‘De kracht zijner opstanding…’

Yme Horjus • 94 - 2018 • Uitgave: 7
‘(Dit alles) om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende, zou mogen komen tot de opstanding uit de doden’ (Filippenzen 3:10,11).

De gemeente van de Here Jezus is geboren op de Pinksterdag, maar gaat terug op Pasen. Dáár is alles mee begonnen. Dáár liggen de wortels van het christendom. Zonder de opstanding van Jezus zou er nooit een christelijke kerk zijn geweest. Dan zou de kruisdood van Jezus op die vrijdag letterlijk het einde van het verhaal zijn geweest. Dan was het leven van Jezus – hoe imponerend ook – toch een mislukking geweest. De dood zou ook in Zijn leven het laatste woord hebben gehad.

Door heel het Nieuwe Testament wordt dan ook telkens alle nadruk op de opstanding gelegd. We kunnen zelfs zeggen dat het hele Nieuwe Testament, inclusief de evangeliën, vanuit het perspectief van de opstanding is geschreven. De opstanding is de basis van het christelijke geloof.

De kracht van de opstanding
De opstanding is een zaak van geloof. Je gelooft het of je gelooft het niet. Alle Nieuwtestamentische schrijvers hebben gelóófd dat dezelfde Jezus, wiens lichaam aan het einde van die vreselijke vrijdag begraven werd, uit de doden is opgestaan. Dat waren heus geen lichtgelovige mensen die zich gemakkelijk iets op de mouw lieten spelden. Dat waren echt geen naïevelingen die zich zomaar fantasieën lieten aanpraten. Nee, die opstanding van Jezus was voor hen absurd, ongehoord, natuurwetenschappelijk onmogelijk en in strijd met alles wat hen vertrouwd was. Ook al had de Here Jezus daar een aantal malen nadrukkelijk op gehint in Zijn woorden tegen de discipelen. Het was allemaal afgeketst op een fundamenteel onvermogen om zoiets te begrijpen.
We moeten ons indenken dat de discipelen van Jezus echt een bocht moesten nemen. Dat had zomaar geen ingang bij hen gevonden. Dat moest door veel verwarring en verbijstering heen. We lezen ook letterlijk in de opstandingsverhalen dat sommigen twijfelden. Dit was ook zo volstrekt onvoorstelbaar wat ze meemaakten. En toch zie je dat als eenmaal die nieuwe stand van zaken is geland en de discipelen overtuigd zijn van de waarheid van de opstanding, dit ook heel hun handelen gaat bepalen.
Die opstanding van Jezus genereert een kracht, die ervoor zorgt dat er een beweging gaat ontstaan die onstuitbaar is. Dan komt het Nieuwe Testament tot stand met als centrum de boodschap van de opstanding van Jezus! Die kracht van de opstanding veroorzaakt een opmars die door de eeuwen heen trekt.

Een kracht die bezielt
Paulus gebruikt die uitdrukking ook in zijn brief aan de Filippenzen: de kracht van de opstanding. Of preciezer: ‘de kracht zijner opstanding’. Het is zijn verlangen dát in zijn leven te bezitten en te kennen: de kracht van Jezus’ opstanding. Paulus gooit daarbij al zijn vroegere godsdienstigheid overboord, al zijn ijveren voor de Joodse wet, zijn hele Israëlitische stamboom. Hij verklaart dat voor nul en generlei waarde, nu hij Christus heeft leren kennen en mag leven vanuit de kracht van Zijn opstanding. Dat leven in Christus gaat hem boven alles. Dat bepaalt zijn verdere leven. Dat zal hem drijven tot zijn zendingsreizen, tot zijn verbondenheid en toewijding aan de boodschap van de redding in Jezus Christus.
Jezus kennen en de kracht van Zijn opstanding! Dat is Paulus’ diepste verlangen en drijfveer. Het is een kracht in zijn leven die groter is dan hijzelf. Het is een kracht die hem bezielt en vervult. Het is een kracht die hem aandrijft tot grootse prestaties in het Koninkrijk van God. Zo reist hij de halve wereld af, sticht gemeenten, ontmoet mensen die hij van Jezus mag vertellen, schrijft zijn brieven die wij nu nog mogen lezen.

Lijden en verwerping…
Het is niet anders dan Jezus’ opstandingskracht die ook ons mag bezielen. Wij zijn er door aangeraakt toen wij tot het geloof kwamen. Zonder die kracht was alles nog dor en doods geweest in ons leven. Dan hadden wij er een soort van religie op na gehouden. Maar we zijn geen aanhangers van een religie, maar volgelingen van een levende Heer! Wij leven voor God door de opstandingskracht van de Heere Jezus. Wij kunnen dit niet vaak genoeg tegen elkaar zeggen. We moeten dit blijven herhalen. Paulus drukt dit zo mooi uit: hij is door Jezus Christus gegrepen! Iets dat sterker was dan hijzelf oefent heerschappij uit in zijn leven. Die kracht van Jezus’ opstanding heeft hem gegrepen en hij laat zich er nu door leiden.
We moeten wel zien dat Paulus de zaak in balans houdt. Hij spreekt ook over ‘de gemeenschap aan Zijn lijden’. Het opstandingsleven is dus niet alleen maar glorie halleluja! Er zit ook een component van lijden in. De Heer kennen betekent ook dat er een stuk lijden en verwerping in je leven komt, zoals Jezus zelf ook is verworpen. Maar alleen door dat lijden heen en het sterven aan jezelf mag je de opstandingskracht leren kennen.
Het bijzondere daarbij is dat Paulus zich dan uitstrekt naar de finale opstanding uit de doden. Wat een perspectief! Wat een rijkdom! Hij schrijft ergens anders dat wij door vele verdrukkingen heen het Koninkrijk zullen binnen gaan. Nee, het gaat niet zonder mankeren en zonder pijn. Maar er wacht een heerlijkheid die niemand beschrijven kan. Paulus heeft dat nog niet gegrepen, maar hij jaagt ernaar, of hij het ook grijpen mocht…

… maar de vreugde is groter
Maar de vreugde die de opstandingskracht in ons bewerkt, is oneindig groter dan de pijn van het lijden. Die vreugde houdt ons er bovenop. Die vreugde doet ons uitstijgen boven de armzaligheid van ons aardse bestaan. Laat die Paaskracht ons mogen bezielen en ons mogen aangrijpen. Laat die Paaskracht ons bepalen in onze relaties met mensen, in onze beslissingen en keuzes, in onze overtuigingen en ons gedrag. Sta op uit de middelmatigheid van je bestaan, als dat zo zou zijn. Sta op om op weg te gaan in de opstandingsvreugde van Jezus en stem je leven af op de grote Opstanding die eens zal aanbreken. En jaag ernaar zoals Paulus dat ook deed.

Hoe lang wachten we al
Ik ken iemand die bij zulke hooggestemde woorden sarcastisch is geworden. Vroeger geloofde hij nog braaf in de centrale boodschap van het evangelie, maar langzamerhand is hij het geloof daarin kwijtgeraakt. “Dat koninkrijk van U, kómt daar nog wat van?”
Dat was niet alleen maar sarcasme, daar ligt ook een wereld van tragiek in. Dat is de pijn van het verlies in iets waaraan je je altijd hebt vastgeklampt. Je bent gedoopt op je geloof en je hebt getuigd van het wonder van de wedergeboorte dat God in je leven heeft bewerkt, maar nu ben je dat alles kwijt. Je weet het niet meer. Het duurt maar en het duurt maar… We wachten al zo lang en het komt maar niet. Eenmaal zal daar toch die grote dag van de Opstanding moeten komen, maar hoe lang wachten we al? Ik denk dat we allemaal wel eens die vraag hebben.
Van de opstanding op de paasmorgen moeten we eigenlijk nog eerst weer terug naar Goede Vrijdag. Daar heeft de Heere Jezus geleden aan alle gebrokenheid en zonde in deze wereld. Onze nood was daar Zijn nood. Onze dood was daar Zijn dood. Dat is de weg die God gaat. Dat is kennelijk de wijze waarop de almachtige God handelt. Zo en niet anders is de God voor wie niets te wonderlijk of onmogelijk is.
Op Golgotha zie we de Zoon van de Vader hangen in Zijn onmacht en weerloosheid en deelt Hij in het lijden van deze wereld. God is onder ons in het teken van het kruis, in concentratiekampen waar Joden zijn vergast, in martelcellen in allerlei landen in het Midden-Oosten waar mensen onmenselijke pijnen doorstaan, in ten hemel schreiend onrecht en ongeremde wetteloosheid.

Een paar vierkante meter
Op die eerste Paasdag waren het maar een paar vierkante meters grond waar dat Koninkrijk werd uitgeroepen. Dat was in de tuin van Jozef van Arimatea. Daar was die opstandingskracht uit de hemel manifest. Daar heerste die opstandingskracht op een klein stukje aarde. Een paar vierkante meters maar. Maar het breidde zich uit. Waar discipelen van Jezus 2000 jaar geleden aan die opstandingskracht deel kregen, dáár was dat Koninkrijk. Mensen, die over de gehele aarde tot geloof in de Opgestane Heer kwamen, dáár is dat Koninkrijk. Mensen die de Heer nu willen dienen en volgen: dáár is het Koninkrijk. Je zou mogen zeggen: steeds meer vierkante meters grond voor het Koninkrijk! Steeds meer opstandingskracht van Jezus wordt zichtbaar en merkbaar. Al die tekenen van het Koninkrijk vormen een belofte voor de toekomst.
Het begint in het klein: een paar vierkante meter opstandingskracht in de tuin van Jozef van Arimatea. Maar het zal wereldomspannend worden! Het Koninkrijk wordt eenmaal aardbreed uitgerold. Net zoals in het leven van Abraham er de belofte was dat hij eenmaal een groot land zou bezitten, maar in Genesis 23 heeft hij nog geen snippertje land waarvan hij kon zeggen dat zijn eigendom was. Als Sara, zijn vrouw, overlijdt, kan hij haar nog niet eens in eigen grond begraven. Maar hij koopt een graf van de Hethieten, een paar vierkante meter grond. De spelonk van Machpela is voor Abraham net als de tuin van Jozef van Arimatea voor ons een belofte voor wat komt! Die toekomst is dichterbij dan wij denken!

Yme Horjus