De klant is koning!

ds. Yme Horjus • 88 - 2012 • Uitgave: 5
Waar mensen heel gevoelig voor zijn is de aandacht die zij ontvangen en of zij wel voldoende gewaardeerd worden als consument. Dat kan zomaar een grondhouding van mensen worden: “ik ben consument”! Ik ben hier op de wereld om op mijn wenken bediend te worden en het naar mijn zin te krijgen. Daar moet de overheid voor zorgen, moeten winkels op ingericht zijn en dienen allerlei welzijnsorganisaties aan bij te dragen. Velen voelen zich niet in de eerste plaats burger met rechten en plichten, maar vooral klant die op waarde geschat moet worden. Bozer kunnen mensen in Nederland niet worden wanneer zij niet met alle egards worden behandeld.

Christenen zullen altijd zeggen dat ze volgeling van Jezus Christus zijn. Hij is hun Here en Koning en zij willen Hem dienen in hun leven! Maar zo langzamerhand heeft de tijdgeest vele kinderen van de Here te pakken gekregen. Veel staat vandaag in het teken van genieten. Zoals kinderen in een pretpark van de ene attractie naar de andere hollen, zo proberen gelovigen ook uit alles wat er te beleven valt een flinke portie genot te halen. Want het leven is maar zo kort. Laten we eruit halen wat erin zit. Wij moeten aan onze trekken komen, want anders hebben we niet geleefd!
Voordat je het weet hebben christenen ook iets ingeademd van de lucht die om hen heen is. Zijn ze net zo geïnfecteerd door het klantdenken als vele andere mensen in onze samenleving en hebben ongemerkt het discipelschap ingeruild voor een houding die consumenten eigen is.
Loopt dat inderdaad zo’n vaart? Is dat niet wat overdreven? Nee, als ik het goed zie, komen we steeds meer als klant in de diensten. De dominee moet zorgen voor een goede preek. De koster zorgt voor een aangename temperatuur van de kerkruimte en laat ons op comfortabele stoelen zitten. De muziekgroep moet ons meenemen in een heerlijke aanbidding die ons gevoel streelt.
Het geloof moet warm en aangenaam zijn en God moet ons als de hemelse adelaar voortdurend op zijn vleugels dragen. ‘Dan zweef ik op de wind…’ We moeten gekoesterd en beschermd worden. In de watten gelegd door een geloof dat ons alles geeft, maar niets van ons vraagt… Wij hebben het vaak omgedraaid, niet wij moeten God dienen, maar God moet ons dienen. Wij zijn immers klant bij Hem.

Meer dan ik had verwacht
Als ik mijn auto een grote beurt heb laten geven, dan krijg ik meestal binnen een paar dagen een vragenformulier waarin mijn klanttevredenheid wordt onderzocht. De dealers worden er door de importeurs van automerken op afgerekend als dit niet in orde zou zijn. Eén keer is bij een beurt zonder dat ik het vroeg een deukje uit mijn nummerbord gehaald, dat veroorzaakt was door een achteruitrijdende auto met een trekhaak. Ik weet nog dat ik laaiend enthousiast het klanttevredenheidsonderzoek heb ingevuld. Ik was zeer tevreden! De dealer deed meer dan ik had verwacht!
Veel christenen zouden dat eigenlijk ook wel willen: een klanttevredenheidsonderzoek, eens in het kwartaal of half jaar, uitgevoerd door de kerkenraad van hun gemeente. Zijn we nog wel tevreden met de gang van zaken in onze kerk? Doet de gemeente nog wel genoeg voor ons om ons als klant aan zich te binden? Kom ik nog wel voldoende aan mijn trekken als reli-consument?

Overstappen
We kunnen zomaar wisselen van energieleverancier of overstappen op een andere internetaanbieder als de huidige niet bevalt. Pas geleden raakte ik in gesprek met een zuster in de gemeente die mij te kennen gaf een beetje op de eigen gemeente te zijn uitgekeken. Ze waren als gezin nu op zoek naar een andere gemeente die meer aan hun wensen tegemoet kwam. Het gesprek verliep enigszins onthutsend: “We zijn nu een tijdlang wezen shoppen en het zal wel net zo zijn als bij het kopen van een paar schoenen. Het paar dat je in de eerste schoenwinkel hebt gepast, dáár kom je weer bij terug…!” Ik was enigszins perplex door de vergelijking van het behoren bij een bepaalde gemeente met het kiezen van een paar schoenen. Voor mijn besef doe je dat niet zomaar. Stap je niet zomaar van de ene gemeente op de andere over. Daar moet een gegronde reden voor zijn en niet omdat bijvoorbeeld de praise niet aansprekend genoeg is.
Ik kan mij dat allemaal zelf zo slecht voorstellen. Waar is je verbondenheid met je broeders en zusters met wie je samen een stuk van je leven gedeeld hebt? Waar is de trouw aan de plaatselijke gemeente als gezin van God? Wat laat je achter? Wie laat je achter? Het zijn mensen met wie je samen navolger van Christus bent geweest. Het zijn mensen die jou hebben opgevangen toen je het moeilijk had. Ze hebben zich op enig moment pastoraal over je ontfermd. Je stapt toch ook zomaar niet uit je biologische gezin? Lid zijn van een gemeente is toch door dik en dun, for better and worse, zoals de Engelsen zeggen? Zijn dat de gevolgen van het klantdenken? Wat een armoede levert dit consumentisme op: ook in het geloof ben ik als klant koning! Helaas betekent dat er meestal geen afscheid wordt genomen. Men gaat vaak weg zonder groeten…

Ds. Yme Horjus