De komende dagen
ds. Jac. Schouten • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 9
Maar God daalde neder en Hij zag het werk van de mens. ‘Als dit door gaat zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn’, zo sprak de Here God.
Wie de profetieën uit de Bijbel goed kent, weet dat de komende dagen steeds dichterbij komen, ja eigenlijk al zijn aangebroken. Niet voor niets staat er voor deze tijd geschreven: "De tijd is nabij". Want de tijd is nabij! Er is een merkwaardigheid gaande die steeds duidelijker tot ontwikkeling komt. Aan de ene kant zien we hoe in die gedeelten van de wereld waar het evangelie de afgelopen eeuwen nagenoeg geen plaats heeft gekregen, nu massale bekeringen plaatsvinden. Maar daar tegenover zien we in de landen waar het evangelie al vroeg ingang heeft gekregen, nu de goddeloosheid op schrikbarende wijze toeneemt. We denken daarbij aan Europa. Wat heeft Europa een zegen gekend. De geschiedenis laat ons zien hoe God dat reeds van vroege tijd bepaald had. in Gen. 9 vs. 27 lezen we van die grote zegen: "God breide Jafet uit en hij wone in de tenten van Sem". Dat betekende dat Jafet zou gaan delen in de zegen van Sem. Zo is het ook gegaan. Uit Sem kwam Abraham, uit Abraham kwam Israël en uit Israël de Here Jezus.
Het heil is uit de Joden, laten we dat nooit vergeten. Het nageslacht van Jafet heeft zich uitgebreid richting Europa. Toen het evangelie zijn loop over de wereld begon, was er even de gedachte dat het Europa, dat het Jafet, voorbij zou gaan. Paulus predikte het evangelie. En in Hand. 16 lezen wij hoe hij opnieuw Azië in wilde gaan om daar de boodschap te verkondigen, maar God stuurde hem een andere kant uit. We lezen daar: "Zij werden verhinderd door de Heilige Geest het woord in Asia te spreken". En even verder: "De Geest van Jezus liet het hun niet toe". Daarna kwam de vraag: "Steek over naar Macedonië en help ons". En de golf van het evangelie boog zich, op Gods bevel, over Europa heen. Van kust tot kust, van de noordkaap tot de Middellandse zee. Europa werd het christelijke werelddeel, met in het verlengde daarvan Amerika. Overal scheen het licht van het evangelie. En toen het verdonkerde schonk God een herleving door de Reformatie. Bij een nieuwe verstarring kwamen de opwekkingen die nieuw leven brachten. Dat alles is nu voorbij. De kerken staan er nog en worden door velen gezien als folkloristische zaken uit het verleden, waarheen we alleen nog op kerkepad gaan. In veel kerken zit nog maar een handjevol mensen. De kerkverlating heeft hard toegeslagen. Tegelijkertijd zien we de goddeloosheid toenemen. Allerwegen schijnt het of de duivel het voor het zeggen heeft. De antichrist werpt zijn schaduwen over deze wereld.
HEEFT GOD NOG IETS TE ZEGGEN?
Deze tijd is te vergelijken met de tijd van de torenbouw van Babel. De mensen werden opgestuwd om zich een naam te maken, opdat de glorie van de mens alom zichtbaar zou zijn. Daarmee gingen ze tegen Gods gebod in om de aarde te vervullen. Maar God daalde neder en Hij zag het werk van de mens. "Als dit door gaat zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn", zo sprak de Here God. Vandaag zien we hetzelfde streven van de mens, maar vanwege de vergevorderde techniek en wetenschap is alles veel grootser en machtiger. We sturen mensen in ruimteschepen het heelal door, die terugkomend ons vertellen dat God niet bestaat en dat zij nergens de hemel hebben gezien. Als resultaat daarvan neemt de zonde op aarde schrikbarend toe. Abortus, vroeger ondenkbaar, in vele landen al lang normaal geworden, euthanasie, met regels omgeven, maar wie houdt zich er aan? Het huwelijk op zijn retour, geslachten worden veranderd naar goeddunken van de mens. Het geweld heerst en de misdaad tiert welig. Zelfs de overheid gaat struikelend zijn weg. Heeft God Zich aan de kant laten drukken? Is God er nog wel? Of is de duivel aan een triomftocht begonnen? Toch gaat het in de komende dagen gebeuren. Vanuit het boek Openbaring klinkt het ons tegemoet: "Het Koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als Koning heersen tot in alle eeuwigheden (Openb. 11 vs. 15).
GOD IS KONING
Zo ziet de Bijbel het, dat komt ons in vele variaties tegemoet uit het ganse Woord van God. In Psalm 2 horen we de Here zeggen: "Ik heb immers mijn Koning gesteld over Sion, mijn heilige berg". En de koningen der aarde, de overheden, worden opgeroepen om verstandig te zijn en de Here met vreze te dienen. Bereikt het Woord de overheden nog wel? Nu is de Bijbel niet onduidelijk over het Koningschap van God. In het bekende gebed des Heren, horen we het: "Uw koninkrijk kome!" En dan gaat het over een komend rijk, wat niet verwisseld mag worden voor de algehele heerschappij van God in het heden. Gods troon is nooit leeg komen staan. God is nimmer afgetreden als Koning. Maar wat komen gaat is verheerlijking op de troon. Wat komen gaat is de openbaar-wording van Gods rijk en heerlijkheid. Eenmaal is er een diepe scheiding gekomen vanwege de zondeval van de mens. De mensen werden gescheiden van de heerlijkheid van God, ja, er van verdreven. Maar in de gemeente van de Here Jezus Christus wordt het herstel al gezien. Rom. 15 vs. 6 zegt het ons: "Opdat gij ééndrachtig, u uit één mond, de God en Vader van onze Here Jezus Christus moogt verheerlijken'. Het is zeker dat de overwinning is behaald. Reeds lang geleden, op Golgotha. Daar, waar de ondergang nabij scheen, waar het er op uit ging zien dat de satan grote winst zou behalen, daar is de satan verslagen. We lezen in Kol. 2 vs. 15: "Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd". Dit is zeker, de overwinning is des Heren.
NOG NIET ZICHTBAAR OP AARDE?
Op deze aarde heerst nog steeds de geest van Babel. Begonnen in het begin van de geschiedenis en steeds verder doorgegaan is de macht van Babel tijdens koning Nebukadnezar tot grote hoogte gestegen. Hij was het gouden hoofd, dat God hem heeft laten zien. Na hem kwamen de anderen, Perzië, Griekenland en Rome. Maar in allen werkte de geest van Babel. En de geest van Babel is de geest van de opstand. Opstand tegen God. Een opstand die we vandaag overal zien in deze wereld, want vandaag worden de geboden van God rechtstreeks aangetast. Het rijk van de mens, het rijk van Babel, neemt het op tegen de Here God en Zijn Gezalfde. Het gaat bij Babel immers om de mens, en om de heerlijkheid en de grootheid van de mens. Komt, laten wij ons een naam maken, zo klinkt het ons uit de oudheid tegemoet. En Nebukadnezar roept het uit: "Is dit niet het trotse Babel, dat ik gebouwd heb?" En de mens van onze dagen zegt het: Wij hebben God niet nodig, wij schaffen God af, want wij kunnen het zelf wel.
Economisch, sportief, technisch en wetenschappelijk, is de mens op weg naar zijn hoogtepunt. Babel moet zegevieren, want de mens moet op de troon. Liefst op de troon van God. Straks zal het gebeuren, dan verschijnt de supermens en hij zal zich in de tempel Gods zetten om te laten zien dat hij een god is. Maar dan komt ook de grote omkeer. Vanuit het boek Openbaring, het boek van de toekomst, welke nu heel dichtbij is gekomen, komen ons de woorden tegemoet:
“Het Koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en Zijn Gezalfde, en Hij zal als Koning heersen tot in alle eeuwigheden".
Daarmee is het lot van Babel bezegeld. De Here is Koning. En straks wordt dat in alle heerlijkheid zichtbaar. In de hemel geeft dit woord aanleiding tot een grote lofprijzing. De vierentwintig oudsten, de verloste gemeente, wierpen zich op hun aangezicht om God te aanbidden. Maar voor de wereld is het uur der waarheid aangebroken. Want niet de macht van Babel, niet de glorie van de mens, heeft de toekomst, maar de heerlijkheid van God. En met de satan en zijn trawanten, de antichrist en de valse profeet, zullen ook de goddelozen in deze wereld geoordeeld worden. Alleen zij die hun heil gezocht hebben door het geloof in de Here Jezus Christus zullen gaan delen in de grote en heerlijke toekomst van Jezus Christus, van God en al de heilige engelen. Want Jezus Christus, Hij is Koning!
Wat komen gaat is de openbaarwording van Gods rijk en heerlijkheid. Eenmaal is er een diepe scheiding gekomen vanwege de zondeval van de mens. De mensen werden gescheiden van de heerlijkheid van God, ja, er van verdreven. Maar in de gemeente van de Here Jezus Christus wordt het herstel al gezien.
ds. Jac. Schouten
Wie de profetieën uit de Bijbel goed kent, weet dat de komende dagen steeds dichterbij komen, ja eigenlijk al zijn aangebroken. Niet voor niets staat er voor deze tijd geschreven: "De tijd is nabij". Want de tijd is nabij! Er is een merkwaardigheid gaande die steeds duidelijker tot ontwikkeling komt. Aan de ene kant zien we hoe in die gedeelten van de wereld waar het evangelie de afgelopen eeuwen nagenoeg geen plaats heeft gekregen, nu massale bekeringen plaatsvinden. Maar daar tegenover zien we in de landen waar het evangelie al vroeg ingang heeft gekregen, nu de goddeloosheid op schrikbarende wijze toeneemt. We denken daarbij aan Europa. Wat heeft Europa een zegen gekend. De geschiedenis laat ons zien hoe God dat reeds van vroege tijd bepaald had. in Gen. 9 vs. 27 lezen we van die grote zegen: "God breide Jafet uit en hij wone in de tenten van Sem". Dat betekende dat Jafet zou gaan delen in de zegen van Sem. Zo is het ook gegaan. Uit Sem kwam Abraham, uit Abraham kwam Israël en uit Israël de Here Jezus.
Het heil is uit de Joden, laten we dat nooit vergeten. Het nageslacht van Jafet heeft zich uitgebreid richting Europa. Toen het evangelie zijn loop over de wereld begon, was er even de gedachte dat het Europa, dat het Jafet, voorbij zou gaan. Paulus predikte het evangelie. En in Hand. 16 lezen wij hoe hij opnieuw Azië in wilde gaan om daar de boodschap te verkondigen, maar God stuurde hem een andere kant uit. We lezen daar: "Zij werden verhinderd door de Heilige Geest het woord in Asia te spreken". En even verder: "De Geest van Jezus liet het hun niet toe". Daarna kwam de vraag: "Steek over naar Macedonië en help ons". En de golf van het evangelie boog zich, op Gods bevel, over Europa heen. Van kust tot kust, van de noordkaap tot de Middellandse zee. Europa werd het christelijke werelddeel, met in het verlengde daarvan Amerika. Overal scheen het licht van het evangelie. En toen het verdonkerde schonk God een herleving door de Reformatie. Bij een nieuwe verstarring kwamen de opwekkingen die nieuw leven brachten. Dat alles is nu voorbij. De kerken staan er nog en worden door velen gezien als folkloristische zaken uit het verleden, waarheen we alleen nog op kerkepad gaan. In veel kerken zit nog maar een handjevol mensen. De kerkverlating heeft hard toegeslagen. Tegelijkertijd zien we de goddeloosheid toenemen. Allerwegen schijnt het of de duivel het voor het zeggen heeft. De antichrist werpt zijn schaduwen over deze wereld.
HEEFT GOD NOG IETS TE ZEGGEN?
Deze tijd is te vergelijken met de tijd van de torenbouw van Babel. De mensen werden opgestuwd om zich een naam te maken, opdat de glorie van de mens alom zichtbaar zou zijn. Daarmee gingen ze tegen Gods gebod in om de aarde te vervullen. Maar God daalde neder en Hij zag het werk van de mens. "Als dit door gaat zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn", zo sprak de Here God. Vandaag zien we hetzelfde streven van de mens, maar vanwege de vergevorderde techniek en wetenschap is alles veel grootser en machtiger. We sturen mensen in ruimteschepen het heelal door, die terugkomend ons vertellen dat God niet bestaat en dat zij nergens de hemel hebben gezien. Als resultaat daarvan neemt de zonde op aarde schrikbarend toe. Abortus, vroeger ondenkbaar, in vele landen al lang normaal geworden, euthanasie, met regels omgeven, maar wie houdt zich er aan? Het huwelijk op zijn retour, geslachten worden veranderd naar goeddunken van de mens. Het geweld heerst en de misdaad tiert welig. Zelfs de overheid gaat struikelend zijn weg. Heeft God Zich aan de kant laten drukken? Is God er nog wel? Of is de duivel aan een triomftocht begonnen? Toch gaat het in de komende dagen gebeuren. Vanuit het boek Openbaring klinkt het ons tegemoet: "Het Koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als Koning heersen tot in alle eeuwigheden (Openb. 11 vs. 15).
GOD IS KONING
Zo ziet de Bijbel het, dat komt ons in vele variaties tegemoet uit het ganse Woord van God. In Psalm 2 horen we de Here zeggen: "Ik heb immers mijn Koning gesteld over Sion, mijn heilige berg". En de koningen der aarde, de overheden, worden opgeroepen om verstandig te zijn en de Here met vreze te dienen. Bereikt het Woord de overheden nog wel? Nu is de Bijbel niet onduidelijk over het Koningschap van God. In het bekende gebed des Heren, horen we het: "Uw koninkrijk kome!" En dan gaat het over een komend rijk, wat niet verwisseld mag worden voor de algehele heerschappij van God in het heden. Gods troon is nooit leeg komen staan. God is nimmer afgetreden als Koning. Maar wat komen gaat is verheerlijking op de troon. Wat komen gaat is de openbaar-wording van Gods rijk en heerlijkheid. Eenmaal is er een diepe scheiding gekomen vanwege de zondeval van de mens. De mensen werden gescheiden van de heerlijkheid van God, ja, er van verdreven. Maar in de gemeente van de Here Jezus Christus wordt het herstel al gezien. Rom. 15 vs. 6 zegt het ons: "Opdat gij ééndrachtig, u uit één mond, de God en Vader van onze Here Jezus Christus moogt verheerlijken'. Het is zeker dat de overwinning is behaald. Reeds lang geleden, op Golgotha. Daar, waar de ondergang nabij scheen, waar het er op uit ging zien dat de satan grote winst zou behalen, daar is de satan verslagen. We lezen in Kol. 2 vs. 15: "Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd". Dit is zeker, de overwinning is des Heren.
NOG NIET ZICHTBAAR OP AARDE?
Op deze aarde heerst nog steeds de geest van Babel. Begonnen in het begin van de geschiedenis en steeds verder doorgegaan is de macht van Babel tijdens koning Nebukadnezar tot grote hoogte gestegen. Hij was het gouden hoofd, dat God hem heeft laten zien. Na hem kwamen de anderen, Perzië, Griekenland en Rome. Maar in allen werkte de geest van Babel. En de geest van Babel is de geest van de opstand. Opstand tegen God. Een opstand die we vandaag overal zien in deze wereld, want vandaag worden de geboden van God rechtstreeks aangetast. Het rijk van de mens, het rijk van Babel, neemt het op tegen de Here God en Zijn Gezalfde. Het gaat bij Babel immers om de mens, en om de heerlijkheid en de grootheid van de mens. Komt, laten wij ons een naam maken, zo klinkt het ons uit de oudheid tegemoet. En Nebukadnezar roept het uit: "Is dit niet het trotse Babel, dat ik gebouwd heb?" En de mens van onze dagen zegt het: Wij hebben God niet nodig, wij schaffen God af, want wij kunnen het zelf wel.
Economisch, sportief, technisch en wetenschappelijk, is de mens op weg naar zijn hoogtepunt. Babel moet zegevieren, want de mens moet op de troon. Liefst op de troon van God. Straks zal het gebeuren, dan verschijnt de supermens en hij zal zich in de tempel Gods zetten om te laten zien dat hij een god is. Maar dan komt ook de grote omkeer. Vanuit het boek Openbaring, het boek van de toekomst, welke nu heel dichtbij is gekomen, komen ons de woorden tegemoet:
“Het Koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en Zijn Gezalfde, en Hij zal als Koning heersen tot in alle eeuwigheden".
Daarmee is het lot van Babel bezegeld. De Here is Koning. En straks wordt dat in alle heerlijkheid zichtbaar. In de hemel geeft dit woord aanleiding tot een grote lofprijzing. De vierentwintig oudsten, de verloste gemeente, wierpen zich op hun aangezicht om God te aanbidden. Maar voor de wereld is het uur der waarheid aangebroken. Want niet de macht van Babel, niet de glorie van de mens, heeft de toekomst, maar de heerlijkheid van God. En met de satan en zijn trawanten, de antichrist en de valse profeet, zullen ook de goddelozen in deze wereld geoordeeld worden. Alleen zij die hun heil gezocht hebben door het geloof in de Here Jezus Christus zullen gaan delen in de grote en heerlijke toekomst van Jezus Christus, van God en al de heilige engelen. Want Jezus Christus, Hij is Koning!
Wat komen gaat is de openbaarwording van Gods rijk en heerlijkheid. Eenmaal is er een diepe scheiding gekomen vanwege de zondeval van de mens. De mensen werden gescheiden van de heerlijkheid van God, ja, er van verdreven. Maar in de gemeente van de Here Jezus Christus wordt het herstel al gezien.
ds. Jac. Schouten
