De komende dagen
Alles wat we tot nu toe hebben geschreven over de komende dagen begint steeds dichterbij te komen. Wie de profetieën leest en bestudeert zal zien hoe veel van de zaken die we in dit alles aangekondigd vinden, nu reeds plaatsvinden, of zeker in beginsel aanwezig zijn.
TEKENEN DER TIJDEN
Vandaag worden we in een steeds snellere opeenvolging geconfronteerd met natuurrampen van allerlei aard. Aardbevingen, overstromingen, hongersnoden en nog veel meer. Het moet ons toch aanspreken dat deze zaken al meer dan tweeduizend jaar geleden in het profetisch Woord zijn voorzegd. De profeten, de Here Jezus in zijn profetische rede en de apostelen in hun brieven, waren in dit alles beslist niet onduidelijk. Op dit moment hebben we te maken met klimaatverandering die veel geleerden zorgen baart. Op het moment dat we deze regels schrijven wordt een grote klimaatconferentie gehouden, want men ziet dit alles als een grote en reële bedreiging voor onze aarde. We zouden ons kunnen afvragen of de dingen waar dertig jaar geleden het rapport van Rome ons voor waarschuwde nu toch gaan komen, zij het op een andere wijze. Daarnaast zien we, ondanks alle vredesinitiatieven, toch oorlogen uitbreken die in gruwelijkheid niet onderdoen voor de grote oorlogen van deze eeuw. De groten der aarde, geflankeerd door hun ministers van buitenlandse zaken vliegen over de aarde heen om telkens nieuwe branden te blussen. Wie denkt hierbij niet aan het bijbelwoord dat er oorlogen en geruchten van oorlogen zullen zijn, juist in de eindtijd.
Ook de wetteloosheid neemt toe. Het is steeds duidelijker dat het de overheden uit de hand loopt en men probeert steeds nieuwe maatregelen te nemen om het kwaad in te dammen. De mensen roepen er om, maar wellicht is het al te laat. Bijzonder de vredespogingen in het Midden-Oosten hebben onze aandacht. Als we de inspanningen daartoe van president Clinton van de Verenigde Staten zien, samen met de leiders van Europa, wordt het ons duidelijk hoeveel belang men daaraan hecht. Vrede in en met Israël is vrede voor de wereld. En het gaat komen, want straks zal de mensheid het uitroepen: "Het is alles vrede en rust" (1 Thess. 5 vs. 3). En dan? Het wordt ons in dezelfde tekst meegedeeld. Een plotseling verderf zal hen overkomen. Is dit alles nu doemdenkerig, zoals sommigen ons schrijven? Zijn we in dit alles te negatief?
DE HERE JEZUS KOMT!
Wie vindt dat wij te negatief zijn moet toch meer lezen wat de Bijbel schrijft over de tijd van het einde, in het kader van onze artikelenreeks, door ons genoemd "de komende dagen". Want de tijd komt steeds dichterbij. En daarom zijn we dichterbij. En waarom zijn we met deze dingen bezig? Omdat de terugkomst van de Here Jezus Christus ons hart vervult. De Bijbel staat vol met beloften aangaande deze terugkeer. Het is onbegrijpelijk dat Gods kerk niet veel meer bij dit alles stil staat. De eerste tijd van de Gemeente was een tijd van uitzicht en verwachting. Men nam blijmoedig het kruis op zich om achter de Here te wandelen, want Hij zou komen. Dat is later teruggebracht tot een enkel woord in de geloofsbelijdenissen. Maar in onze tijd zien we een wereldwijde opleving van deze verwachting. De Here komt! Het klinkt in de gemeentes en kerken, het wordt geschreven in vele bladen. En velen zijn er mee bezig.
En dan blijkt dat doemdenken toch niet zo erg doemdenken te zijn, want het gaat in wezen niet over de rampspoed die over deze aarde zal komen, maar om wat er achter zal verschijnen. De komende heerlijkheid. Dan lezen we de profetieën niet met een bang hart, maar met vreugde. Dan zien we met deernis naar onze wereld, vanwege de moeilijke zaken die zullen komen en spannen we ons in om het Evangelie te verkondigen aan zoveel mogelijk mensen, opdat velen het zullen weten dat er nog steeds genade is door het verlossingswerk van de Here Jezus Christus.
Dan zien we naar het laatste bijbelboek, het boek Openbaring, dat één heenwijzing is naar de komende Here. Maar dan zien we dingen anders. Want reeds aan het begin van het boek zien we hoe de Here Zelf Zich daarin presenteert als de grote Overwinnaar. Neen, het loopt God niet uit de hand, hoe ook de machten en ook de aardse grootheden woeden. God zegt: "Ik toch heb mijn Koning gesteld" (Ps. 2). En in het boek Openbaring presenteert zich deze Koning, de Here Jezus Christus.
MOEILIJKE TIJDEN
Het boek Openbaring laat er geen onduidelijkheid over bestaan, er is een periode aanstaande, die de Bijbel elders de grote verdrukking noemt. Sommige mensen menen dat deze verdrukking alleen voor Israël is, maar dan lezen we de Bijbel niet goed. Het gaat over heel de wereld. De Here Jezus spreekt van een grote verdrukking zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal. Deze grote verdrukking vindt plaats in heel de wereld, en het boek Openbaring beschrijft dit alles vanaf hoofdstuk 6 tot hoofdstuk 18. Het kan zijn dat het lezen van dit alles ons schrik aanjaagt, want het schijnt of de satan regeert en niet de Here God. Er wordt in dit boek zelfs gesproken over de troon des satans. En de Here Jezus spreekt over de satan als de overste van deze wereld. Allemaal zaken die waar zijn, maar er is een belangrijk ding. Aan het begin van de beschrijving van dit alles vinden we in de hoofdstukken 4 en 5 een machtig gezicht, dat ons uitzicht biedt op de hemel. En daar zien we de troon staan, van waaruit alles wordt geregeld, de troon van God. Johannes, die dit alles voor ons mag zien en opschrijven, ziet dat alles niet zo maar. Het wordt een beschrijving tot bemoediging van al Gods kinderen op aarde, bijzonder voor ons die in de eindtijd leven.
GODS TROON IN DE HEMEL
De vier hemelse gestalten, die voor God staan, de vierentwintig oudsten, ja, de ganse hemel, maar ook de aarde en zelfs wat onder de aarde is, mengt zich in het grote lied dat zingt van overwinning en heerlijkheid. Niet van de troon des satans, maar van Gods troon komen de laatste dingen. Daarom is het ook niet nodig om angst te hebben voor de dingen die over de wereld gaan komen, want Gods kinderen zijn onder Gods hoede veilig en geborgen. Daarom wordt ons oog aan het begin van dit alles op die troon gericht, voordat we verder gaan lezen in het boek Openbaring. Voordat de machtige profetieën zich in beweging zullen zetten, wordt het ons duidelijk: God regeert. En nu komt het einde aller dingen, waar de apostelen over schrijven in hun brieven.
Vanaf hoofdstuk 6 gaat het gebeuren. In een enorme opsomming zien we de dingen gebeuren. Soms worden we in de hemel geplaatst om te zien hoe de hemel betrokken is bij de aarde, soms zien we de plagen over de aarde rollen, de oordelen van God over een goddeloze mensheid. Er staat zo duidelijk geschreven dat zij zich niet zullen bekeren. Zoals eertijds Farao zijn hart verhardde, zo zullen de mensen hun hart verharden. Geen bekering, integendeel, we lezen hoe de mensen van de eindtijd, die van God niet hebben willen weten, die leefden voor hun eigen genoegens, zich zelfs tegen God keren en Zijn grote en heerlijke naam lasteren. Op aarde zien we dan de antichrist verschijnen als de afgezant van satan, om de wereld aan te voeren in de strijd tegen de door God Gezondene, de Here Jezus Christus. En weer denken we aan de woorden van Psalm 2, waar God zegt: "Ik toch heb Mijn Koning gesteld". De Here Jezus Christus, die als de grote Goël, de ware verlosser, het ontvreemde, deze aarde, de ganse schepping, in Zijn offerdaad, weer terugbrengt aan God.
De strijd loopt op zijn einde, maar spitst zich tegelijkertijd toe. In het vorige artikel zagen we hoe de grote stad, het Babylon van de eindtijd, in grote stukken uiteenviel en ten onder ging. En dit alles wordt de opening voor het verschijnen van de Here Jezus Christus, in Zijn glorieuze wederkomst. Dan zullen zijn voeten staan op de Olijfberg. Welk een glorierijke toekomst. Waar zal onze plaats dan zijn?
Over de opname van de gemeente, de plaats van Israël, het duizendjarig rijk en de voleinding, zullen we in de volgende artikelen schrijven, waarmee we deze reeks over de komende dagen zullen beëindigen in de geloofszekerheid dat Zijn komst nabij is.
ds. Jac. Schouten
TEKENEN DER TIJDEN
Vandaag worden we in een steeds snellere opeenvolging geconfronteerd met natuurrampen van allerlei aard. Aardbevingen, overstromingen, hongersnoden en nog veel meer. Het moet ons toch aanspreken dat deze zaken al meer dan tweeduizend jaar geleden in het profetisch Woord zijn voorzegd. De profeten, de Here Jezus in zijn profetische rede en de apostelen in hun brieven, waren in dit alles beslist niet onduidelijk. Op dit moment hebben we te maken met klimaatverandering die veel geleerden zorgen baart. Op het moment dat we deze regels schrijven wordt een grote klimaatconferentie gehouden, want men ziet dit alles als een grote en reële bedreiging voor onze aarde. We zouden ons kunnen afvragen of de dingen waar dertig jaar geleden het rapport van Rome ons voor waarschuwde nu toch gaan komen, zij het op een andere wijze. Daarnaast zien we, ondanks alle vredesinitiatieven, toch oorlogen uitbreken die in gruwelijkheid niet onderdoen voor de grote oorlogen van deze eeuw. De groten der aarde, geflankeerd door hun ministers van buitenlandse zaken vliegen over de aarde heen om telkens nieuwe branden te blussen. Wie denkt hierbij niet aan het bijbelwoord dat er oorlogen en geruchten van oorlogen zullen zijn, juist in de eindtijd.
Ook de wetteloosheid neemt toe. Het is steeds duidelijker dat het de overheden uit de hand loopt en men probeert steeds nieuwe maatregelen te nemen om het kwaad in te dammen. De mensen roepen er om, maar wellicht is het al te laat. Bijzonder de vredespogingen in het Midden-Oosten hebben onze aandacht. Als we de inspanningen daartoe van president Clinton van de Verenigde Staten zien, samen met de leiders van Europa, wordt het ons duidelijk hoeveel belang men daaraan hecht. Vrede in en met Israël is vrede voor de wereld. En het gaat komen, want straks zal de mensheid het uitroepen: "Het is alles vrede en rust" (1 Thess. 5 vs. 3). En dan? Het wordt ons in dezelfde tekst meegedeeld. Een plotseling verderf zal hen overkomen. Is dit alles nu doemdenkerig, zoals sommigen ons schrijven? Zijn we in dit alles te negatief?
DE HERE JEZUS KOMT!
Wie vindt dat wij te negatief zijn moet toch meer lezen wat de Bijbel schrijft over de tijd van het einde, in het kader van onze artikelenreeks, door ons genoemd "de komende dagen". Want de tijd komt steeds dichterbij. En daarom zijn we dichterbij. En waarom zijn we met deze dingen bezig? Omdat de terugkomst van de Here Jezus Christus ons hart vervult. De Bijbel staat vol met beloften aangaande deze terugkeer. Het is onbegrijpelijk dat Gods kerk niet veel meer bij dit alles stil staat. De eerste tijd van de Gemeente was een tijd van uitzicht en verwachting. Men nam blijmoedig het kruis op zich om achter de Here te wandelen, want Hij zou komen. Dat is later teruggebracht tot een enkel woord in de geloofsbelijdenissen. Maar in onze tijd zien we een wereldwijde opleving van deze verwachting. De Here komt! Het klinkt in de gemeentes en kerken, het wordt geschreven in vele bladen. En velen zijn er mee bezig.
En dan blijkt dat doemdenken toch niet zo erg doemdenken te zijn, want het gaat in wezen niet over de rampspoed die over deze aarde zal komen, maar om wat er achter zal verschijnen. De komende heerlijkheid. Dan lezen we de profetieën niet met een bang hart, maar met vreugde. Dan zien we met deernis naar onze wereld, vanwege de moeilijke zaken die zullen komen en spannen we ons in om het Evangelie te verkondigen aan zoveel mogelijk mensen, opdat velen het zullen weten dat er nog steeds genade is door het verlossingswerk van de Here Jezus Christus.
Dan zien we naar het laatste bijbelboek, het boek Openbaring, dat één heenwijzing is naar de komende Here. Maar dan zien we dingen anders. Want reeds aan het begin van het boek zien we hoe de Here Zelf Zich daarin presenteert als de grote Overwinnaar. Neen, het loopt God niet uit de hand, hoe ook de machten en ook de aardse grootheden woeden. God zegt: "Ik toch heb mijn Koning gesteld" (Ps. 2). En in het boek Openbaring presenteert zich deze Koning, de Here Jezus Christus.
MOEILIJKE TIJDEN
Het boek Openbaring laat er geen onduidelijkheid over bestaan, er is een periode aanstaande, die de Bijbel elders de grote verdrukking noemt. Sommige mensen menen dat deze verdrukking alleen voor Israël is, maar dan lezen we de Bijbel niet goed. Het gaat over heel de wereld. De Here Jezus spreekt van een grote verdrukking zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal. Deze grote verdrukking vindt plaats in heel de wereld, en het boek Openbaring beschrijft dit alles vanaf hoofdstuk 6 tot hoofdstuk 18. Het kan zijn dat het lezen van dit alles ons schrik aanjaagt, want het schijnt of de satan regeert en niet de Here God. Er wordt in dit boek zelfs gesproken over de troon des satans. En de Here Jezus spreekt over de satan als de overste van deze wereld. Allemaal zaken die waar zijn, maar er is een belangrijk ding. Aan het begin van de beschrijving van dit alles vinden we in de hoofdstukken 4 en 5 een machtig gezicht, dat ons uitzicht biedt op de hemel. En daar zien we de troon staan, van waaruit alles wordt geregeld, de troon van God. Johannes, die dit alles voor ons mag zien en opschrijven, ziet dat alles niet zo maar. Het wordt een beschrijving tot bemoediging van al Gods kinderen op aarde, bijzonder voor ons die in de eindtijd leven.
GODS TROON IN DE HEMEL
De vier hemelse gestalten, die voor God staan, de vierentwintig oudsten, ja, de ganse hemel, maar ook de aarde en zelfs wat onder de aarde is, mengt zich in het grote lied dat zingt van overwinning en heerlijkheid. Niet van de troon des satans, maar van Gods troon komen de laatste dingen. Daarom is het ook niet nodig om angst te hebben voor de dingen die over de wereld gaan komen, want Gods kinderen zijn onder Gods hoede veilig en geborgen. Daarom wordt ons oog aan het begin van dit alles op die troon gericht, voordat we verder gaan lezen in het boek Openbaring. Voordat de machtige profetieën zich in beweging zullen zetten, wordt het ons duidelijk: God regeert. En nu komt het einde aller dingen, waar de apostelen over schrijven in hun brieven.
Vanaf hoofdstuk 6 gaat het gebeuren. In een enorme opsomming zien we de dingen gebeuren. Soms worden we in de hemel geplaatst om te zien hoe de hemel betrokken is bij de aarde, soms zien we de plagen over de aarde rollen, de oordelen van God over een goddeloze mensheid. Er staat zo duidelijk geschreven dat zij zich niet zullen bekeren. Zoals eertijds Farao zijn hart verhardde, zo zullen de mensen hun hart verharden. Geen bekering, integendeel, we lezen hoe de mensen van de eindtijd, die van God niet hebben willen weten, die leefden voor hun eigen genoegens, zich zelfs tegen God keren en Zijn grote en heerlijke naam lasteren. Op aarde zien we dan de antichrist verschijnen als de afgezant van satan, om de wereld aan te voeren in de strijd tegen de door God Gezondene, de Here Jezus Christus. En weer denken we aan de woorden van Psalm 2, waar God zegt: "Ik toch heb Mijn Koning gesteld". De Here Jezus Christus, die als de grote Goël, de ware verlosser, het ontvreemde, deze aarde, de ganse schepping, in Zijn offerdaad, weer terugbrengt aan God.
De strijd loopt op zijn einde, maar spitst zich tegelijkertijd toe. In het vorige artikel zagen we hoe de grote stad, het Babylon van de eindtijd, in grote stukken uiteenviel en ten onder ging. En dit alles wordt de opening voor het verschijnen van de Here Jezus Christus, in Zijn glorieuze wederkomst. Dan zullen zijn voeten staan op de Olijfberg. Welk een glorierijke toekomst. Waar zal onze plaats dan zijn?
Over de opname van de gemeente, de plaats van Israël, het duizendjarig rijk en de voleinding, zullen we in de volgende artikelen schrijven, waarmee we deze reeks over de komende dagen zullen beëindigen in de geloofszekerheid dat Zijn komst nabij is.
ds. Jac. Schouten