De klok van genade staat altijd op nu!

Joh. de Heer • 91 - 2015 • Uitgave: 23
De mens is geschapen met het oog op de eeuwigheid. Het is door het kwalijke van de zonde dat die eeuwigheid voor de mens rampspoed in plaats van vreugde geworden is. Door onze zonden zijn we dood, uit de gemeenschap met God gestoten. Zo zal de mens tot in eeuwigheid leven, van God verlaten. Dat is wat de Bijbel dood noemt. Wat een vreselijke donkerte is dat. God heeft de mens echter heimwee gegeven, zodat er vroeger of later een verlangen ontstaat. Dat verlangen kan de mens vaak zelf niet definiëren, maar het is een terugverlangen naar de gemeenschap met God.

We kunnen de mensen eigenlijk in twee groepen verdelen: zoekende mensen en gevonden mensen. Wat de zoekers betreft, helaas zoeken veel mensen lang niet altijd op de goede plaats en velen stellen zich tevreden met surrogaat, vluchtig genot in welke vorm dan ook. We richten ons nu op ernstige zoekers.

Ernstige zoekers
Ernstige zoekers zijn die mensen die weten dat zij zondaren zijn. Maar op welke manier kunnen zij vinden wat ze werkelijk nodig hebben? Voor hen is er een goede boodschap, dat immers is het evangelie, de blijde boodschap. Het zoeken naar God is een genademiddel uit de hemel, een kiem die de groei van het geloof nodig heeft om tot de bloem van het geloof te worden. God heeft deze mens de genade geschonken dat hij buiten God om ongelukkig is. Dit gevoel en het onrustig hart doet hem ernstig zoeken. Het is als de naald van een kompas en komt niet eerder tot rust dan wanneer het in rechte lijn met de Schepper is gekomen.
Moody schrijft ergens: ‘Dit heb ik ondervonden, dat zodra iemand ernst maakt met zijn zaligheid, God hem begint te zoeken en weldra hebben zij elkaar gevonden. Het duurt niet lang meer voordat een verlangend zondaar een verlangend Zaligmaker ontmoet.’ In Jeremia 29:13 staat het zo: ‘U zult Mij zoeken en vinden, wanneer U naar Mij zult vragen met heel uw hart.’ Zulke mensen vinden onze Here Jezus.

Zoeken met reserves
Er zijn helaas veel mensen die Hem niet met een zo volkomen toegewijd hart zoeken. Veel mensen houden altijd iets voor zichzelf, in reserve, en beseffen te weinig dat juist die reserve hen blokkeert naar de Heiland. Zij zijn niet ten volle oprecht. God is dat wel. Dat heeft Hij bewezen toen Hij Zijn Zoon voor ons gaf. Ook de Zoon meende het, toen Hij stierf, daarvan is Golgotha het bewijs. De Here Jezus wacht, totdat ook wij het oprecht en ten volle menen.

De hoogste tijd
Zal er ooit een betere tijd komen dan dit moment? Uw haren zijn al grijs, uw ogen kampen met staar. Hoelang hebt u nog te leven? Het is nu de tijd, de hoogste tijd.
Zal er ooit een betere tijd komen? Je staat nog in de volle kracht van het leven. Dan is het nu de tijd deze levenskracht aan Hem te geven en je kracht in Zijn dienst te zetten tot een vruchtbaar leven voor Hem. Kijk niet naar de klok die de duivel je voorhoudt.

Toen ik (Joh. de Heer) in 1905 tijdens de opwekking in Wales was, vertelde iemand in één van de samenkomsten: “Mensen denkt er aan! De duivel heeft een klok met twee kanten. Als je jong bent houdt hij die kant naar je toe waarvan de wijzer zegt: nog veel te vroeg. Ben je oud, dan houdt de duivel de andere kant voor: Je bent te oud, het is te laat. Besef lieve lezer, de klok van genade staat altijd op nu.”

(Uit: ‘Hoe kom ik tot bekering?’ Joh. de Heer. Overgenomen en bewerkt door Henk Schouten. Alle Bijbelverzen zijn gekozen uit de HSV.)