De komende dagen

ds. Jac. Schouten • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 8
In het boek Openbaring, het boek van de toekomst, wisselt het ene beeld het andere af. We kunnen begrijpen dat er in de eeuwen die voorbij zijn mensen zijn geweest, die geen raad wisten met die wonderlijke beelden, ons hier getoond. Maar we hebben wel de gedachte dat de mensen die leefden in de tijd dat dit alles geschreven werd, er toch heel veel van begrepen hebben, omdat min of meer toch het wereldbeeld van die dagen daarin wordt beschreven.

Wat wij moeten doen is het wereldbeeld van vandaag projecteren op het wereldbeeld van toen, want dan gaan we veel overeenkomsten ontdekken. Godsdienstig, politiek en maatschappelijk, zien we een beeld dat we vandaag min of meer terugvinden. Zoals toen het Romeinse rijk voor een zekere eenheid zorgde, zo zien we dit vandaag groeien binnen de Europese Unie. Niet zulk een sterke eenheid, want het is de eenheid van leem en ijzer, wat zich in feite niet laat vermengen, maar toch een bepaalde eenheid. En we hoorden dezer dagen al spreken over een Europees leger. Zoals toen Israël onder grote druk in het land leefde en er voor een deel, tot 135 na Chr., heeft geleefd, zo leeft Israël vandaag in het land. Wel in vrijheid, maar onder druk van de wereldpolitiek. De mensen die in de afgelopen eeuwen met dit alles geen raad wisten, en ook niet wisten wat zij met de profetieën van het boek Openbaring aan moesten, hebben daar in vele gevallen geen oog voor gehad, omdat men meende dat Israël totaal uitgeschakeld was. Toch komen we, naarmate we in het boek Openbaring verder lezen, steeds duidelijker en nadrukkelijker Israël tegen. Israël speelt een grote rol in het eindgebeuren.

DE TEMPEL MOET GEMETEN
In hoofdstuk 11 van dit zo wonderlijke boek komen we ineens Israël weer tegen. En dat plaatst ons tegelijk in deze tijd. Israël is volkomen terug op het wereldtoneel en waarschijnlijk meer dan het ooit eerder is geweest. Sinds vijftig jaar, en eigenlijk al langer, houdt het volk de gemoederen bezig. En de verkiezingen, in de maand mei gehouden, hebben laten zien hoe belangrijk dat was. Heel de wereld heeft meegekeken. Wie de profetieën kent weet hoe belangrijk Israël is. Nu, in het boek Openbaring, blijkt ons ook dat in het eindgebeuren Israël terug is op het grote wereldtoneel. En hoe? Er blijkt een tempel in Jeruzalem aanwezig te zijn, en Johannes krijgt opdracht om deze tempel te meten. Johannes, in ballingschap op het eiland Patmos, heeft dit allemaal geestelijk moeten beleven. In rijen beelden is heel de toekomst aan hem voorbij getrokken. Daarom zijn er veel mensen die denken dat dit ook geestelijk verstaan moet worden. Israël is dan geen Israël meer, en de tempel is of de gemeente of toch nog het volk Israël, terwijl er ook mensen zijn die dit alles naar een vroegere tijd verplaatsen, toen de tempel nog niet verwoest was. Maar het boek Openbaring is geschreven na de verwoesting van de tempel en het is precies gegaan zoals de Here Jezus in Zijn profetische rede in Matth. 24 heeft gezegd: Geen steen is op de andere gebleven. Wie vandaag in Jeruzalem komt kan de trappen nog zien die voeren naar de Voorhof van de tempel, trappen die voor enkele jaren zijn bloot gelegd. Daarnaast is er de zo bekende westelijke muur, de klaagmuur, die in feite geen muur van de tempel is, maar een muur van het tempelgebied. En dan is er ook nog het immense grote tempelplein. Maar daar zien we niet de tempelgebouwen waar eertijds Gods naam werd geprezen. Integendeel, daar staan de gebouwen van de Islam, de rotskoepel en de al-Aksamoskee. Er is van de tempel geen steen op de ander gebleven. Dan blijven we zitten met de vraag wat we aan moeten met het meten van een tempel, die er toch niet is.

KOMT ER EEN TEMPEL?
Dat is de vraag die door sommige mensen ontkend wordt en dan heeft dit vaak te maken met de positie van Israël, die men ook niet wil erkennen. Anderen weten niet helemaal wat ze hiermee aan moeten, want het lijkt bijna onmogelijk dat er in Jeruzalem nog weer een tempel gebouwd zal worden, behalve de tempel, welke in Ezechiël wordt beschreven, de tempel van de toekomst.
Dan moeten we de profetieën lezen welke over deze periode gaan. Het eerst komen we dan bij Daniël 9 vs. 27 terecht waar gesproken wordt over het brengen van het offer. Dat kan alleen in de tempel gebeuren. Wat minder duidelijk zouden we ook Lucas 21 kunnen noemen, waar het gaat over Jeruzalem dat vertrapt zal worden door de heidenen, totdat de tijd der heidenen voorbij zal zijn. In overeenstemming met Openb. 11 kunnen we ook hier uitgaan van een bestaande tempel. Een zeer duidelijke plaats is 2 Thess. 2 waar we lezen van de antichrist die zich in de tempel Gods zal zetten om aan zich te laten zien dat hij een god is. Er zijn wel verhalen op dit moment van tempelbouw, sommigen zeggen dat alle materialen daarvoor klaar liggen. We weten van de hoeksteen die sommige orthodoxe Joden al de tempelberg op hebben willen brengen. Maar vooralsnog is het ons verborgen hoe deze tempel, waar nu de heiligdommen van de Islam staan, gebouwd zal worden.

Die tempel, die straks verrijst, moet gemeten worden. Niet alleen de tempel, maar ook het altaar en de mensen die in de tempel komen om te aanbidden. Die laatsten zullen alleen Joden zijn. We horen Jesaja zeggen in hoofdstuk 10:21, 22: "Een rest zal zich bekeren, de rest van Jakob, tot de sterke God. Want al ware uw volk, o Israël, als het zand der zee, een rest daaronder zal zich bekeren". Zullen dat de toekomstige aanbidders in de tempel zijn?

Eén ding is duidelijk: Tempel, altaar en aanbidders, worden afgezonderd en door God geheiligd. De heidenen, hoe ze ook zullen woeden, zullen hen niets meer kunnen doen. Dat is erg belangrijk voor de dingen die zullen komen. Want verwoesting zal plaatsvinden in heel Israël. Dat leren ons de verschillende profetieën. Maar God zal de i tempel en de bidders daarin, bewaren. Maar de voorhof is aan de heidenen gegeven. De voorhof en de heilige stad. Ondanks de zonde die in deze stad heerst, noemt God die stad toch heilig. Want God heeft immers Zijn naam aan Jeruzalem verbonden. In de profeet Zacharia lezen we dat God in gloeiende ijver voor Jeruzalem is ontbrand. Dat zal de wereld ook in de komende dagen gaan zien. Maar hier wordt de stad aan de heidenen overgegeven. Zacharia 14 zegt ons dat de stad belegerd en genomen zal worden. Lucas 21 zegt ons dat de heidenen de stad zullen vertreden.

Maar dit alles totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn. Iemand die dit alles toch niet wil zien moet wel geestelijk blind zijn, want we leven in een tijd dat de vervulling van de profetieën zich voor onze ogen ontrolt. Bij de laatst gehouden verkiezingen bleek weer het grote belang van Israël. Heel de wereld had de ogen op Israël gericht. Hier werd duidelijk, wat geschreven staat in Zacharia: "Te dien dage zal Ik Jeruzalem maken tot een lastige steen, die alle natiën moeten heffen; allen die hem heffen zullen zich deerlijk verwonden. En alle volkeren der aarde zullen zich daarheen verzamelen". Aan het eerste, het heffen, is men volop bezig. Het tweede zal niet lang op zich laten wachten, want we zijn in de komende dagen aangekomen. Nog een korte tijd dan zal alles gebeuren. Dan zal er een tempel in Jeruzalem verschijnen, en de antichrist zal zich er in zetten. Maar God zal het niet accepteren en dan zal het grote einde daar zijn. Want de Here Zelf zal van de hemel komen. En het machtige is dat Israël Hem zal herkennen. Zij zullen tot groot berouw komen, maar dan zal de heilstijd voor Israël aanbreken. Eindelijk zal dat moegestreden volk rust vinden. Tempel, altaar en aanbidders worden gemeten. Opdat alles voor God gereed zal zijn als de glorie zich aandient. En vandaag kunnen en mogen we het zeggen: De tijd is nabij!

ds. Jac. Schouten