De komende dagen

ds. Jac. Schouten • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 4
Met grote interesse lezen we wat ons in Openbaring 6 vanaf vers 12 wordt getoond. Het is eigenlijk te groot en te geweldig om het te begrijpen. Maar toch zullen wij trachten dit op ons te laten inwerken. Bij het lezen valt ons op dat er een wonderlijke overeenkomst is met dat wat we hier lezen en de Oudtestamentische profeten schrijven over de dag des Heren en wat de Here Jezus Christus zegt in Zijn profetische rede van Matth. 24.

Allen spreken over dezelfde dingen:

"De zon en de maan zullen verduisterd worden, de sterren vallen van de hemel, de aarde komt tot beving. En er zal grote angst zijn bij de mensen op aarde.

Eén ding wordt ons duidelijk: hier wordt ons een beeld geschetst van de eindtijd, in het bijzonder van de toespitsing van de eindtijd. We zien nu reeds hoe alles klaar wordt gemaakt voor de confrontatie tussen de komende Koning en de dan op aarde heersende machthebber.

Reeds eerder zagen we in ditzelfde hoofdstuk de vier ruiters verschijnen, met aan het hoofd de overwinnende en voorttrekkende antichrist. Als gevolg van dit voorttrekken van de eerste ruiter worden ons de volgende ruiters getoond, verderf, honger en dood brengend.

Dit alles laat ons het faillissement zien van alle vredespogingen, die tot op dat moment worden ondernomen. O, er wordt genoeg aan gedaan. Wat een conferenties, wat een vredesmissies. Toch valt niet te ontkennen dat we, ondanks dit alles, telkens weer fikse brandhaarden zien ontstaan in heel de wereld. Zegt de Bijbel het ons niet: "De goddelozen hebben geen vrede". 0, we zijn er van overtuigd dat men zich wil inspannen tot het uiterste om vrede te brengen en te houden, men meent het eerlijk. Maar de macht van het kwade is sterker dan de wil van de mens. In heel dit eindgebeuren wordt de mens steeds meer gedreven in de armen van de demonen. Vandaag trekkende kwade dingen over deze wereld. De oorlog in Kosovo brengt ons iedere dag beelden die de verschrikkingen van de oorlog laten zien en we horen de trieste verhalen van de vluchtelingen. Hier geschiedt wat we elders in dit hoofdstuk lezen: oorlog, honger, dood en verderf gaan hand in hand.

DE POSITIE VAN RUSLAND
President Jeltsin van Rusland heeft al gezegd dat dit wel eens tot een wereldoorlog zou kunnen leiden. Nu waren er velen die meenden dat de kracht van de Russische beer was verdwenen bij de ineenstorting van de Sovjet-Unie. Ogenschijnlijk is dat ook zo. En zo wordt Rusland op dit ogenblik ook enigszins door het Westen gezien. Maar in het profetisch eindgebeuren zal Rusland een belangrijke plaats innemen. Waarschijnlijk is de tijdelijke zwakte van Rusland nodig om de profetie van Jeremia 23 vs. 8 tot vervulling te brengen. Daar lezen we:

"Zo waar de Here leeft, die het nageslacht van het huis Israëls heeft doen optrekken en die het heeft doen komen uit het Noorderland en uit al de landen waarheen Hij hen verdreven had; en zij zullen wonen op hun eigen grond".

Hier staan twee belangrijke zaken. De eerste is dat de Joden uit het Noorderland zullen komen, dat is Rusland. Juist door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd de mogelijkheid tot vervulling van deze profetie gegeven. Met honderdduizenden zijn de Joden uit Rusland gekomen om zich, en dat is het tweede, te vestigen op hun eigen grond. President Jeltsin, hoe zwak hij in sommige zaken ook moge blijken, blijkt hier een belangrijke tussenpersoon, die door zijn politiek dit alles mogelijk maakt. Maar de anderen, de communisten, de nationalisten en de generaals, staan reeds klaar om de macht over te nemen en Rusland weer zijn oude glorie te geven. En het zal dat Rusland zijn dat in de komende dagen op de bergen van Israël ten onder zal gaan (Ezech. 39 vs. 4 en 11). In latere artikelen zullen we daar zeker op terugkomen.

Kosovo spreekt ons aan omdat het zo dichtbij gebeurt. Maar zeker zo erg, zo niet erger, zijnde dingen die gebeuren in Sierra Leone en in andere Afrikaanse staten. In dit alles zien we de opmars naar dat wat in komende tijden over de wereld komen zal. Als de vier ruiters uit Openbaring 6 hun loop over de aarde beginnen zal de ellende volkomen zijn.

DE DAG DES HEREN
We horen het de profeten zeggen, als zij schrijven: "Zie, de dag des Heren komt, meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toom" (Jesaja 13). De dag des Heren zal geen dag van vierentwintig uur zijn. Het is ook niet de jongste dag, maar een periode waarin de ongehoorzame volkeren gehoorzaam zijn geworden aan de macht der duisternis. Daardoor zal het volk Israël in grote benauwdheid komen en de gemeente Gods vervolgd worden. Deze periode valt samen met de openbaring van de antichrist. Het zal een vreselijke tijd zijn op aarde. Een tijd van verdrukking, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook niet meer wezen zal (Matth. 24 vs. 21).

Die dagen zullen door Gods ingrijpen ingekort worden, anders zou niemand behouden worden. Het blijkt dat ook de natuurkrachten mee zullen spreken. Ook dit beleven we vandaag in toenemende mate. Nog maar kort geleden was er in midden-Europa uitzonderlijk zware sneeuwval. Elders overstromingen en aardbevingen, maar soms ook in bepaalde gebieden jarenlange droogte. En straks zullen het de mensen van deze aarde zijn die de confrontatie met de heilige God zullen beleven. De hemel wijkt terug als een boekrol. We weten niet wat we ons hierbij moeten voorstellen, maar zeker is dat de dreigingen van de hemel zullen komen. De mensen zullen daardoor in grote angst komen. En niemand wordt daarbij uitgezonderd. Het zijn de machtigen, maar ook de minder machtigen die deze confrontatie zullen beleven. Men probeert zich te verbergen voor het ingrijpen van God. Men zoekt een schuilplaats in de spelonken en schreeuwt tot de bergen en de heuvels: "Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, die gezeten is op de troon en voor de toom van het Lam".

WANT ER IS TOORN VAN HET LAM
Toorn van het Lam is onbegrijpelijk voor ons, want het Lam is toch het bewijs van Gods liefde. God bracht in het Lam het offer om de wereld te redden. De Bijbel zegt: "Als een Lam werd Hij ter slachting geleid en als een schaap dat stom is voor het aangezicht van zijn scheerders zo deed Hij Zijn mond niet open". Hoe is er dan hier sprake van de toom van het Lam? Vanaf het begin der schepping, toen de mens in zonde viel, heeft God de genadeweg ontsloten. Een genadeweg die steeds duidelijker werd bekend gemaakt. Eerst eeuwenlang heenwijzend naar het Lam van God dat zou komen. Gepresenteerd in de offerdienst van het volk Israël, maar ook verkondigd door de profeten. Nadat de Here gekomen was om Zichzelf ten offer te brengen, zijn de predikers de wereld in getrokken om de boodschap van redding en verlossing te brengen. Iedereen mocht komen! Er waren geen belemmeringen meer. En vele miljoenen zijn gekomen. En ze komen ook vandaag want al zien we in Europa de kerk achteruit gaan en is er sprake van kerkverlating, in de derde wereldlanden komen mensen met duizenden tot geloof.

Maar zoals bij de ark van Noach het God Zelf was die de deur toesloot, zo zal straks de genadedeur gesloten worden. En wat dan blijft is de toom van het Lam. Want God heeft het oordeel aan de Zoon gegeven. Hij die nu nog de Redder wil zijn van iedereen die gelovig tot Hem komt, zal straks komen als Rechter. En de Bijbel zegt: "Hoe zullen wij ontkomen, als wij geen ernst maken met zulk een heil" (Hebr. 2 vs. 3). Daarom, hoewel we op weg zijn naar de komende dagen, naar de toespitsing van de eindtijd, leven wij nog in het heden der genade. Iedereen die redding zoekt, mag komen, en zal voor eeuwig behouden worden. En wie komt, komt nimmermeer in het oordeel. Maar de deur die nu nog openstaat, wordt straks voorgoed gesloten.

ds. Jac. Schouten