De opstanding van Jezus Christus
Het hart van het Evangelie
HET GROTE NIEUWS VAN DE OPSTANDING VAN DE HERE JEZUS CHRISTUS ZETTE HET LEVEN VAN ZIJN LEERLINGEN VOLKOMEN OP Z'N KOP. WEG WAS DE VREES! IMMERS, DE DOOD WAS VERSLAGEN. DE VERVLOGEN HOOP WAS TOT HERLEVING GEKOMEN. HET HART VAN HET EVANGELIE: DE HEER IS WAARLIJK OPGESTAAN! MAAR KLOPT DAT HART NOG?
“Zij vonden de steen van het graf afgewenteld, en toen zij er ingegaan waren, vonden zij het lichaam van de Here Jezus niet. En het geschiedde, terwijl zij daarover in verlegenheid waren, dat, zie, twee mannen in een blinkend gewaad bij haar stonden. En toen zij zeer verschrikt werden en haar aangezicht ter aarde neigden, zeiden dezen tot haar: Wat zoekt gij de levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt”. Lucas 24:2-6
Twee dingen rond de opstanding van Christus zijn fundamenteel: het feit van de opstanding en het geloof in de opstanding. Deze twee dingen liggen al tientallen jaren onder vuur als het gaat om de opstanding van Christus. Er is de pure ontkenning in de vrijzinnige theologie: "absoluut onmogelijk" en er is de vromere bestrijding: "het is een verhaal".
HET FEIT VAN DE OPSTANDING
De opstanding van de Here Jezus wordt ons in de Schrift gepresenteerd als historische gebeurtenis. Het gaat in de Evangeliën om de lichamelijke opstanding van Jezus. Wie de historische betrouwbaarheid ter discussie stelt, houdt van de Bijbel en het Evangelie van Jezus Christus niets over. Iedere keer opnieuw moet het feit van de opstanding eerst helder worden onderstreept en krachtig worden verkondigd. Dat moet tegen weer en wind in. De vrijzinnige boeken - die niet zelden tot bestsellers worden - hebben ons de laatste jaren overspoeld. De moderne mens, met zijn wetenschappelijke denkkaders, kan de opstanding eenvoudig niet geloven. Dat gaat in tegen de alles omvattende wetenschapsfilosofie, die ons de grenzen van weten en kennen duidelijk aangeeft. Alles wat buiten die grenzen gaat heet 'wonder' en daarmee kan de academisch denkende mens van onze tijd niet mee uit de voeten. Daar wordt het 'geloof'. Dat geloof verhoudt zich niet tot de wetenschap, tenzij men bereid is te zeggen dat er buiten onze zichtbare werkelijkheid nog àndere werkelijkheden zijn, die wij niet zien noch beheersen.
Het historische feit van de opstanding heeft in alle eeuwen blootgestaan aan kritiek. Dat is ook de achtergrond van het krachtige betoog van Paulus in 1 Corinthe 15. Hij legt alle nadruk op de lichamelijke opstanding van Christus, zoals in de vier Evangeliën wordt beschreven. Alle kromme redeneringen ten spijt, wie objectief leest wat de Evangeliën melden van de lichamelijke opstanding en wie daarnaast Paulus leest in genoemde Corinthebrief kan niet anders dan toegeven dat het wegtheologiseren van de opstanding niet kàn.
Het is complete nonsens te denken dat de apostelen zouden hebben gehallucineerd als waren ze dronken, of dat ze visioenen hebben gezien en zo in de opstanding zijn gaan geloven. De Schrift legt daarom zo sterk de nadruk op het feit van de opstanding, omdat vanaf het begin juist dit grote fenomeen van ons geloof sterk zou worden bestreden.
Ook de opvatting - het klinkt vroom maar dat is het allerminst(!) - dat Christus is 'opgestaan in de prediking', de 'kerygmatische' Christus, wordt door het feit van de opstanding krachtig weerlegd. Welke ontkenningen hoe knap bedacht en mooi beredeneerd men ook loslaat op het historische feit van de opstanding, ze kunnen geen standhouden in het licht van de bijbelse beschrijving ervan. Niet dat de Bijbel zegt hóe Hij is opgewekt, maar de Bijbel leert, proclameert(!) dát het is geschied.
De opstanding is niet de goede afloop van een spannend verhaal, maar de vervulling van beloften en toezeggingen, die heel het verlossingsplan van de levende God doortrekken. Het Evangelie kan alleen vanuit de opstanding van Christus worden verstaan en geloofd. We zouden het Evangelie van achter naar voren moeten lezen en beginnen met het feit van de opstanding. Alle woorden, die gesproken, alle wonderen die verricht zijn, krijgen pas hun diepe waarde vanuit het feit van Zijn opstanding. Hoe wonderlijk en wonderbaar Jezus' geboorte en leven ook moge zijn, eerst in de opstanding wordt ons 'bewezen' dat Hij de Zoon Gods is (Rom. 1:4).
Zonder het feit van de opstanding is het Evangelie leeg en nutteloos. Door de opstanding heeft het Kruis zijn verlossende kracht en werd tot de boom des levens. We prijzen Zijn dood vanwege de opstanding. We bezingen het Kruis vanwege het nieuwe leven dat in de opstanding van Christus werd geopenbaard. We kunnen niet om de opstanding heen.
HET GELOOF IN DE OPSTANDING
Het geloof in de opstanding is geen vlucht uit de werkelijkheid, maar bevestiging van iets dat werkelijk is gebeurd: Jezus is opgestaan en Hij leeft! Toch is het méér dan dat. Het geloof in de opstanding is het fundament van het zaligmakende geloof, dat van de Heilige Geest in het hart moet worden ontvangen. Het is niet óns geloof, maar het is het zaligmakende geloof dat als “gave Gods" (Ef. 2:8) tot ons is gekomen. Het wonder van dàt geloof en van het eeuwig behoud dat erin besloten ligt is geen mensenwerk, alsof wij een wiskundige som hebben opgelost en ‘eruit' zijn. Nee, dat zaligmakende geloof in de opgestane Heiland moet ons van boven gegeven worden. Het is van de Heilige Geest, "die Jezus uit de doden heeft opgewekt" (Rom. 8:11).
Daarom staan we vol verwondering op de Paasmorgen bij het lege graf. Het is ons verkondigd. Het historisch bewijs is geleverd. Niemand hoeft te twijfelen bij zoveel betrouwbare getuigenverklaringen (1 Cor. 15:3-8). Met het verstand is het te geloven, omdat de getuigenverklaringen juridisch betrouwbaar zijn.
HET WARE GELOOF
Toch is het ware geloof in de opstanding van een ándere dimensie. Dit geloof, dat als 'gave Gods' tot ons komt in de prediking van de opgestane Heiland, verandert het hart en het leven van een mens. Het is een alles omzettende kracht Gods. Het dode lichaam van Jezus stond dwars door de windsels op in kracht. Hij is niet langer gebonden aan de 'oude wereld', de oude werkelijkheid. Nee, Pasen betekent: de aardse werkelijkheid is doorbroken door hemelse heerlijkheid. De wereld is niet het gesloten systeem, waarin het één uit het andere is ontstaan, zoals men ons wil doen geloven. Er is een andere werkelijkheid: de hemel, en de Drie-enige God, de grote Schepper aller dingen. Daarom is het niet moeilijk te geloven in de opstanding van Jezus. Dit geloven in het feit van de opstanding wil de Heilige Geest in ons maken tot het ware geloof, dat ons doet wedergeboren worden tot een nieuw mens! Dit ware geloof is het zaligmakende geloof.
HET ZALIGMAKEND GELOOF
Het zaligmakende geloof dóet iets wezenlijks aan een mens. We worden overgezet, wedergeboren, herschapen, een nieuwe schepping. De oude wereld ligt onder de vloek van de zinloosheid, de zonde en de dood. Het nieuwe leven, dat met de opstanding van Christus op aarde is begonnen, brengt het koninkrijk Gods diep binnenin het leven van elke ware gelovige. Nog leven we in dit lichaam, maar de opstanding van Christus is ook profetie: er komt een nieuwe tijd. Christus is al eersteling opgestaan uit de dood, vervolgens zij die van Christus zijn bij Zijn wederkomst (1 Cor. 15:23). Iedere ware gelovige is in zichzelf een profetische proclamatie: Straks komt de opgestane Heiland en Hij zal alles aan Zich onderwerpen. En wij? De ware gelovigen zullen Hem gelijk zijn (1 Joh. 3:2).
Feike ter Velde
HET GROTE NIEUWS VAN DE OPSTANDING VAN DE HERE JEZUS CHRISTUS ZETTE HET LEVEN VAN ZIJN LEERLINGEN VOLKOMEN OP Z'N KOP. WEG WAS DE VREES! IMMERS, DE DOOD WAS VERSLAGEN. DE VERVLOGEN HOOP WAS TOT HERLEVING GEKOMEN. HET HART VAN HET EVANGELIE: DE HEER IS WAARLIJK OPGESTAAN! MAAR KLOPT DAT HART NOG?
“Zij vonden de steen van het graf afgewenteld, en toen zij er ingegaan waren, vonden zij het lichaam van de Here Jezus niet. En het geschiedde, terwijl zij daarover in verlegenheid waren, dat, zie, twee mannen in een blinkend gewaad bij haar stonden. En toen zij zeer verschrikt werden en haar aangezicht ter aarde neigden, zeiden dezen tot haar: Wat zoekt gij de levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt”. Lucas 24:2-6
Twee dingen rond de opstanding van Christus zijn fundamenteel: het feit van de opstanding en het geloof in de opstanding. Deze twee dingen liggen al tientallen jaren onder vuur als het gaat om de opstanding van Christus. Er is de pure ontkenning in de vrijzinnige theologie: "absoluut onmogelijk" en er is de vromere bestrijding: "het is een verhaal".
HET FEIT VAN DE OPSTANDING
De opstanding van de Here Jezus wordt ons in de Schrift gepresenteerd als historische gebeurtenis. Het gaat in de Evangeliën om de lichamelijke opstanding van Jezus. Wie de historische betrouwbaarheid ter discussie stelt, houdt van de Bijbel en het Evangelie van Jezus Christus niets over. Iedere keer opnieuw moet het feit van de opstanding eerst helder worden onderstreept en krachtig worden verkondigd. Dat moet tegen weer en wind in. De vrijzinnige boeken - die niet zelden tot bestsellers worden - hebben ons de laatste jaren overspoeld. De moderne mens, met zijn wetenschappelijke denkkaders, kan de opstanding eenvoudig niet geloven. Dat gaat in tegen de alles omvattende wetenschapsfilosofie, die ons de grenzen van weten en kennen duidelijk aangeeft. Alles wat buiten die grenzen gaat heet 'wonder' en daarmee kan de academisch denkende mens van onze tijd niet mee uit de voeten. Daar wordt het 'geloof'. Dat geloof verhoudt zich niet tot de wetenschap, tenzij men bereid is te zeggen dat er buiten onze zichtbare werkelijkheid nog àndere werkelijkheden zijn, die wij niet zien noch beheersen.
Het historische feit van de opstanding heeft in alle eeuwen blootgestaan aan kritiek. Dat is ook de achtergrond van het krachtige betoog van Paulus in 1 Corinthe 15. Hij legt alle nadruk op de lichamelijke opstanding van Christus, zoals in de vier Evangeliën wordt beschreven. Alle kromme redeneringen ten spijt, wie objectief leest wat de Evangeliën melden van de lichamelijke opstanding en wie daarnaast Paulus leest in genoemde Corinthebrief kan niet anders dan toegeven dat het wegtheologiseren van de opstanding niet kàn.
Het is complete nonsens te denken dat de apostelen zouden hebben gehallucineerd als waren ze dronken, of dat ze visioenen hebben gezien en zo in de opstanding zijn gaan geloven. De Schrift legt daarom zo sterk de nadruk op het feit van de opstanding, omdat vanaf het begin juist dit grote fenomeen van ons geloof sterk zou worden bestreden.
Ook de opvatting - het klinkt vroom maar dat is het allerminst(!) - dat Christus is 'opgestaan in de prediking', de 'kerygmatische' Christus, wordt door het feit van de opstanding krachtig weerlegd. Welke ontkenningen hoe knap bedacht en mooi beredeneerd men ook loslaat op het historische feit van de opstanding, ze kunnen geen standhouden in het licht van de bijbelse beschrijving ervan. Niet dat de Bijbel zegt hóe Hij is opgewekt, maar de Bijbel leert, proclameert(!) dát het is geschied.
De opstanding is niet de goede afloop van een spannend verhaal, maar de vervulling van beloften en toezeggingen, die heel het verlossingsplan van de levende God doortrekken. Het Evangelie kan alleen vanuit de opstanding van Christus worden verstaan en geloofd. We zouden het Evangelie van achter naar voren moeten lezen en beginnen met het feit van de opstanding. Alle woorden, die gesproken, alle wonderen die verricht zijn, krijgen pas hun diepe waarde vanuit het feit van Zijn opstanding. Hoe wonderlijk en wonderbaar Jezus' geboorte en leven ook moge zijn, eerst in de opstanding wordt ons 'bewezen' dat Hij de Zoon Gods is (Rom. 1:4).
Zonder het feit van de opstanding is het Evangelie leeg en nutteloos. Door de opstanding heeft het Kruis zijn verlossende kracht en werd tot de boom des levens. We prijzen Zijn dood vanwege de opstanding. We bezingen het Kruis vanwege het nieuwe leven dat in de opstanding van Christus werd geopenbaard. We kunnen niet om de opstanding heen.
HET GELOOF IN DE OPSTANDING
Het geloof in de opstanding is geen vlucht uit de werkelijkheid, maar bevestiging van iets dat werkelijk is gebeurd: Jezus is opgestaan en Hij leeft! Toch is het méér dan dat. Het geloof in de opstanding is het fundament van het zaligmakende geloof, dat van de Heilige Geest in het hart moet worden ontvangen. Het is niet óns geloof, maar het is het zaligmakende geloof dat als “gave Gods" (Ef. 2:8) tot ons is gekomen. Het wonder van dàt geloof en van het eeuwig behoud dat erin besloten ligt is geen mensenwerk, alsof wij een wiskundige som hebben opgelost en ‘eruit' zijn. Nee, dat zaligmakende geloof in de opgestane Heiland moet ons van boven gegeven worden. Het is van de Heilige Geest, "die Jezus uit de doden heeft opgewekt" (Rom. 8:11).
Daarom staan we vol verwondering op de Paasmorgen bij het lege graf. Het is ons verkondigd. Het historisch bewijs is geleverd. Niemand hoeft te twijfelen bij zoveel betrouwbare getuigenverklaringen (1 Cor. 15:3-8). Met het verstand is het te geloven, omdat de getuigenverklaringen juridisch betrouwbaar zijn.
HET WARE GELOOF
Toch is het ware geloof in de opstanding van een ándere dimensie. Dit geloof, dat als 'gave Gods' tot ons komt in de prediking van de opgestane Heiland, verandert het hart en het leven van een mens. Het is een alles omzettende kracht Gods. Het dode lichaam van Jezus stond dwars door de windsels op in kracht. Hij is niet langer gebonden aan de 'oude wereld', de oude werkelijkheid. Nee, Pasen betekent: de aardse werkelijkheid is doorbroken door hemelse heerlijkheid. De wereld is niet het gesloten systeem, waarin het één uit het andere is ontstaan, zoals men ons wil doen geloven. Er is een andere werkelijkheid: de hemel, en de Drie-enige God, de grote Schepper aller dingen. Daarom is het niet moeilijk te geloven in de opstanding van Jezus. Dit geloven in het feit van de opstanding wil de Heilige Geest in ons maken tot het ware geloof, dat ons doet wedergeboren worden tot een nieuw mens! Dit ware geloof is het zaligmakende geloof.
HET ZALIGMAKEND GELOOF
Het zaligmakende geloof dóet iets wezenlijks aan een mens. We worden overgezet, wedergeboren, herschapen, een nieuwe schepping. De oude wereld ligt onder de vloek van de zinloosheid, de zonde en de dood. Het nieuwe leven, dat met de opstanding van Christus op aarde is begonnen, brengt het koninkrijk Gods diep binnenin het leven van elke ware gelovige. Nog leven we in dit lichaam, maar de opstanding van Christus is ook profetie: er komt een nieuwe tijd. Christus is al eersteling opgestaan uit de dood, vervolgens zij die van Christus zijn bij Zijn wederkomst (1 Cor. 15:23). Iedere ware gelovige is in zichzelf een profetische proclamatie: Straks komt de opgestane Heiland en Hij zal alles aan Zich onderwerpen. En wij? De ware gelovigen zullen Hem gelijk zijn (1 Joh. 3:2).
Feike ter Velde