De pijn van teleurstelling

Feike ter Velde • 89 - 2013 • Uitgave: 17
Het leven kan pijn doen. Wie heeft daarmee geen ervaring? Iedereen toch?
De belangrijkste vraag voor christenen: hoe ga ik daarmee om? Wat is mijn reactie op de omstandigheden waarin ik terecht ben gekomen en die ik zelf niet heb uitgekozen? Wat is mijn houding daarin als christen? Wat is Gods weg… voor mij?
Om over na te denken!


Soms lees je een leuke of minder leuke tegeltjeswijsheid. Vroeger zetten mensen hun wijsheden op een tegeltje, in Delftsblauw of in andere kleuren en hingen dat aan de muur. Er hangen er nog heel wat in ons land. De bekendste is misschien wel: God heeft ons geeen kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst. Of deze, misschien een beetje meer humanistisch: Van het concert des levens krijgt niemand een program.
Nog steeds zijn dit waarheden als koeien, ooit door iemand onder woorden gebracht in zo’n oneliner en via de tegeltjeswijsheid zijn ze nu vereeuwigd. Niet zelden worden ze gebruikt in een moeilijke situatie als iemand ernstig ziek is geworden, of wanneer iemand is gestorven. Bij gebrek aan eigen woorden is zo’n bekende spreuk een grote hulp. Maar is het voor de persoon in kwestie een woord van enige betekenis? Is het op dat moment een troostwoord dat ook werkelijk troost biedt? Ik vrees van niet. Meestal niet. Want de klap kan hard zijn, te hard en het verdriet onpeilbaar diep.

Onpeilbare diepten
Bij Job gingen zijn vrienden maar gewoon met hem op de vuilnisbelt zitten en zwegen.
‘Een klein jongetje van zeven jaar hielp altijd de oude buurman in zijn tuin. Hij was daar graag en de oude man vond het altijd gezellig. Op een dag stierf zijn vrouw en het jongetje was al weken niet meer bij hem geweest. Zijn moeder vond dat beter. Maar op een dag ging hij toch weer. Na een paar uur kwam hij weer thuis. “Heb je weer in de tuin gewerkt?”, vroeg moeder. “Nee, ik heb op zijn knie gezeten op het tuinbankje”, antwoordde hij. “Wat heb je tegen hem gezegd?”, vroeg moeder. “Niets, ik hem alleen op zijn knie gezeten”, zei hij. “Heb je de hele tijd niets gezegd?”, vroeg moeder nogmaals. “Nee, niets. Ik heb hem alleen helpen huilen.” Tranen welden op in de ogen van het kleine mannetje toen hij zijn moeder aankeek.
Voor deze oude man was dit waarschijnlijk meer vertroostend dan alle woorden die anderen tegen hem hebben gesproken. Niemand kan bij het verdriet wanneer een mens in zo’n peilloze afgrond is terechtgekomen.

Hem kènnen
Toch is dat voor Gods kinderen, voor de ware gelovigen, niet het laatste. Want we mogen de God van alle vertroosting kennen (2 Korintiërs 1:4 e.v.). Maar kennen we Hem ook werkelijk? Leggen we ons erop toe om Hem beter te leteren kennen door Zijn Woorden, door Zijn Geest? Of is ons kennen niet meer dan oppervlakkige christelijke religie waar de kracht uit is? Komen er dan moeilijkheden en teleurstellingen dan zijn we nergens. We zoeken naar excuses voor ons zwakke geloofsleven en voor het missen van Gods kracht daarin. Hoe aanspreekbaar zijn we daarop, ook nu… nu alles nog voor de wind gaat.
Die jonge vrouw, die zo ernstig ziek was en weinig overlevingskansen meer had, zei toen iemand haar aansprak op de Bijbel en de God van de Bijbel: “Ja zeg, daar moet je nu mee komen. Ik heb nu wel wat anders aan mijn hoofd.” Kort daarna is ze gestorven, alleen en zonder de levende God; zonder de Heiland die de dood overwon, opdat wij zouden leven in eeuwigheid! Hoe aanspreekbaar bent u daarop… op dit moment?

Gods weg door de zee
Teleurstelling en tegenspoed zijn vaak de beste instrumenten van de Heilige Geest om ons geloofsleven te beproeven, zodat we zelf gaan zien hoe we er voor staan in onze relatie met God. We leren de grote lessen uit de Schrift, tenminste als we dat willen leren! Denk eens aan Israël: bevrijd uit de slavernij van Egypte, op weg de vrijheid in… eindelijk! En dan loopt de weg dood! Ze staan aan de oever van de zee en het leger van Farao is onderweg. Dit kan niets anders betekenen dan de dood. Wat een immense teleurstelling! Alles was met een klap veranderd. Maar u weet het: het werd de dood van heel het leger van de Farao.
En toen ging Mozes zingen. Zingen! Het grote verlossingslied van Exodus 15 – wat Israël uiteindelijk ook zal zingen in Openbaring 15, als de definitieve verlossing uit de wereld van de volken een feit zal zijn geworden. Een lied… maar ook: wat een preek! Wat een onderwijs voor het volk van God in dit lied van Mezes, Israëls grote aanvoerder van Godswege! De vrouwen, onder leiding van Mirjam, de zuster van Mozes en Aäron, gingen ook zingen en de vrouwen dansten bij de tamboerijnen. Wat een blije en vrolijke boel daar bij Gods volk.

Beproeving
Maar de beproeving is niet opgehouden. Steeds weer komen er nieuwe teleustellingen. Na drie dagen door de woestijn te zijn getrokken blijkt er geen water te vinden (Exodus 15:22)! Als ze dan toch nog water vinden – en de nood was inmiddels hoog – dan blijkt het ondrinkbaar: bitter!
Probeer u dit even een moment in te denken. Er was de belofte van de verlossing uit Egypte. Grote tekenen en wonderen geschiedden door de staf van Mozes, door de machtige rechterarm van Israëls God. En nu zijn ze toch niet verder gekomen dan de woestijn, waar al direct bleek dat het water schaars was en nu blijkt ook nergens iets te eten te zijn. Ze zijn nu anderhalve maand onderweg, waren heerlijk uitgerust in Elim en hadden de belofte van de Here dat Hijzelf hun Geneesheer, hun Heelmeester zou zijn in de woestijn, mocht er iemand ziek worden. Na zoveel wonderen en tekenen was zo’n belofte toch ook geloofwaardig! Maar niets dan gemopper, verlangen om terug te keren naar het oude leven toen daar alles nog goed was. Verwijten aan Mozes. Dan maar Gods weg verlaten! De weg van God blijkt onbegaanbaar!

Ben ik daarom christen geworden, om alles te verliezen? Hoeveel variaties zijn er niet op deze begrijpelijk jammerklacht? En toch, ondanks alle teleurstelling, dwars door alle pijn van het leven, zal iedere ware christen zeggen: Elke dag met Jezus is heerlijker dan de dag daarvoor!

Feike ter Velde