De profetieën spreken
Waar niet zoveel over gesproken of geschreven wordt, maar wat wel een duidelijke plaats in de Bijbel krijgt, is de 'grote ver-
drukking'. Nu is verdrukking iets dat bij het leven van gelovigen hoort. De Here Jezus zegt het in Johannes 16 vs. 32: "In de wereld lijdt gij verdrukking, maar houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen".
Dat is de verdrukking die er alle eeuwen is geweest, soms meer, soms minder. Daarnaast zijn er bepaalde perioden van verdrukking. Daarop wijst Paulus in 1 Thess. 1 vs. 6 "Gij hebt het woord onder zware verdrukking met blijdschap des Heiligen Geestes aangenomen." De Here Jezus schrijft in Zijn brief aan de gemeente van Smyrna het volgende: "Gij zult een verdrukking hebben van tien dagen". Waarschijnlijk wordt hier ook een bepaalde korte periode bedoeld. Van Gods wege zal dit bekort worden.
Naast al deze verdrukkingen kent de Bijbel de aankondiging van de grote verdrukking, aan het einde der tijden. Daarvan spreekt de Here Jezus in Zijn profetische rede in Matth. 24 vs. 21 "Er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe en ook niet meer wezen zal".
Deze verdrukking zal echter niet eerder komen dan nadat de gemeente tot de Here is opgenomen, want dit heeft te maken met de komende toorn, waarvan Paulus spreekt in 1 Thess. 1 vs. 10 "En uit de hemelen Zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de doden opgewekt heeft. Jezus, die ons verlost van de komende toorn". Het eerste waar wij aan moeten denken is dat dit een verdrukking is die over het volk Israël zal komen in de laatste tijd. De profeet Jeremia schrijft in hoofdstuk 30 vs. 7 "Het is een tijd van benauwdheid voor Jacob".
In deze tijd gaat ons daarvan iets duidelijk worden. Hoewel Israël al eeuwenlang in de verdrukking heeft geleefd, zien we nu, nu ze weer recht laten gelden op hun eigen, door God toegewezen, land, dat de wereld dit niet neemt. Even, na de Holocaust, hebben de volken geaccepteerd dat er een heel klein stukje van dat land door Israël in bezit mocht worden genomen. Maar onder de druk van de Islamitische volken komt de wereld daar steeds meer van terug. De volken der wereld maken steeds meer front tegen Israël. De resoluties van de Verenigde Naties en van de Arabische Liga spreken boekdelen. Hier zal het echter niet bij blijven. De Bijbel is niet onduidelijk hierin. Wellicht zal er een tijd van vrede komen, zo lezen we wel in de Bijbel, maar het zal een valse vrede zijn, die spoedig zal worden verstoord. En dan komt het moment dat de volken zullen oprukken naar Israël, naar Jeruzalem. Het is niet teveel gezegd als we stellen dat de strijd om Jeruzalem al is begonnen. Het is niet alleen een strijd die met de wapens wordt uitgevochten, het is vooral een geestelijke strijd. Al eerder schreven wij op deze plaats dat het gaat om de strijd achter de strijd.
De volken zullen oprukken naar Jeruzalem, dit alles is te lezen in Ezech. 38 en 39, maar ook in Zach. 14. "Na geruime tijd zult gij een bevel ontvangen; in komende jaren zult gij optrekken tegen het land dat zich van de krijg hersteld heeft, een volk dat uit het gebied van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls die tot een blijvende wildernis waren geworden, maar het is uit de volken uitgeleid; allen wonen zij in gerustheid. Dan zult gij optrekken als een opkomend onweer…” (Ezech. 38 vs. 8).
En Zach. 14 meldt ons hoe de stad zal worden ingenomen. En wat er verder geschreven staat doet ons denken aan de slag om Berlijn in 1945. Of aan Bosnië, maar ook aan de vreselijke dingen die in Afrika zijn gebeurd. Laten we bidden voor de nood van deze wereld, maar in het bijzonder voor de nood van Israël. Toch is er een belangrijk lichtpunt. In Jeremia 30 vs. 7 lezen wij "Maar daaruit zal hij (Israël) gered worden".
Voor dit reddingsplan van God hebben we te denken aan datgene wat in Openbaring 12 geschreven staat, waar het gaat over het volk Israël, dat twee vleugels zal ontvangen om te vluchten. De Olijfberg zal middendoor splijten, zo staat er in Zach. 14 en dan zal er een vluchtweg zijn voor het volk Israël om naar de woestijn van Judea te vluchten, waar het door de Here God bewaard en verzorgd zal worden, een tijd, tijden en een halve tijd, dat is drie en een half jaar. Israël zal daar bewaard blijven totdat de tijd van verdrukking voorbij zal zijn. Want, en dat is het tweede, het is geen verdrukking voor Israël alleen. Het zal een grote verdrukking zijn voor heel de wereld. ' Het is de tijd van de antichrist".
Eindelijk zal het de satan lukken om een tegenspeler op deze aarde te plaatsen, die hij met grote macht en kracht zal uitrusten. We lezen in Openb. 13 vs. 2 "en de draak (satan) gaf hem zijn kracht en zijn troon en grote macht". Eenmaal heeft de satan geprobeerd de Here Jezus te verzoeken om Hem al deze macht en kracht aan te bieden door de Here de koninkrijken van deze wereld aan te bieden, maar de Here is staande gebleven.
Straks zal er een man verschijnen die zich open zal stellen voor de satan en hij zal de macht van al die koninkrijken ontvangen, de antichrist. De satan zal in hem varen en hij zal een gewillig instrument in diens handen zijn. Niet alleen tegen Israël zal hij woeden, maar ook tegen allen die, in die tijd, in de Naam gaan geloven en weigeren het merkteken van het beest te gaan dragen. Ja, hij zal de Here God zelfs uitdagen.
In die tijd zal de zonde opgehoopt liggen tot aan de hemel (Openb. 18 vs. 5.). Dat kan ook niet anders, want dan regeert de ongerechtigheid op deze aarde. In 2 Thess. 2 wordt de antichrist genoemd: de mens der wetteloosheid, de zoon des verderfs, de tegenstander. En hij verheft zich tegen alles wat God of voorwerp van verering heet. Het gaat alleen om hemzelf. Hij komt zelfs zo ver dat hij zich in de tempel Gods (!) zet om aan zich te laten zien dat hij een god is. Deze antichrist krijgt zijn kans omdat dan de Weerhouder, de macht die hem tegenhoudt, van de aarde is weggenomen. Over deze Weerhouder is al heel wat nagedacht in de loop der geschiedenis. Sommigen zagen in Hem de grote Rooms-Katholieke kerk, anderen weer de geordende maatschappij. Deze antichrist zal echter een geestelijke macht zijn die zijn macht en kracht vanuit de hel ontvangt. Zulk een geestelijke macht kan slechts worden tegengehouden door een geestelijke macht die sterker is dan hij. Daartoe is er maar één macht in deze wereld, de Heilige Geest, uitgestort op de grote Pinksterdag, om de gemeente te vormen en de gemeente op te bouwen. Als straks het moment is aangebroken dat de gemeente zal worden opgenomen, zal ook de Heilige Geest deze aarde verlaten. En dan is, zij het voor een begrensde tijd, de weg vrij voor het rijk der duisternis.
Zo wordt de aarde rijp voor het ingrijpen van God. En dat is het volgende waardoor er een tijd van verdrukking over deze aarde zal komen. De toom van God. Hierover schreef de apostel Paulus in 1 Thess. 1 vs. 10 "Die ons verlost van de komende toom". Neen, dat is niet het laatste oordeel. Daar komen we in volgende artikelen nog wel op terug. Dit is toorn van God over deze aarde, vanwege de zonden van de mensen en vanwege hun ongehoorzaamheid en hun openlijk verzet tegen de Here God.
Deze toom van God vinden we omschreven in Openb. 6 tot Openb. 19. Wij citeren een enkel vers daaruit:
"En de mensen zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, die gezeten is op de troon, en voor de troon van het Lam; want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?” (Openb. 6 vs. 16 en 17).
We zouden Openb. 6 vs. 12 tot 17 een samenvatting kunnen noemen van de dingen die verder over de aarde zullen komen. Wel een ernstige samenvatting. In de verdere hoofdstukken lezen we hoe de verschillende plagen de aarde zullen teisteren. Te verschrikkelijk om hier op te schrijven. Ieder leze dit voor zichzelf. Maar er komt een einde aan. Aan het einde, we komen daar later op terug, verschijnt de grote Overwinnaar van Golgotha en de Paasmorgen. Dan is het gebeurd met de macht van de antichrist. De satan zal worden gebonden. De antichrist en de valse profeet worden levend geworpen in de poel van vuur en zwavel. En de aarde zal eindelijk opgelucht kunnen ademhalen. Israël komt uit de woestijn om het land in bezit te nemen en om dan de roeping te volgen waartoe dit volk is geroepen: om een zegen te zijn voor de volken van deze wereld.
En de gemeente? De gemeente zal voor altijd bij de Here zijn in Zijn heerlijkheid om met Hem te regeren. Welk een uitzicht, bruidsgemeente!
Hoort u daar reeds bij?
ds. Jac. Schouten
drukking'. Nu is verdrukking iets dat bij het leven van gelovigen hoort. De Here Jezus zegt het in Johannes 16 vs. 32: "In de wereld lijdt gij verdrukking, maar houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen".
Dat is de verdrukking die er alle eeuwen is geweest, soms meer, soms minder. Daarnaast zijn er bepaalde perioden van verdrukking. Daarop wijst Paulus in 1 Thess. 1 vs. 6 "Gij hebt het woord onder zware verdrukking met blijdschap des Heiligen Geestes aangenomen." De Here Jezus schrijft in Zijn brief aan de gemeente van Smyrna het volgende: "Gij zult een verdrukking hebben van tien dagen". Waarschijnlijk wordt hier ook een bepaalde korte periode bedoeld. Van Gods wege zal dit bekort worden.
Naast al deze verdrukkingen kent de Bijbel de aankondiging van de grote verdrukking, aan het einde der tijden. Daarvan spreekt de Here Jezus in Zijn profetische rede in Matth. 24 vs. 21 "Er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe en ook niet meer wezen zal".
Deze verdrukking zal echter niet eerder komen dan nadat de gemeente tot de Here is opgenomen, want dit heeft te maken met de komende toorn, waarvan Paulus spreekt in 1 Thess. 1 vs. 10 "En uit de hemelen Zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de doden opgewekt heeft. Jezus, die ons verlost van de komende toorn". Het eerste waar wij aan moeten denken is dat dit een verdrukking is die over het volk Israël zal komen in de laatste tijd. De profeet Jeremia schrijft in hoofdstuk 30 vs. 7 "Het is een tijd van benauwdheid voor Jacob".
In deze tijd gaat ons daarvan iets duidelijk worden. Hoewel Israël al eeuwenlang in de verdrukking heeft geleefd, zien we nu, nu ze weer recht laten gelden op hun eigen, door God toegewezen, land, dat de wereld dit niet neemt. Even, na de Holocaust, hebben de volken geaccepteerd dat er een heel klein stukje van dat land door Israël in bezit mocht worden genomen. Maar onder de druk van de Islamitische volken komt de wereld daar steeds meer van terug. De volken der wereld maken steeds meer front tegen Israël. De resoluties van de Verenigde Naties en van de Arabische Liga spreken boekdelen. Hier zal het echter niet bij blijven. De Bijbel is niet onduidelijk hierin. Wellicht zal er een tijd van vrede komen, zo lezen we wel in de Bijbel, maar het zal een valse vrede zijn, die spoedig zal worden verstoord. En dan komt het moment dat de volken zullen oprukken naar Israël, naar Jeruzalem. Het is niet teveel gezegd als we stellen dat de strijd om Jeruzalem al is begonnen. Het is niet alleen een strijd die met de wapens wordt uitgevochten, het is vooral een geestelijke strijd. Al eerder schreven wij op deze plaats dat het gaat om de strijd achter de strijd.
De volken zullen oprukken naar Jeruzalem, dit alles is te lezen in Ezech. 38 en 39, maar ook in Zach. 14. "Na geruime tijd zult gij een bevel ontvangen; in komende jaren zult gij optrekken tegen het land dat zich van de krijg hersteld heeft, een volk dat uit het gebied van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls die tot een blijvende wildernis waren geworden, maar het is uit de volken uitgeleid; allen wonen zij in gerustheid. Dan zult gij optrekken als een opkomend onweer…” (Ezech. 38 vs. 8).
En Zach. 14 meldt ons hoe de stad zal worden ingenomen. En wat er verder geschreven staat doet ons denken aan de slag om Berlijn in 1945. Of aan Bosnië, maar ook aan de vreselijke dingen die in Afrika zijn gebeurd. Laten we bidden voor de nood van deze wereld, maar in het bijzonder voor de nood van Israël. Toch is er een belangrijk lichtpunt. In Jeremia 30 vs. 7 lezen wij "Maar daaruit zal hij (Israël) gered worden".
Voor dit reddingsplan van God hebben we te denken aan datgene wat in Openbaring 12 geschreven staat, waar het gaat over het volk Israël, dat twee vleugels zal ontvangen om te vluchten. De Olijfberg zal middendoor splijten, zo staat er in Zach. 14 en dan zal er een vluchtweg zijn voor het volk Israël om naar de woestijn van Judea te vluchten, waar het door de Here God bewaard en verzorgd zal worden, een tijd, tijden en een halve tijd, dat is drie en een half jaar. Israël zal daar bewaard blijven totdat de tijd van verdrukking voorbij zal zijn. Want, en dat is het tweede, het is geen verdrukking voor Israël alleen. Het zal een grote verdrukking zijn voor heel de wereld. ' Het is de tijd van de antichrist".
Eindelijk zal het de satan lukken om een tegenspeler op deze aarde te plaatsen, die hij met grote macht en kracht zal uitrusten. We lezen in Openb. 13 vs. 2 "en de draak (satan) gaf hem zijn kracht en zijn troon en grote macht". Eenmaal heeft de satan geprobeerd de Here Jezus te verzoeken om Hem al deze macht en kracht aan te bieden door de Here de koninkrijken van deze wereld aan te bieden, maar de Here is staande gebleven.
Straks zal er een man verschijnen die zich open zal stellen voor de satan en hij zal de macht van al die koninkrijken ontvangen, de antichrist. De satan zal in hem varen en hij zal een gewillig instrument in diens handen zijn. Niet alleen tegen Israël zal hij woeden, maar ook tegen allen die, in die tijd, in de Naam gaan geloven en weigeren het merkteken van het beest te gaan dragen. Ja, hij zal de Here God zelfs uitdagen.
In die tijd zal de zonde opgehoopt liggen tot aan de hemel (Openb. 18 vs. 5.). Dat kan ook niet anders, want dan regeert de ongerechtigheid op deze aarde. In 2 Thess. 2 wordt de antichrist genoemd: de mens der wetteloosheid, de zoon des verderfs, de tegenstander. En hij verheft zich tegen alles wat God of voorwerp van verering heet. Het gaat alleen om hemzelf. Hij komt zelfs zo ver dat hij zich in de tempel Gods (!) zet om aan zich te laten zien dat hij een god is. Deze antichrist krijgt zijn kans omdat dan de Weerhouder, de macht die hem tegenhoudt, van de aarde is weggenomen. Over deze Weerhouder is al heel wat nagedacht in de loop der geschiedenis. Sommigen zagen in Hem de grote Rooms-Katholieke kerk, anderen weer de geordende maatschappij. Deze antichrist zal echter een geestelijke macht zijn die zijn macht en kracht vanuit de hel ontvangt. Zulk een geestelijke macht kan slechts worden tegengehouden door een geestelijke macht die sterker is dan hij. Daartoe is er maar één macht in deze wereld, de Heilige Geest, uitgestort op de grote Pinksterdag, om de gemeente te vormen en de gemeente op te bouwen. Als straks het moment is aangebroken dat de gemeente zal worden opgenomen, zal ook de Heilige Geest deze aarde verlaten. En dan is, zij het voor een begrensde tijd, de weg vrij voor het rijk der duisternis.
Zo wordt de aarde rijp voor het ingrijpen van God. En dat is het volgende waardoor er een tijd van verdrukking over deze aarde zal komen. De toom van God. Hierover schreef de apostel Paulus in 1 Thess. 1 vs. 10 "Die ons verlost van de komende toom". Neen, dat is niet het laatste oordeel. Daar komen we in volgende artikelen nog wel op terug. Dit is toorn van God over deze aarde, vanwege de zonden van de mensen en vanwege hun ongehoorzaamheid en hun openlijk verzet tegen de Here God.
Deze toom van God vinden we omschreven in Openb. 6 tot Openb. 19. Wij citeren een enkel vers daaruit:
"En de mensen zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, die gezeten is op de troon, en voor de troon van het Lam; want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?” (Openb. 6 vs. 16 en 17).
We zouden Openb. 6 vs. 12 tot 17 een samenvatting kunnen noemen van de dingen die verder over de aarde zullen komen. Wel een ernstige samenvatting. In de verdere hoofdstukken lezen we hoe de verschillende plagen de aarde zullen teisteren. Te verschrikkelijk om hier op te schrijven. Ieder leze dit voor zichzelf. Maar er komt een einde aan. Aan het einde, we komen daar later op terug, verschijnt de grote Overwinnaar van Golgotha en de Paasmorgen. Dan is het gebeurd met de macht van de antichrist. De satan zal worden gebonden. De antichrist en de valse profeet worden levend geworpen in de poel van vuur en zwavel. En de aarde zal eindelijk opgelucht kunnen ademhalen. Israël komt uit de woestijn om het land in bezit te nemen en om dan de roeping te volgen waartoe dit volk is geroepen: om een zegen te zijn voor de volken van deze wereld.
En de gemeente? De gemeente zal voor altijd bij de Here zijn in Zijn heerlijkheid om met Hem te regeren. Welk een uitzicht, bruidsgemeente!
Hoort u daar reeds bij?
ds. Jac. Schouten