De lat lager leggen…?

Yme Horjus • 90 - 2014 • Uitgave: 19
Op de universiteiten wordt steen en been geklaagd over het lage niveau van het voorbereidend onderwijs. Aankomende studenten kunnen nauwelijks foutloos Nederlands schrijven en ook wordt er extra les gegeven in het vak rekenen op de pabo’s om deze studenten een beetje bij te spijkeren. De meest eenvoudige dingen mogen niet meer als bekend worden verondersteld. De lat moet steeds lager worden gelegd, anders zou geen student meer afstuderen.

Dit proces zie ik ook in de kerkelijke wereld. Daar moet ook de lat steeds lager worden gelegd. Kunnen we nog van mensen verlangen dat ze een stukje lijden om Christus’ wil op zich nemen als het gaat om het volgen van Jezus? Mag je van mensen vragen dat ze offers brengen vanwege de heiliging van Gods Naam? Als het erop aan komt willen wij het liefst een comfortabel christendom dat geen eisen aan ons stelt, maar ons voortdurend bevestigt.

Hardvochtig en streng-godsdienstig
Het therapeutische pastoraat lijkt de overhand te hebben. Begrip en aanvaarding zijn de sleutelwoorden in een dergelijk pastoraat. Dat God grenzen gesteld heeft, lijkt te worden vergeten. Dat iets in Bijbels perspectief zonde genoemd moet worden, wordt als hardvochtig en streng-godsdienstig van de hand gewezen. Het is gewoon onbestaanbaar dat een Bijbeltekst als ‘gij hebt nog niet ten bloede toe weerstand geboden tegen de zonde’ mensen nog iets te zeggen zou hebben.

Ga die tweede mijl
Het probleem van de echtscheiding komt in de gemeente van de Heer steeds meer voor. Het is een ethisch vraagstuk van formaat. Je ziet in onze tijd de verlegenheid toeslaan. We weten niet meer hoe we daarop in de gemeente moeten reageren. Natuurlijk beamen we van harte dat God het samenleven van man en vrouw geheiligd heeft in het huwelijk en dat dit huwelijk als instelling van God onontbindbaar is. Maar als het nu eens misloopt tussen man en vrouw en ze weten dit niet meer heilig te houden?
Wat we in de meeste kerken zien gebeuren is dat een situationele mildheid gekoppeld wordt aan Bijbelse gestrengheid. Met andere woorden: natuurlijk weten we dat de Bijbel het één zegt, maar ter wille van de gebrokenheid van de schepping leggen we ons bij het onvermijdelijke neer. We doen ons best als gemeente de schade te beperken en een klankbord te bieden voor het opgelopen verdriet. Maar zeggen we óóit nog eens een keer: dit is niet wat God wil! Je bent één mijl gegaan, wel ga met Gods kracht nog een tweede mijl! Geef het niet op! Knok er voor, ga het gevecht voor het herstel van je huwelijk aan!
We zijn kennelijk zulke kinderen van onze tijd, dat we de lat lager leggen. We durven dat niet meer van elkaar te vragen. Dan leven we liever met het verlagen van de Bijbelse norm! De frustratietolerantie, die in onze samenleving steeds minder wordt, brengt met zich mee dat we van elkaar niet meer willen verlangen het kruis van een slecht huwelijk te dragen. En daarmee verwijderen we ons van de Bijbelse uitgangspunten van het huwelijk.

Barmhartigheid?
Als we strikt lezen, staan er in de Schrift maar twee uitzonderingsclausules waaronder een huwelijk ontbonden kan worden: overspel en de situatie waarin de ongelovige partner niet langer met de tot geloof gekomen man of vrouw verder wil. Toch zijn er oplettende Bijbellezers die wijzen op de tekst dat Mozes de clausule van de ‘hardheid van uw hart’ daaraan heeft toegevoegd. Ik vind dit een lastige tekst, omdat de Here Jezus daarover zegt dat ‘dit van den beginne niet zo is geweest’. De discipelen houden in Matteüs 19 graag deze clausule overeind, maar de Here Jezus grijpt terug op de scheppingsordening. Je zou hier haast Mozes en Jezus tegen elkaar kunnen uitspelen. Heel veel mensen kiezen dan voor Mozes. Ik zou deze ontwikkeling echter verkeerd vinden, omdat we ons dan aan het woord van de Here zelf weinig meer gelegen willen laten liggen.
Ik zou nog wel uit overwegingen van barmhartigheid voor Mozes willen kiezen. Hoeveel narigheid levert namelijk een vechtvereniging op aan schade voor de beide partners en hun kinderen! Toch ligt deze oplossing voor mij echt aan het einde van een weg, waarin de beide partners het uiterste geprobeerd hebben om hun huwelijk nog inhoud te geven. Ja, inderdaad: als de tweede mijl is afgelegd en niet eerder…! Ik zeg dat als pastor met de rug tegen de muur. Ik heb dan als pastor en uitlegger van de Schrift geen andere uitweg meer. Mijn orthodoxie op dat punt legt het af tegen de barmhartigheid.

Gebroken schepping
De ‘gebrokenheid van de schepping’ is een hermeneutische (uitlegkundige) sleutel die het vandaag goed doet in de christelijke wereld. Maar wat blijft er over van de navolging en het discipelschap als we deze sleutel heel ruimhartig hanteren? Zou Paulus dan ook in 1 Korintiërs 5 de man die leefde met de vrouw van zijn vader, wat ons betreft niet lastig hebben moeten vallen? Het was zelfs in de Romeinse wereld van die tijd not done. Maar had Paulus dan met die sleutel in de hand moeten zeggen: “We betreuren dat het gebeurt, maar het is een gevolg van de doorwerking van de zonde in de wereld”? Nu maant hij de gemeente, die het een beetje op z’n beloop had gelaten, op te treden tegen deze broeder ‘omdat een weinig zuurdeeg het gehele deeg zuur kan maken’.

We zien dat het niet eenvoudig is om in deze tijd dicht bij de Schrift te blijven. Eenvoudige gehoorzaamheid aan het concrete Bijbelwoord is niet zo gemakkelijk. Ik blijf echter geloven dat er nog steeds water uit de rots kan komen… (Numeri 20:10, 11).

Yme Horjus