De komende dagen
Wie zich bezig houdt met de profetieën en daarbij denkt aan de komende dagen, kan niet om Israël heen. Wij hebben al veel over dit onderwerp geschreven, maar in het kader van deze artikelenreeks moeten we ons toch afvragen wat de plaats van Israël is in de komende dagen, of, beter gezegd, in de naastbijzijnde toekomst. Daartoe is het noodzakelijk om de geschiedenis van Israël te overzien. En die begint in Deuteronomium 28 waar Mozes aan Israël de zegen en de vloek voorhoudt. Israël kan kiezen. Of de Here God dienen en Zijn geboden onderhouden, dan zal de zegen van de Here hun deel zijn. Of de Here niet dienen met alle gevolgen van dien.
In Deuteronomium 28 vs. 15 begint Mozes mee te delen wat Israël zal overkomen als zij de Here niet dienen en Zijn geboden niet onderhouden. In een lange litanie wordt het gezegd: de ene ramp na de andere zal hen treffen. Totaal geen zegen meer en uiteindelijk zullen zij uit het land verdreven worden. Hier eindigt vaak de kennis van kerk en theologie, tot zelfs in onze dagen toe. We lezen nog altijd artikelen in verschillende bladen van kerkleiders die ons wijs proberen te maken dat de huidige ontwikkelingen omtrent Israël, en hun terugkeer naar het beloofde land, niets te maken hebben met bijbelse profetieën, maar het is alles politiek. Nog altijd leeft de gedachte dat de zegen voor de kerk is en de vloek voor Israël. En men heeft niet door, dat, al bidt men soms van de kansel voor Israël, dat deze houding de vijanden van Israël in de kaart speelt, zoals het dat altijd al heeft gedaan. Heeft men dan nimmer gelezen wat er in Deuteronomium 30 vs. 3 staat geschreven, waar deze zelfde Mozes zegt: "Dan zal de Here, uw God, in uw lot een keer brengen en Zich over u erbarmen; Hij zal u weer bijeenbrengen uit al de volken, naar wier gebied de Here, uw God, u verstrooid heeft".
Ondanks dat deze woorden zich regelmatig herhalen ontdekken wij vandaag een aversie tegen Israël, die zich op verschillende manieren uit.
DE THEOLOGIE
De eerste is de oude theologische aversie. Men zegt dan dat de kerk in plaats van Israël is gekomen en dat de zegen op de kerk is overgegaan en de vloek is voor Israël gebleven. Maar al te vaak is Israël door de kerk afgeschreven, terwijl Gods Woord juist een geweldige rijkdom voor Israël in perspectief laat zien. We vragen ons soms af of God, naast de volken der aarde, ook niet de kerken ter verantwoording zal roepen vanwege het lijden van Israël (Joël 3 vs. 2). Heeft de kerk zich met dit alles niet een grote rijkdom ontzegd?
DE POLITIEK
De tweede reden van deze aversie is misschien wat meer politiek gericht, hoewel, ook de profetieën spreken hier hun woord mee. Het zijn de Arabische volken die hun recht laten gelden op het land, dat God aan Israël heeft beloofd, terwijl zij dat recht niet hebben. In Genesis 25 vs. 5 en 6 lezen wij hoe Abraham de zonen van zijn bijvrouwen wegzendt, omdat de belofte voor Isaak is. En in Gen. 36 blijkt dat ook Edom (Ezau) niet deelde in de zegen van het beloofde land. De Edomieten vestigden zich eertijds op het gebergte Seïr. Dat is hun plaats geworden.
DE WETENSCHAP
De derde reden werd mij toegestuurd toen ik met dit artikel bezig was. Een vriendelijke lezer zond het mij. En het is belangrijk, want hier gaat het om het harde ongeloof. Een artikel in de Telegraaf van 29 oktober heeft deze kop: "Bijbelse claim Joden op Israël blijkt een fictie". En in dit artikel komen we tegen dat de bijbelse verhalen niet berusten op historische waarheid, dat de kinderen Israëls niet in Egypte waren en niet dwaalden door de woestijn en niet werden opgedeeld in twaalf stammen. Mozes leidde zijn volk niet door de woestijn en kon dus ook niet de Tien Geboden in ontvangst hebben genomen (Zie pag. 4 en s). Deze derde reden is ten diepste de grond van de beide vorige redenen. Het is de oude strijd van de macht der duisternis, die in de Hof van Eden is begonnen en zich heeft voortgezet in de geschiedenis van Israël.
DE VIJANDSCHAP
Hierbij gaat het niet alleen om ongeloof, dit is erger. Dit is de vijandschap tegen het volk Israël, het volk, van waaruit de Verlosser zou geboren worden en straks in heerlijkheid zal verschijnen. Daarom de dreiging met uitroeiing door de Farao van Egypte, de kindermoord van Bethlehem, de pogingen van de Nazi's om het volk te verdelgen, en daar tussen in ontzettend veel andere pogingen, die we hier niet eens willen noemen. Maar omdat Israël de drager van de belofte was en is, ligt het onder vuur van de vijand. Een vijand die zich straks, zo lezen we in Openb. 12, in al zijn grimmigheid zal vertonen. Nu nog gebruikt hij mensen, volken, systemen. Straks zal hij zelf zijn brute haat tegen het volk Israël openbaren.
Iedereen, ook de kerk, moet oppassen zich niet door deze macht te laten misbruiken. Want Israël is niet zo maar een volk, maar het is Gods volk. En het draagt geweldige beloften met zich mee door de geschiedenis heen, op weg naar de toekomst.
En om die toekomst gaat het. Niet alleen in Deuteronomium lezen we van oordeel en verlossing voor Israël. Heel de profetie door wordt dat beurtelings genoemd. 0, zeker, het oordeel, vanwege het ongeloof van Israël, is er wel, maar er is ook verlossing. In het laatst der dagen zult gij dat zien, zo roepen de profeten ons toe. En het Nieuwe Testament? Paulus roept het al uit tegen de gemeente van die dagen: "God heeft Zijn volk toch niet verstoten? Volstrekt niet"!
Vandaag zien we het. Vandaag zien velen het. God heeft Israël niet verworpen. Een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat! De volheid der heidenen, is dat niet het volle getal van de gemeente uit de volkeren? De gemeente van alle tijden, van alle volken, van alle talen. Die gemeente zal straks, als de bazuin klinkt, binnengaan om voor eeuwig bij de Here te zijn (Rom.11 25). De volheid der heidenen! Kan dit misschien ook te maken hebben met het feit dat Jeruzalem vertrapt zal worden totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn (Lucas 20 vs. 24). Vandaag beleven wij het vol worden van het getal van de gemeente. De gemeente is op weg naar de ontmoeting met haar hemelse Bruidegom, om voor eeuwig bij Hem te zijn.
En Israël? Israël zal nog een moeilijke weg moeten gaat. Nog eenmaal zullen de zonen van Ismaël en de kinderen van Ketura, samen met velen uit de volken een poging doen om Jeruzalem opnieuw te vertrappen, en Israël de claim op het land te ontnemen. Daar kan geen vredesconferentie iets aan doen. Vandaag gaat gebeuren wat de profeet Zacharia ons schrijft, dat de Here Zich zal openbaren aan Zijn volk. En dat volk, Israël? We lezen het. Zij zullen Hem zien die zij doorstoken hebben. Kunnen wij ons voorstellen wat dat voor Israël zal inhouden? Het is niet voor niets dat i de profeet er bij schrijft dat er een algemene rouwklacht zal gehoord worden. Hier wordt gesproken over de diverse geslachten die rouw zullen bedrijven. Wij zouden zeggen: van Dan tot Berseba. En wellicht zelfs de Joden vanuit de hele wereld, die nog niet naar het beloofde land zijn getrokken. Alom zal het klinken: De Messias is daar.
ISRAËLS VREDE
Dan zullen zij de grote Zoon van David begroeten, en zich voor altijd aan Hem geven, en Jeremia 31 zegt dat zij dan allen Hem zullen kennen, van de kleinste tot de grootste. En wonderlijk, niet alleen Israël zal de vreugde van de toekomst beleven. Maar Israël zal worden, waartoe het volk van de roeping van Abraham bestemd was: zij zullen dan tot een zegen zijn (Genesis l2 vs.3).
Want als de Messias op de Davidstroon zal plaatsnemen, zoals de engel Gabriël in Lucas 1 al heeft gezegd, gaat het heilig rijk beginnen. Het duizendjarig Vrede-rijk. De wereld zal eindelijk rust en vrede krijgen. Niet door de inspanningen van de Verenigde Naties, want daar is voor Israël niet veel goeds van te verwachten, maar omdat de ware Vredevorst is gekomen. Niet voor niets zegt de Here Jezus: het heil is uit de Joden! Want de Heiland is uit de Joden.
De wereld zal niet eerder tot rust komen dan nadat Israël, niet alleen thuis is gekomen, daar zijn zij mee bezig, maar vooral als Israël de grote Koning heeft ontvangen. Dan gaan vele bijbelwoorden in vervulling. Dan vallen de stukken op hun plaats. Dan gaan we het met de psalmisten zingen:
De bergen zullen vrede dragen,
de heuvels heilig recht.
Hij zal de nieuwe dag doen dagen
van 't heil, hen toegezegd.
Dat alles gaat in de komende
dagen geschieden.
Vandaag zien velen het. God heeft Israël niet verworpen. Een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat! De volheid der heidenen, is dat niet het volle getal van de gemeente uit de volkeren?
ds. Jac. Schouten
In Deuteronomium 28 vs. 15 begint Mozes mee te delen wat Israël zal overkomen als zij de Here niet dienen en Zijn geboden niet onderhouden. In een lange litanie wordt het gezegd: de ene ramp na de andere zal hen treffen. Totaal geen zegen meer en uiteindelijk zullen zij uit het land verdreven worden. Hier eindigt vaak de kennis van kerk en theologie, tot zelfs in onze dagen toe. We lezen nog altijd artikelen in verschillende bladen van kerkleiders die ons wijs proberen te maken dat de huidige ontwikkelingen omtrent Israël, en hun terugkeer naar het beloofde land, niets te maken hebben met bijbelse profetieën, maar het is alles politiek. Nog altijd leeft de gedachte dat de zegen voor de kerk is en de vloek voor Israël. En men heeft niet door, dat, al bidt men soms van de kansel voor Israël, dat deze houding de vijanden van Israël in de kaart speelt, zoals het dat altijd al heeft gedaan. Heeft men dan nimmer gelezen wat er in Deuteronomium 30 vs. 3 staat geschreven, waar deze zelfde Mozes zegt: "Dan zal de Here, uw God, in uw lot een keer brengen en Zich over u erbarmen; Hij zal u weer bijeenbrengen uit al de volken, naar wier gebied de Here, uw God, u verstrooid heeft".
Ondanks dat deze woorden zich regelmatig herhalen ontdekken wij vandaag een aversie tegen Israël, die zich op verschillende manieren uit.
DE THEOLOGIE
De eerste is de oude theologische aversie. Men zegt dan dat de kerk in plaats van Israël is gekomen en dat de zegen op de kerk is overgegaan en de vloek is voor Israël gebleven. Maar al te vaak is Israël door de kerk afgeschreven, terwijl Gods Woord juist een geweldige rijkdom voor Israël in perspectief laat zien. We vragen ons soms af of God, naast de volken der aarde, ook niet de kerken ter verantwoording zal roepen vanwege het lijden van Israël (Joël 3 vs. 2). Heeft de kerk zich met dit alles niet een grote rijkdom ontzegd?
DE POLITIEK
De tweede reden van deze aversie is misschien wat meer politiek gericht, hoewel, ook de profetieën spreken hier hun woord mee. Het zijn de Arabische volken die hun recht laten gelden op het land, dat God aan Israël heeft beloofd, terwijl zij dat recht niet hebben. In Genesis 25 vs. 5 en 6 lezen wij hoe Abraham de zonen van zijn bijvrouwen wegzendt, omdat de belofte voor Isaak is. En in Gen. 36 blijkt dat ook Edom (Ezau) niet deelde in de zegen van het beloofde land. De Edomieten vestigden zich eertijds op het gebergte Seïr. Dat is hun plaats geworden.
DE WETENSCHAP
De derde reden werd mij toegestuurd toen ik met dit artikel bezig was. Een vriendelijke lezer zond het mij. En het is belangrijk, want hier gaat het om het harde ongeloof. Een artikel in de Telegraaf van 29 oktober heeft deze kop: "Bijbelse claim Joden op Israël blijkt een fictie". En in dit artikel komen we tegen dat de bijbelse verhalen niet berusten op historische waarheid, dat de kinderen Israëls niet in Egypte waren en niet dwaalden door de woestijn en niet werden opgedeeld in twaalf stammen. Mozes leidde zijn volk niet door de woestijn en kon dus ook niet de Tien Geboden in ontvangst hebben genomen (Zie pag. 4 en s). Deze derde reden is ten diepste de grond van de beide vorige redenen. Het is de oude strijd van de macht der duisternis, die in de Hof van Eden is begonnen en zich heeft voortgezet in de geschiedenis van Israël.
DE VIJANDSCHAP
Hierbij gaat het niet alleen om ongeloof, dit is erger. Dit is de vijandschap tegen het volk Israël, het volk, van waaruit de Verlosser zou geboren worden en straks in heerlijkheid zal verschijnen. Daarom de dreiging met uitroeiing door de Farao van Egypte, de kindermoord van Bethlehem, de pogingen van de Nazi's om het volk te verdelgen, en daar tussen in ontzettend veel andere pogingen, die we hier niet eens willen noemen. Maar omdat Israël de drager van de belofte was en is, ligt het onder vuur van de vijand. Een vijand die zich straks, zo lezen we in Openb. 12, in al zijn grimmigheid zal vertonen. Nu nog gebruikt hij mensen, volken, systemen. Straks zal hij zelf zijn brute haat tegen het volk Israël openbaren.
Iedereen, ook de kerk, moet oppassen zich niet door deze macht te laten misbruiken. Want Israël is niet zo maar een volk, maar het is Gods volk. En het draagt geweldige beloften met zich mee door de geschiedenis heen, op weg naar de toekomst.
En om die toekomst gaat het. Niet alleen in Deuteronomium lezen we van oordeel en verlossing voor Israël. Heel de profetie door wordt dat beurtelings genoemd. 0, zeker, het oordeel, vanwege het ongeloof van Israël, is er wel, maar er is ook verlossing. In het laatst der dagen zult gij dat zien, zo roepen de profeten ons toe. En het Nieuwe Testament? Paulus roept het al uit tegen de gemeente van die dagen: "God heeft Zijn volk toch niet verstoten? Volstrekt niet"!
Vandaag zien we het. Vandaag zien velen het. God heeft Israël niet verworpen. Een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat! De volheid der heidenen, is dat niet het volle getal van de gemeente uit de volkeren? De gemeente van alle tijden, van alle volken, van alle talen. Die gemeente zal straks, als de bazuin klinkt, binnengaan om voor eeuwig bij de Here te zijn (Rom.11 25). De volheid der heidenen! Kan dit misschien ook te maken hebben met het feit dat Jeruzalem vertrapt zal worden totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn (Lucas 20 vs. 24). Vandaag beleven wij het vol worden van het getal van de gemeente. De gemeente is op weg naar de ontmoeting met haar hemelse Bruidegom, om voor eeuwig bij Hem te zijn.
En Israël? Israël zal nog een moeilijke weg moeten gaat. Nog eenmaal zullen de zonen van Ismaël en de kinderen van Ketura, samen met velen uit de volken een poging doen om Jeruzalem opnieuw te vertrappen, en Israël de claim op het land te ontnemen. Daar kan geen vredesconferentie iets aan doen. Vandaag gaat gebeuren wat de profeet Zacharia ons schrijft, dat de Here Zich zal openbaren aan Zijn volk. En dat volk, Israël? We lezen het. Zij zullen Hem zien die zij doorstoken hebben. Kunnen wij ons voorstellen wat dat voor Israël zal inhouden? Het is niet voor niets dat i de profeet er bij schrijft dat er een algemene rouwklacht zal gehoord worden. Hier wordt gesproken over de diverse geslachten die rouw zullen bedrijven. Wij zouden zeggen: van Dan tot Berseba. En wellicht zelfs de Joden vanuit de hele wereld, die nog niet naar het beloofde land zijn getrokken. Alom zal het klinken: De Messias is daar.
ISRAËLS VREDE
Dan zullen zij de grote Zoon van David begroeten, en zich voor altijd aan Hem geven, en Jeremia 31 zegt dat zij dan allen Hem zullen kennen, van de kleinste tot de grootste. En wonderlijk, niet alleen Israël zal de vreugde van de toekomst beleven. Maar Israël zal worden, waartoe het volk van de roeping van Abraham bestemd was: zij zullen dan tot een zegen zijn (Genesis l2 vs.3).
Want als de Messias op de Davidstroon zal plaatsnemen, zoals de engel Gabriël in Lucas 1 al heeft gezegd, gaat het heilig rijk beginnen. Het duizendjarig Vrede-rijk. De wereld zal eindelijk rust en vrede krijgen. Niet door de inspanningen van de Verenigde Naties, want daar is voor Israël niet veel goeds van te verwachten, maar omdat de ware Vredevorst is gekomen. Niet voor niets zegt de Here Jezus: het heil is uit de Joden! Want de Heiland is uit de Joden.
De wereld zal niet eerder tot rust komen dan nadat Israël, niet alleen thuis is gekomen, daar zijn zij mee bezig, maar vooral als Israël de grote Koning heeft ontvangen. Dan gaan vele bijbelwoorden in vervulling. Dan vallen de stukken op hun plaats. Dan gaan we het met de psalmisten zingen:
De bergen zullen vrede dragen,
de heuvels heilig recht.
Hij zal de nieuwe dag doen dagen
van 't heil, hen toegezegd.
Dat alles gaat in de komende
dagen geschieden.
Vandaag zien velen het. God heeft Israël niet verworpen. Een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat! De volheid der heidenen, is dat niet het volle getal van de gemeente uit de volkeren?
ds. Jac. Schouten