De kerk kan niets zonder belijdenis

Feike ter Velde • 76 - 2000/01 • Uitgave: 6
ER WORDT HEEL WAT GESCHREVEN EN GESPROKEN DE LAATSTE WEKEN OVER DE UITSPRAKEN VAN PROF DR. C. GRAAFLAND. SAMENVATTEND ZEI HIJ:
DE BELIJDENISGESCHRIFTEN VAN DE KERK - DE DRIE FORMULIEREN VAN ENIGHEID - ZIJN NIET LANGER EEN STAF OM MEE TE GAAN, MAAR EEN BLOK AAN HET BEEN. WAT NU? HET IS PINKSTEREN 2000.


Er is moed voor nodig om in het midden van de kerk je zo openhartig uit te spreken over het meest dierbare van de kerk: de belijdenis. Niet verwonderlijk dat er direct een brede discussie ontstond. De vraag is natuurlijk hoe het verder moet.

Dr. Graafland is niet de eerste de beste. Jarenlang zette hij reeds vragen bij de gereformeerde belijdenisgeschriften. In een televisiegesprek, dat ik zo'n tien jaar geleden met hem mocht maken, sprak hij zich ook in positief-kritische zin uit. Hij zei toen onder andere: ' Als de belijdenis zou worden herschreven, dan zou er zeker een hoofdstuk gewijd dienen te worden aan de toekomst en aan Israël". Voor mij waren dat historische woorden van de lippen van een hoogleraar uit de Geref. Bond van de Hervormde kerk. De moeite van prof. Graafland met de belijdenis is echter van breder kaliber dan alleen dit. Ze vormen een sta-in-de-weg voor de Bijbel. "We moeten terug naar het 'Sola Scriptura' - alleen de Schrift.

Evangelische christenen klinkt dit als muziek in de oren. Immers: de Heilige Geest, die op de Pinksterdag werd uitgestort op de honderdtwintig, leidt zelf in alle waarheid. Was het niet de eenvoudige visserman uit Galilea, die daar in de kracht des Geestes de grote waarheden van het Evangelie neerzette voor een grote schare? Hij had geen theologische opleiding genoten, hij had geen cursus "spreken in het openbaar' gevolgd, hij was niet aangesteld door een college van geleerde mannen en hij wist niets van de gereformeerde belijdenissen. Zijn preek in Handelingen 2 maakt echter diepe indruk tot op vandaag. De Geest van God ging krachtig en bovennatuurlijk werken. Er kwamen drieduizend mensen tot levend geloof. De Gemeente was geboren.

Nu, na bijna tweeduizend jaar zijn we in grote verwarring geraakt over de verwoording van de Bijbel. We zijn 'postmodern' geworden - wat dat ook betekenen mag. In ieder geval komt het erop neer, dat wij denken onze eigen generatie precies in kaart te kunnen brengen en te plaatsen in het historisch perspectief. Ik betwijfel of er ooit een generatie voor ons is geweest, die de pretentie heeft gehad zichzelf te beschouwen, zoals wij dat nu doen en de conclusies daaruit te trekken ook ten aanzien van de
relevantie van het Evangelie. We leggen onszelf beperkingen op, we deinzen als christenen terug voor àl te harde uitspraken, omdat de 'grote verhalen' het niet meer doen in deze tijd. Concrete zonden kunnen vandaag geen zonden meer genoemd worden, omdat we 'genuanceerd' moeten denken en soms kun je voor het gerecht gesleept worden als je bepaalde dingen concreet zou maken. We weten niet meer hoe de kloof moet worden overbrugd naar de wereld. De één roept dit en de ander roept dat. Er worden verfijnde methoden aangeboden ten behoeve van evangelisatie in stad en land. Maar alles bij elkaar komt het erop neer dat we het niet meer weten als christenen in deze wereld.

Petrus had daar helemaal geen last van. Hij wist maar één ding: Jezus Christus, de Zoon van God heeft de dood overwonnen en eeuwig leven aan het licht gebracht. Nu is er vergeving van zonden en eeuwig leven voor een ieder die zich bekeert en zijn hart opent voor de levende Christus. Wie dat doet en zich laat dopen ontvangt de Heilige Geest. En zo gebeurde het precies, door het hele boek Handelingen heen.

Nu zijn we in een opperste verwarring geraakt. Na de Reformatie hadden we alles in geschriften vastgelegd. We hebben de theologische opleiding verheven tot een academische studie op hoog niveau en hebben - wellicht zonder dat we er erg in hadden - de Geest onder universitaire curatele geplaatst. Wat eerst veilig leek - geloven en bijbellezen naar de belijdenis - staat nu breeduit ter discussie.

Voor wie bij de Schrift alleen wil leven en niet wordt gehinderd door tijdgebonden afbakeningen bij het lezen van de Bijbel, is het allemaal heel eenvoudig. We moeten gewoon de Bijbel lezen, zoals het er staat, Sola Scriptura - de Schrift alleen. Net als Petrus op de Pinksterdag.

Toch kan de kerk niet zonder de belijdenis. De Drie formulieren van Enigheid mogen niet meer - of grotendeels niet meer - van deze tijd zijn en vervreemdend werken, toch moet de kerk het geloof in kernbegrippen samenvatten, omschrijven en verwoorden. Zo'n 'geloofsverklaring' - want meer moet het m.i. niet zijn, het moet een verantwoording zijn, een oriëntatiekader en geen knevel voor authentiek bijbels denken en exegetiseren - moet de kerk een gezicht geven.

De discussie is pas begonnen. Misschien mogen we hopen op een vernieuwing, een geestelijke opwekking en een terugkeren naar de oorspronkelijke kracht van Gods 'Voord. Als wij het niet meer weten, als we ontredderd en naakt aan de dijk staan, omdat al onze redeneringen ons zijn ontvallen, dan kan de Geest in grote kracht neerdalen op ons leven. Een mens, ook een kerk, moet eerst aan het einde komen van de eigen weg, om Gods weg te leren vinden en gaan. Daartoe werd het Pinksteren.

Prof. Graafland: "Ik denk dat we mogen zeggen, dat elke reformatie opnieuw zich daardoor kenmerkt, dat er een aftrekking plaats vindt van alle kerkelijke en geestelijke rompslomp, om aan het Woord en de Geest de alleenheerschappij te verlenen. Dat te weten is wezenlijk om aan een nieuwe reformatie toe te komen. Ook nu. Aan de ene kant het diepe besef dat we de christelijke gemeente omzwachteld hebben met een massa aan rompslomp, waardoor er een grote ademnood en valse gebondenheid is ontstaan, die de gemeente verlamt om werkelijk gemeente van Christus te zijn. En aan de andere kant het geloven in de kracht van het Woord en van de Geest. Werkelijke reformatie ontstaat ook nu, wanneer opnieuw aan het Woord alleen en aan de Geest alleen alle heerschappij toekomt. Laten we eraan denken, dat dit enorme gevolgen heeft. Want dat betekent op zijn minst, dat Woord en Geest ons en onze gemeenten ook nu alle rompslomp, die wij met onze gereformeerde traditie hebben aangebracht, gaat aftrekken. We houden dan waarschijnlijk niet veel, of misschien wel niets over. We komen naakt aan de dijk te staan. Een beschamend ontnuchteringsproces laat de Geest ons doormaken. Net zolang, totdat we niets meer overhouden dan het Woord alleen en de Geest alleen".

(Uit: 'Het werk van de Heilige Geest en de Gemeente' - uitg. Echo, Amersfoort)

Het is Pinksteren geworden… en dat is het nog steeds!

Feike ter Velde