De profetieën spreken

ds. Jac. Schouten • 76 - 2000/01 • Uitgave: 5
In Mattheüs 23 tot 25 komen we een wonderlijke profetische lijn tegen, waarvan een aantal profetieën reeds zijn vervuld, maar het grootste deel moet nog vervuld worden. Het wonderlijke hier is dat het zo duidelijk achter elkaar geschreven is en een wonderbare samenvatting toont. In ons vorige artikel schreven we reeds hierover.

In het eerste deel hiervan, in Matth. 23, wendt de Here zich af van het volk Israël, nadat Hij de leiders van het volk, de Farizeeërs en Schriftgeleerden, op een ongemeen duidelijke wijze had gezegd dat zij het volk op de verkeerde weg leiden en dat zij zelf blinde leidslieden waren.

Daarmee neemt de Here Jezus afscheid van het volk, maar niet zonder dat Hij hen op de heilrijke toekomst heeft gewezen in de laatste verzen van Matth. 23:
"Want Ik zeg u, gij zult Mij van nu aan niet meer zien, totdat gij zegt: Gezegend Hij, die komt in Naam des Heren".

Vervolgens komt dan de uitspraak van de Here Jezus waarin Hij zegt dat van de prachtige tempelgebouwen geen steen op de andere zal blijven staan. En daarmee sluit hoofdstuk 24 heel goed bij het voorgaande hoofdstuk aan.

Er zit een lange tijd tussen, maar in het profetische gebeuren zien we hier reeds de tijd die vooraf gaat aan die grote uitspraak van Israël over de komende koning. De discipelen, echte Joden als zij waren, zijn ontzet over de woorden van de Here Jezus. Zij willen er meer van weten en hun vraag is daarop gericht:
"Zeg ons, wanneer zal dat geschieden, en wat is het teken van Uw komst en van de voleinding der wereld?"

In een lange en indrukwekkende rij noemt de Here Jezus dan de tekenen die het einde vooraf gaan en markeren. Deze tekenen zullen plaats vinden op geestelijk en politiek terrein, maar ook op het terrein van de natuur. De ganse kosmos zal er bij betrokken zijn. Over het geestelijk terrein hebben we in het vorige artikel reeds gelezen. De satan weet dat zijn tijd nog maar kort is.

Hij verstaat de tekenen heel goed. Het occultisme, in wat voor wetenschappelijk jasje ook gegoten, zal uiteindelijk de weg banen voor de, zij het korte, heerschappij van de antichrist en de valse profeet. Die tijd zal mede gekenmerkt worden door de verschijning van valse christussen en valse profeten. Dezen zullen zelfs proberen de uitverkorenen te verleiden. In die tijd zal een samengaan plaatsvinden van de verschillende wereldgodsdiensten. In onze tijd wordt daar reeds het fundament voor gelegd. Steeds meer wordt er, ook in ons land, gewerkt naar een grotere samenwerking tussen de verschillende godsdiensten. Juist dezer dagen hoorden we van voorbereidingen van de samenkomst, welke wordt gehouden ter voorbereiding van het parlementaire werk en van onze regering. Een gebedsdienst samen met de bidders tot Allah. Het heeft er toe geleid dat enkele bijbelgetrouwe kerken hebben afgehaakt.

Het is echter niet meer tegen te houden, de trein dendert voort. We zullen in de komende tijden nog van veel meer zaken horen.
Ook op het politieke terrein gaat de eindtijd zich melden. We lezen: "Volk zal opstaan tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk, oorlogen en geruchten van oorlogen". De Here Jezus wijst daarbij op de dagen van Noach, waarvan in Gen.6 geschreven staat dat het geweld heerste op de aarde, in een televisie uitzending beluisterden we een gesprek over de kernwapens. Er werd gesproken over de gevaarlijke landen, zoals Iran en Irak, Pakistan en India, die over kernwapens beschikken, maar ook over terroristische organisaties, die in staat zijn deze kernwapens zeer gemakkelijk in handen te krijgen. En dan? De wereld is op weg naar een situatie waarin de roep om een sterke man steeds groter zal worden. Een man die macht genoeg heeft om deze gevaarlijke zaken alsnog tegen te houden. Een man die zoveel macht heeft dat hij in staat is orde te scheppen in de warboel van deze wereld, wat het resultaat is van de altijd tot compromis bereid zijnde democratie. Deze democratie zal uiteindelijk komen tot het samengaan van ijzer en leem zoals we in het beeld van koning Nebukadnezar zien (Dan. 2). Maar ijzer en leem laten zich niet vermengen, waardoor de eindconflicten zich zullen aandienen en de wereld een moeilijke, een zeer moeilijke tijd, te wachten staat die pas zal eindigen met de wederkomst in alle heerlijkheid en volheid van de Here Jezus Christus. Een belangrijk woord is dat wat de Here Jezus zegt in hoofdstuk 24 vers IS, als Hij wijst op de gruwel der verwoesting, die opgericht zal worden op de heilige plaats. Die heilige plaats kan geen andere zijn dan de tempel.

In de loop der geschiedenis is deze heilige plaats door de vijanden van Israël meermalen ontwijd. Ook de profeet Daniël spreekt hiervan. Het is dan ook verleidelijk om bij deze woorden te denken aan dat wat zich onder koning Antiochus II Epiphanes heeft voorgedaan. Deze Syrische koning haatte alles wat heilig en wat Joods was. Hij heeft ook op een gruwelijke wijze de tempel ontwijd. Toch, in het kader van de profetische rede van de Here Jezus, is het beter om aan de toekomst te denken. Aan de tempel die in de toekomst in Jeruzalem gebouwd zal worden. Zowel 2 Thess. 2, alsook Openb. 11 spreken daarvan. In die te bouwen tempel zal straks de antichrist plaatsnemen, terwijl alle televisiecamera's van de wereld op hem staan gericht. Dan zal hij zichzelf als god uitroepen. Terwijl tevens in de tempel een beeld zal worden opgericht voor de antichrist. Een beeld dat een geest van leven zal hebben. En de wereld zal hem aanbidden. De wereld, maar niet het volk Israël. Wellicht heeft Israël eerst nog enige sympathie gehad voor deze werelddictator. Nu deze man zich zal vergrijpen aan het heilige neemt men dit niet. Het volk zal in opstand komen om de gruwel te keren en dan zal de oorlog compleet zijn. Dan zal alles zich met grote snelheid gaan bewegen naar de eindslag der volkeren in Armageddon. Een merkwaardig woord in dit alles is Matth. 24 vs. 28 waar staat: "Waar het aas is, daar zullen de gieren zich verzamelen". Is dit een verwijzing naar Ezech. 39 waar aan Gog een vernietigende slag zal worden toegebracht waarbij geschreven staat dat Gog zijn graf vindt in Israël? Ook vanuit de rede van de Here Jezus wordt veel van de politieke toekomst van deze wereld duidelijk. En ziende in deze wereld kunnen we zeggen: De tijd is _nabij. Naast de geestelijk-politieke toestand van het einde, zullen er ook tekenen in de natuur zijn. In het verleden is de natuur betrokken geweest bij grote gebeurtenissen. We denken aan de zondvloed, aan de omkering van Sodom en Gomorra. Bijzonder ook aan de zon die stil stond in" het dal van Ajjalon, in de grote strijd die Jozua voerde (Joz. 10). Indrukwekkend zijn de gebeurtenissen welke in de natuur plaats vinden rondom het sterven en de opstanding van de Here Jezus. Aardbevingen, die de graven deden open springen. Maar meer nog zal de natuur meespreken als God straks een einde zal maken aan de heerschappij van zonde, dood en duisternis. De Bijbel spreekt van hongersnoden en aardbevingen. Lucas voegt er nog "pestziekten" aan toe. Hoewel niet zo duidelijk genoemd zouden we ook overstromingen kunnen noemen. Het natuurgeweld, waar tegen de mens met al zijn technische en wetenschappelijke mogelijkheden niets kan beginnen.

Er valt nog veel van te zeggen, maar iedereen die bereid is om Matth. 24 goed te lezen, zal zien hoe geweldig en groots de dingen van het einde zullen zijn. Niet voor niets door de Here de tijd van de grote verdrukking genoemd.

Nu zal het wel niet zo zijn dat de dingen van de ene op de andere dag zullen gebeuren. Er zal een voorbereiding van dit alles zijn. Daarom kunnen we boven dit alles het woord "toenemend" plaatsen. En dat toenemen van de hier genoemde zaken gebeurt in onze tijd. Natuurrampen nemen toe in hoeveelheid en in omvang. De politiek gaat zich steeds meer ontwikkelen naar eer- grotere eenheid, geheel volgens het bijbelse schema. We zien het reeds komen in de economie, waar de fusies niet van de lucht zijn. Fusies die voeren naar internationaal terrein. Op politiek terrein is de fusie van de landen van Europa niet ver meer.

We zouden zeggen dat iedereen dit toch moet zien. Maar helaas zegt de Here Jezus in deze toespraak dat het zal zijn als in de dagen van Noach toen de mensen niets bemerkten. Zo zal het ook straks zijn. We rusten op onze weelde, op onze rijkdom, of, voor een groot deel van de wereld, we zitten in grote armoede. Maar men merkt het niet dat alles zich ontwikkelt naar het profetische schema. Helaas merken ook de kerken dat niet. Slechts hier en daar horen we soms iets zeggen over de eindtijd. Maar soms is het of de prediker daar dan zelf van schrikt en het snel weer probeert te verzachten.

Zij bemerken het niet, totdat… totdat de dingen zich met grote snelheid zullen ontwikkelen. Wat een voorrecht dat God ons nog genade geeft om deze zaken bekend te maken. Want nog is het tijd. De deur van Gods genade staat open, maar wordt straks gesloten. In het volgend artikel gaat het over de kloof, die dwars door Gods kerk loopt.

ds. Jac. Schouten