaar van Zijn leven in Nazareth opgroeide. Al gauw werkte Hij mee in het aannemingsbedrijf van Jozef. Op zijn dertigste jaar trok Hij de deur van deze werkplaats achter Zich dicht en vertrok richting Judea naar de Jordaan, waar Zijn neef Johannes doopte. Op deze plaats werd Hij na Zijn doop door Zijn hemelse Vader aangewezen en gezalfd, waarmee Hij met Zijn driejarige bediening begon. Eerst trok Hij Zich veertig dagen en nachten terug in de woestijn, als voorbereiding voor Zijn dienst, maar na deze periode was Hij voortdurend onder de mensen te vinden. Hij verzamelde een grote groep discipelen om Zich heen, waarvan Hij er twaalf aanwees als apostel. Zo was Hij in de wereld, maar wie heeft Hem ooit gekend?
Na de intensieve drieënhalve jaar waarin Hij met Zijn apostelen dag en nacht optrok, zei Hij tegen Filippus, één van deze apostelen: ‘Ben Ik zo lang bij u Filippus, en kent gij Mij niet?’ (Johannes 14:9). De vraag ‘Wie is toch deze’ die we in Marcus 4:41 vinden, bleef tijdens het leven van Jezus op aarde voor de mensen onbeantwoord. Hoewel Hij de Schepper van de wereld was, heeft de wereld Hem toch niet gekend. De wereld nam afstand van Hem en heeft Hem uiteindelijk verworpen.
In Romeinen 1:20-23 lezen we dat de mensen de Schepper door het schepsel vervangen hebben en in plaats van de Schepper de schepping gingen aanbidden. Wat dat betreft is de wereld niet veel veranderd. Ook vandaag wordt het schepsel boven onze Schepper vereerd. Wie eert u het meeste in uw leven? Gaat het bij u ook meer om het geschapene, of om de Schepper? Laten we Hem eren en met hart en ziel meezingen in het ‘Ere zij God’!

Kent u Hem dan wel?
We zagen dat de wereld Hem niet gekend heeft. Maar kent u Hem dan wel, zo ja, hoe hebt u Hem dan leren kennen? Zijn drieëndertig jaar lange verblijf onder de mensen heeft er niet toe geleid dat ze Hem leerden kennen. Zouden we, nu Hij niet meer op aarde is, Hem wel kennen? Hoe werkt dat dan? De Bijbel leert ons dat we Hem pas echt leren kennen wanneer we Hem aanvaarden en in ons hart uitnodigen.
In Openbaring 3:20 lezen we dat Hij aan de deur staat en klopt. Hij wacht tot het moment waarop wij de deur van ons leven voor Hem openen. Dan komt Hij bij ons binnen en leren we Hem pas echt kennen.
Zijn komst in de wereld werd door de mensen in Zijn tijd niet begrepen. Pas later drong het tot ons door waarom ze het toen niet begrepen hebben en waarom ze Hem verworpen hebben. De reden van Zijn komst in de wereld wordt in Hebreeën 10:5-7 duidelijk gemaakt. Hij kwam in de wereld om als slachtoffer de zonden van de wereld op Zich te nemen en zo de wil van God te volbrengen. We denken heel vaak dat Hij in de eerste plaats voor ‘ons’ kwam, waarin we ons als mensen centraal plaatsen.
De Bijbel leert ons echter dat Hij in de eerste plaats kwam om de wil van God te doen, terwijl wij vaak menen dat Hij voor ons kwam! Het is Gods wil dat alle mensen behouden worden en deze wil stond centraal bij de komst van de Here Jezus op aarde. Deze wil heeft Hij vervuld toen Hij aan het kruis stierf tot behoud van alle mensen. We hebben gezien dat Hij in de drieëndertig jaar op aarde nooit gezondigd heeft, zodat Hij het volkomen reine offer werd dat de zonden van de wereld kon dragen en wegnemen.
Wanneer de wereld Hem tijdens Zijn aardse leven gekend zou hebben, dan hadden ze Hem nooit verworpen en gekruisigd. Hij moest onherkenbaar blijven, zodat Hij gekruisigd werd en in Zijn lichaam al onze zonden op het kruis bracht. In Zijn lichaam zijn ook al onze zonden bestraft. Hij nam onze schuld op Zich, zodat wij niet meer schuldig tegenover een rechtvaardige God staan. Hij is de oorzaak geworden van de vergeving en reiniging van al onze zonden. Wanneer we de Here Jezus hiervoor bedanken, mogen we Hem ook uitnodigen in ons leven te komen en dan leren we Hem pas echt kennen!
Wanneer we Hem in ons leven uitnodigen, wordt het pas echt Kerst en wordt de Here Jezus ook in ons hart geboren, waardoor we kinderen van God worden.

Theo Niemeijer