Image

De muur afgebroken en weer opgebouwd

Yme Horjus • 98 - 2022 • Uitgave: 5

Over de moeilijke verhouding tussen Israël en de gemeente

Er zijn passages in het Nieuwe Testament waarin de verhouding tussen Israël en de gemeente van Christus aan de orde komt. Zo’n passage vinden wij in de brief aan de Efeziërs. Daarin staat een uitdrukking die je niet onberoerd laat.

Paulus trekt in hoofdstuk 2 uit het optreden en het offer van de Heere Jezus de conclusie dat de muur tussen Joden en niet-Joden is weggebroken (2:14). Paulus zegt dat, wat onverenigbaar leek, weer tot één geheel is gebracht. Er was een muur van vijandschap, die scheiding bracht, maar in de dood van Jezus is die er niet meer en is die muur afgebroken.  

De Chrinese muur
Zo’n muur is er inderdaad geweest, zoals er zoveel andere muren tussen mensen in de wereldgeschiedenis zijn geweest. Muren die bescherming moesten bieden, die een verdedigingslinie moesten vormen. Zo’n muur was de Chinese Muur waarmee in oude tijden rivaliserende volken op afstand werden gehouden. Die muur slingerde dwars door dat land heen. Zo is er ook een Berlijnse muur geweest om te verhinderen dat Oost-Duitsers konden vluchten naar het vrije westen. Die muur is in 1989 afgebroken onder een euforische blijdschap, die velen van ons door televisiebeelden hebben meebeleefd. Die muur hield twee ideologische werelden uiteen.  

Als Paulus in de Efezebrief spreekt over twee werelden die door een muur gescheiden waren, kiest hij het gezichtspunt van het jodendom en legt hij aan de christenen van Efeze uit hoe zij er eerst helemaal buiten stonden en veraf waren. Hij moet wel hebben gedacht aan de tempel van Jeruzalem, waar een scheidingswand was tussen het voorhof der heidenen en het gedeelte dat enkel voor Joden toegankelijk was. Dat was volgens het bouwplan van God. De blauwdruk van het ontwerp voor de tempel was van Gods hand. God koos zich een volk uit al de volken der aarde om Zijn volk te zijn, zo lezen wij in Deuteronomium 7:6-11. God koos Israël uit, uit alle volken op aarde om Zijn volk te zijn.

Unieke positie
Hij had dat volk apart gezet. Om te voorkomen dat het mis zou gaan, had de Heere God een scheiding aangebracht tussen Israël en de andere volken. De unieke positie werd zichtbaar in de besnijdenis, in de sabbat, in de tempel, in de offers, in heel die Mozaïsche wetgeving. Zo werd dat onderscheid aangebracht. Dat onderscheid was daardoor tegelijk ook scheiding, verwijdering en vijandschap. Want dat onderscheid is nooit helemaal goed begrepen en was aanleiding tot vervreemding bij andere volken. Zo is het eeuwenlang gebleven. Met die afzondering en dat isolement werd dus een muur gebouwd.  

Maar daar is verandering in gekomen, zegt Paulus in Efeze 2:14. De komst van Jezus Christus heeft alles gewijzigd. De muur is weggebroken en dat is gebeurd op een heel bijzondere en uitzonderlijke manier, namelijk, aan het kruis. Toen de Heere Jezus daar stierf, ging die muur tegen de vlakte, werd die muur radicaal afgebroken.   Aan de christenen uit de heidenen legt Paulus uit hoe de verhoudingen liggen. In scherpe contrasten tekent hij hoe heidenen, die eerst ‘ver weg’ waren nu ‘dichtbij’ zijn gekomen. Door het geloof in Jezus mogen heidenen nu ook delen in het heil, waarin zij voorheen niet konden delen. Dat was toen buiten hun bereik. Daar stonden zij buiten. Want het heil was immers voor de Joden (Johannes 4:22).  

Status van Efeziërs
Hij somt dat voor de Efeziërs maar even op: jullie waren destijds niet verbonden met Christus en als zodanig:

  • uitgesloten van het burgerschap van Israël;

  • geen deel aan de verbondssluitingen;

  • geen deel aan de beloften die daarbij horen;

  • zonder hoop;

  • zonder God in deze wereld.  

De heidenen stonden er compleet helemaal buiten. Hun status was hooguit die van ‘vreemdelingen en bijwoners’.   Christus heeft de wet in zijn eentje vervuld, waartoe geen enkele Jood, behalve Jezus zelf, in staat was. In Zijn dood heeft Hij de wet met zijn geboden en voorschriften buiten werking gesteld. Daardoor is er helemaal geen muur meer. Die is weg! Ten principale is die muur verwijderd. Totaal geëlimineerd! Dat betekent dat beide tot verzoening konden komen in Zijn bloed, zowel Joden als heidenen. ‘Vrede kwam Hij verkondigen aan u die ver weg was en vrede aan hen die dichtbij waren.’ In bijna triomfantelijke bewoordingen roept Paulus het uit: ‘Hij (Jezus) is onze vrede!’ En: ‘dankzij Hem hebben wij allen door een Geest toegang tot de Vader’ (vers 18).  

Vervangingsleer
Ja, die muur is afgebroken, maar we zien nog steeds wel een muur. Die muur is er, omdat christenen die muur hebben opgebouwd. We moeten helaas vaststellen dat de kerk door de eeuwen heen een vervangingsleer heeft ontworpen die een nieuwe afstand heeft gecreëerd en die als een nieuwe muur van vervreemding en verwijdering is gaan werken. Paulus kan het zo prachtig onder woorden brengen hoe de situatie in elkaar zit. Hij formuleert het in de brief aan de Romeinen zo: ‘Als nu sommige takken van de edele olijfboom zijn afgebroken en u, loten van een wilde olijfboom tussen de overgebleven takken bent geënt en mag delen in de vruchtbaarheid van de wortel, dan moet u zich niet boven de takken verheffen’ (Romeinen 11:17).  

Helaas is dat wel gebeurd. Jammergenoeg heeft de kerkgeschiedenis een beeld opgeleverd van een kerk, die zich heeft verheven boven het volk Israël en het Jodendom. Na de verwoesting van Jeruzalem en de verstooiing van Israël over de volken van de wereld, meende de kerk dat Isaël werd gestraft voor zijn ongehoorzaamheid. Het zou het oordeel zijn over het feit dat de Joden hun Messias hadden verworpen en het ultieme bewijs dat het volk had afgedaan. De vervangingsleer deed zijn intrede en dat had grote gevolgen. De kerk had daarmee de plaats van Israël ingenomen.  

Zonder blikken of blozen
Men ging in de kerk de Bijbel zo lezen dat overal waar sprake was van Israël, dat men eenvoudig en zonder mankeren de kerk invulde. Alle beloften in het Oude Testament werden zonder meer toegepast op de gemeente van Jezus Christus en alle dreigingen en oordelen liet men zonder blikken of blozen neerkomen op Israël! Verder kwam ook de doop in de plaats van de besnijdenis. En de genoemde tekst uit de Romeinenbrief werd als volgt gelezen: de takken van de wilde olijf werden geënt in de plaats van de afgebroken takken. Zo staat het in de oude Statenvertaling. ‘In dezelver plaats…’, geeft die vertaling. Dat was de theologische legitimatie van de vervangingsleer. Helaas! Zo werd het bestaan van Israël praktisch uitgewist. Er was bij wijze van spreken alleen nog maar de kerk. Daar ging God mee door! Israël deed niet meer mee!  

Helaas heeft de kerk er daardoor mede voor gezorgd dat het anitsemitisme zich kon ontwikkelen. Die huiveringwekkende tekst uit Mattheüs 27:25 werkte daar ook aan mee: ‘Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen’. Uiteindelijk is de ‘shoah’ of de ‘Holocaust’ het noodlottige gevolg van deze dramatische vergissing. Hoe kon de kerk zo dwalen, waar Paulus zo duideljk zijn hartzeer en verdriet onder woorden brengt? In Romeinen 11:25-33 lezen we nota bene over een gedeeltelijke en tijdelijke verharding van Israël. Er komt een moment dat God zich in ontferming weer wendt tot Israël en terugkomt op zijn eenmaal gegeven belofte aan Abraham.

Toegenomen antisemitisme
Na die verschrikkelijke shoah die het leven van 6 miljoen Joden heeft gekost, nam God de draad weer op. Als een volslagen wonder werd in mei 1948 de Joden weer een eigen staat gegund. Je kunt zeggen dat het volk Israël weer kon terugkeren naar het land van de vaderen. Het blijft een raadsel dat het kwaad zó kon huishouden dat zoveel mensen zijn omgekomen.
Maar het antisemitisme is gebleven. Wereldwijd is het zelfs toegenomen. Joden overwegen steeds meer naar Israël te gaan. Rabbijn Raph Evers heeft vorig jaar vanuit Nederland met zijn gezin ook nog aliya gemaakt. Moeten de Joden nu anno 2022 opnieuw weer vrezen voor ‘pogroms’? Gaat het wéér een kant op dat zij moeten vrezen voor isolement en uitsluiting? Wie brengt toch steeds weer dat nepverhaal in omloop dat de Joden uit zouden zijn op de wereldheerschappij?  

In het voorjaar van 2021 is een boek uitgekomen over een Joodse familie die gehavend en geschonden uit de oorlog is gekomen. Veel familieleden zijn omgekomen in de gaskamers. Margalith Kleijwegt schrijft in haar boek ‘Verdriet en boterkoek’ daarover en de hoofdpersoon is de moeder van de schrijfster Netty Rosenfeld. Na de oorlog is Netty een landelijke bekendheid geworden, omdat ze eerst bij de radio en later bij de tv kwam te werken. Zij heeft ondergedoken gezeten en worstelde na de oorlog met haar Joodse identiteit. Zij ontwikkelde een eigen theorie om als Jodin zo min mogelijk op te vallen. Zij propageerde de gedachte van ‘het bloed verdunnen’, dat wil zeggen bij voorkeur niet trouwen met een Jood en niet Pesach vieren, maar Pasen. Aan het Joods-zijn kleefden te veel onnodige risico’s. Dat kon je maar beter ver bij je vandaan houden, was haar levensfilosofie.  

Is dat niet een overbezorgde reactie?, vinden wij misschien. Wij achten een volgende Holocaust vanzelfsprekend ondenkbaar. Daar zijn Joodse mensen niet zo zeker van. Esther Voet, prominent vertegenwoordiger van de Joodse gemeenschap, hoorde enkele jaren geleden in Amsterdam, terwijl ze in tramlijn 17 zat, de conductrice omroepen: “De volgende halte is bij het Anne Frankhuis, waar de Joden hun centen verdienen.” Mij dunkt: onverholen antisemitisme! Er is een lijn te trekken tussen de tramhalte van lijn 17, het onderduikadres van Anne Frank, en de Holocaust.  

Zijn er twee wegen?
Wij krijgen geen antwoord op al onze vragen. Zijn er dan twee wegen? Een weg voor de heidenen en een weg voor de Joden? Wat bedoelt Paulus precies met de opmerking: ‘En zo zal geheel Israël behouden worden’? (Romeinen 11:26). Ik formuleer mijn antwoord tastenderwijs. De Verlosser komt uit Sion, zegt Paulus de Schrift na. Die Verlosser wentelt de schuld af van Jakobs nageslacht. Er is een moment dat de bedekking wordt weggenomen en dat de ogen opengaan en Jesjoea als Messias door Zijn volk wordt aanvaard.  

Laten wij nu al in Christus’ Naam iets doen aan die muur! Laten wij die muur, die de kerk van Christus door de eeuwen heen heeft opgebouwd, weer afbreken. Wij zijn als kerk zonder Israël niet volgroeid.  

Yme Horjus