De profetieën spreken

ds. Jac. Schouten • 76 - 2000/01 • Uitgave: 11
Één van de grote profetische woorden uit het begin van de evangelieverkondiging vinden we in Handelingen 3 vs. 19 en 20, waar we lezen: "Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren, en Hij de Christus, die voor u tevoren bestemd was, Jezus, zende".

Veel mensen zullen niet aan deze woorden denken bij het overstroomd worden van al de berichten over de "vredesconferentie", welke in Camp David wordt gehouden. Daar worden zowel Barak alsook Arafat onder geweldige druk gezet. Want heel de politieke wereld is van mening dat er pas vrede in de wereld kan komen als er vrede in het Midden-Oosten is. Daarom gaat de politieke belangstelling steeds meer naar dat Midden-Oosten uit en vooral naar de stad Jeruzalem. En velen denken er niet bij dat Jeruzalem de stad van de grote Koning is (Matth. 5:35). De grote druk die wordt uitgeoefend maakt duidelijk dat de wereld wil dat die vrede er nu moet komen. Als u deze regels leest, zijn we al weer enkele weken verder en is het duidelijk geworden of die afgedwongen vrede er zal komen.

Hoe het werkelijk zal gaan, vermeldt onze tekst in Hand. 3. Petrus, vol van de Heilige Geest zijnde, heeft heel goed geweten op welke wijze de echte vrede moet komen, daarom laat hij deze hartstochtelijke oproep horen:

"Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden".

Dat is het waar het om gaat. Hoewel we weten dat God al tientallen jaren bezig is Zijn volk thuis te brengen, is dit het toch waar alles op wacht. Om behouden te worden moet de mens bekeerd zijn. Zich afgekeerd hebben van de zonde en omgekeerd naar God en dat alles door de Here Jezus Christus, die een verzoener is voor onze zonden. Voor Jood en Griek is er geen andere weg. En dat kan wel eens innerlijke problemen geven. Want de Joden hadden heel wat waarop zij zich konden beroepen. Later wordt het door Paulus op een rijtje gezet. Zij waren Gods volk, zij hielden de wet, zij waren besneden en in het Verbond opgenomen, en uiteindelijk waren ook de beloften voor hen. Zij hadden toch zeker geen bekering nodig?

Ook in onze tijd komen wij wel eens mensen tegen die denken dat het bij hen wel goed zit. Ze zijn als kind gedoopt, ze hebben belijdenis gedaan en wandelen netjes door het leven heen.

Maar of de mens nu als Jood besneden is, klein of groot gedoopt is, of u een gelovige opvoeding hebt gehad en in een gelovig gezin bent geboren, ieder mens heeft bekering nodig om behouden te worden. En dat is wat Israël te horen krijgt van Petrus, nu bijna tweeduizend jaar geleden. Ze moeten tot berouw en bekering komen. En dat geldt ook voor het Israël van vandaag. Ook voor hen is er maar één weg, het kruis van Golgotha.

Daarom deze hartstochtelijke oproep: Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden.

Als dat gebeurt dan zijn ze er ook niet meer. God gedenkt onze zonde niet meer. Dat is de rijkdom van Gods genade, welke er is voor Jood en heiden. En Israël krijgt iets wondermoois te horen: Opdat er tijden van verademing mogen komen. En dat is iets anders dan waar men nu mee bezig is in Camp David. Waarschijnlijk zal het wel vrede worden. Is het niet nu, dan een volgende keer. Want de Bijbel zegt (1 Thess. 5 vs. 3) dat er een tijd komt dat de mensen het zullen uitroepen: "Vrede, vrede en geen gevaar"'. Maar dat is niet de verademing waar Israël en waar ook de wereld op wacht.

Deze verademing, zo staat het in Hand. 3, komt van het aangezicht des Heren. Hoe hunkerde Israël daar toen al naar, hoe hunkert Israël daar vandaag naar. Toen was er een zekere, hoofdzakelijke, godsdienstige vrijheid. Maar achter de tempel, waar het hart van de godsdienst van Israël zich afspeelde, verrees dreigend de burcht Antonia. Als symbool van de Romeinse macht, de antimacht.

Vandaag zien we achter de terugkeer van de Joden naar het land der vaderen de macht oprijzen van de Ver. Naties. Daar zien we de haat van de omringende volken. De dreiging van het alleen staan in deze wereld. Daarom hunkert Israël naar de tijden van verademing. En al zal het door een moeilijke weg gaan, die tijd zal zeker komen. Maar de verademing waar het werkelijk om gaat is de Goddelijke verademing. Dan zullen er drie zaken gaan gebeuren. Eerst moet de verlossing voor Israël werkelijkheid worden. En we denken dan heel bijzonder aan de verlossing van zonde. Zij zullen de profetieën van Jesaja over de lijdende Knecht des Heren niet langer moeten verdoezelen, maar in zijn grote en machtige betekenis moeten gaan zien. Dan zullen zij de Messias zien die ook voor hen Zijn bloed, Zijn leven, heeft gegeven. Dan zullen zij Hem gaan zien die zij doorstoken hebben. Het is niet voor niets dat Petrus zijn toespraak begint met hun zware schuld vast te stellen: "Gij hebt de Heilige en Rechtvaardige verloochend". Dit alles gaat gebeuren als de Heilige Geest ook over Israël zal worden uitgestort (Joël 2 vs. 28). Dan komt Israël tot berouw en bekering. Dan zal een machtig geween opstijgen (Zach. 12). Ja, het volk zal zeggen: "Laat ons wederkeren tot de Here" (Hosea 6). Wonderlijk is wat er profetisch bijgevoegd werd. "Hij zal ons na twee dagen doen herleven en ten derde dage zal Hij ons oprichten". Is hier sprake van twee maal duizend jaar? En is het de derde "dag" waarin Israël wordt opgericht? Hoe dichtbij zijn de vervullingen van het Profetisch Woord. Alles wacht op het moment dat Israël zal roepen om de Messias-Koning.

Dan zal de Here verschijnen in alle heerlijkheid. Waar blijft dan Camp David, de woonplaats van de machtigste man en de residentie van de machtigste natie op aarde? Waar blijven alle politieke resoluties? Wij kunnen ons niet bij benadering voorstellen hoe dat zal zijn als de Here Jezus Christus zal verschijnen aan Israël. Naar mijn gedachten zal de Here eerst alleen aan Israël verschijnen zoals Jozef zich eerst aan zijn broers bekend maakte voordat de Egyptenaren met deze zaak worden geconfronteerd. En Hij, de Here Messias, die hen van zonde verlost, zal Israël ook verlossen van al Zijn vijanden. Dan zal het werkelijkheid worden dat Jeruzalem de stad van de grote Koning zal zijn. Want dan zal alleen de Naam van de Here God daar groot worden gemaakt. Wat een tijd zal dat zijn. Israël, dat zijn Koning-Messias begroet. Israël, dat eindelijk tot berouw en bekering komt en verlost wordt van zijn zonde. Maar daar blijft het niet bij.

Want de dagen van verademing zullen dan aanbreken, om nimmermeer te eindigen. God Zelf zal het land herstellen. Reeds tientallen jaren is de omkeer gaande. Het eens zo dorre land, dat woest was gelaten (Matth. 23 vs. 38), komt reeds tot bloei. Maar straks zal dit onder grotere zegen van de Here God geschieden.

De grenzen van het land zullen verwijd worden, het land zal tot zeer grote bloei komen en Israël zal in grote verademing mogen leven. Eindelijk zal het volk tot rust komen na eeuwenlange omzwervingen over de aarde, want dan is Israël geestelijk ook thuisgekomen. Wat een uitzicht voor het volk.

We kunnen de vraag van de discipelen begrijpen: "Here, herstelt Gij in deze tijd het Koningschap voor Israël?" Maar de tijd was nog niet daar, want er moest een volk vanuit de volkeren der wereld verzameld worden. Want door de val van Israël is het heil tot de volkeren gekomen. Is het teveel om te zeggen dat we nu gaan zien hoe dat getal reeds vol begint te raken?

Gods Woord zegt dat er een gedeeltelijke verharding over Israël is gekomen totdat de volheid uit de heidenen zal binnengaan. Deze volheid zal straks binnengaan. Gods gemeente vanuit de volkeren zal dan voor eeuwig bij de Here mogen zijn. En Israël? De weg naar de tijden van verademing zal niet gemakkelijk zijn, maar die tijd komt en dan zal ook Israël in vrede leven. Een vrede, die zich zal meedelen aan de volkeren der aarde. Want bewust of onbewust weet men het vandaag: Geen wereldvrede zonder vrede voor Israël. En deze vrede komt, en de verademing komt, omdat de Koning komt en Hij zal als Vredevorst regeren.

ds. Jac. Schouten