De kerk is geen Hilton-hotel

ds. Paul Prijt • 90 - 2014 • Uitgave: 3
‘Bron van hoop voor Israël, redder in tijden van nood, waarom bent u als een vreemdeling in dit land, als een reiziger die maar één nacht blijft?’ (Jeremia 14:8)

Trends voor 2014
In het boekje ‘Trends 2014’ voorspelt Adjiedj Bakas een toename van de belevingseconomie en de zingevingsmarkt en het zoeken naar hoop en troost. Hij noemt daarbij o.a. twee aandachtsgebieden: spiritualiteit en toerisme. Je zou zeggen wat hebben deze twee gebieden met elkaar vandoen? De moderne mens als rusteloze nomade op zoek naar zingeving met een hoog belevingsgehalte. Wat betekent dit voor de plaatselijke christelijke gemeente?

Gastvrijheid als vak
Zo las ik dat het oude hotelimperium Hilton een nieuw concept hotelketen gaat introduceren voor de jongere welvarende reizigers die op zoek zijn naar telkens nieuwe ervaringen. Speciaal dus voor de eigentijdse avontuurlijke jonge mensen die met een rugzak de wereld rondtrekken en hier en daar kortstondig willen overnachten, maar wel in hun eigen lifestyle in de design watten gelegd willen worden. Hotelketens als Hilton en anderen hebben er hun vak van gemaakt om het mensen naar de zin te maken, ze letterlijk een warm bad aan te bieden en even in weldadige comfort te vertroetelen. Zij hebben gastvrijheid tot hun vak gemaakt: ‘hospitality’ heet dat in vaktaal: de kunst om de ander zich helemaal welkom te laten voelen en een fijne tijd te laten beleven.

Rugzakken en passanten
Ik zie er twee lijnen in: aan de ene kant die van de moderne mens, die met een rugzak aan ervaringen, verlangens, idealen en al of niet gebroken dromen op zoek is naar een veilige plek. Naar een plaats van geborgenheid en gastvrijheid. De kerken zouden die rol zeker meer en meer mogen spelen in onze samenleving: om die zoekende moderne mens een geestelijk onderdak te bieden en te helpen bij het uitpakken, begrijpen en verwerken van de inhoud van die rugzak met hun geestelijke bagage. Gastvrijheid is immers een belangrijk Bijbels begrip. We kunnen denken aan Rachab die in de Hebreeënbrief geprezen wordt om haar gastvrijheid.
Een tijdje terug testte ik de gastvrijheid van onze eigen gemeente door op kerstavond als zwerver geschminkt (door een bevriende topgrimeur) en verkleed voor de kerk heen en weer te lopen. Slechts een enkeling vroeg me mee naar binnen. De meeste mensen herkenden me niet en enkelen liepen met een grote boog om me heen of parkeerden hun auto maar liever wat verder. Ondanks dat we onze kerk de Ontmoeting hebben genoemd, hetgeen overigens gelukkig vaak wel tot stand komt, onderling en met de Here. Maar toch was dit een leerervaring waar we samen nog lang over nadachten: ook ikzelf, want misschien had ik zelf niet veel anders gereageerd!?
Blijkbaar kunnen we nog wel wat opschakelen in onze gastvrijheid en het beoordelen van mensen op hun uiterlijk waarvoor in de Jacobus brief al wordt gewaarschuwd (Jakobus 2:1). Maar hebben we ook oog voor de veel hipper uitziende, moderne jongere van vandaag, de geestelijke backpackers, passanten, mensen op doortocht soms zelfs van gemeente naar gemeente? Bieden we daar plaats voor en antwoord op zijn of haar vragen naar zingeving?

Een gemeente is meer dan een hotel!
Hoezeer we als gemeentes de gastvrijheid hoog in ons vaandel dienen te hebben, we zijn natuurlijk meer dan een hotel. In een hotel check je in en weet je dat je na verloop van tijd ook weer uitcheckt. In de gemeente is dat toch anders, daar hoor je bij in verbondenheid met de Heer van de gemeente zelf en met medebroeders en zusters als leden van één en hetzelfde lichaam. In de afgelopen gebedsweek hebben we samen gebeden voor de eenheid onder christenen. In de gemeente mag zeker zorg zijn, aandacht voor elkaar, de zwakkere en de sterkere, zonder onderscheid, daar mag warmte zijn en troost en bemoediging, hulp en soms ook correctie. Maar wel altijd vanuit de verbondenheid en onderlinge trouw.
Ik kwam een prachtige tekst tegen uit de profeet Jeremia waar van de Here God werd gezegd dat ‘Hij toch geen reiziger is die maar een nacht blijft….’ (Jeremia 14:8). De Here God heeft zich aan Zijn volk blijvend verbonden en in Christus met ons. De Here is ook niet degene die even in je leven incheckt en een dag later weer verder trekt, Hij is geen voorbijganger, geen passant! Hij wil er immers voor ons zijn in alle dagen van ons leven tot Hij terugkomt! De Here is er niet alleen voor onze zondagen, feestdagen, hoogtijdagen of dieptepunten, maar voor alledag! Voor velen is de Here God helaas, net als in Jeremia’s dagen, wel een vreemdeling geworden in onze tijd, iemand die voorbijgegaan is en geen actuele waarde meer zou hebben.

Gastvrij en heenwijzend huis van de Here
Nee, de gemeente is geen hotel waar we mensen op hun wensen moeten en kunnen bedienen. De gemeente mag wel een plaats zijn waar gastvrijheid centraal staat. Waar we open staan voor mensen die op zoek zijn naar hoop en troost. Waar we mogen wijzen op de verzoening die er is doordat de Here Jezus Zijn leven voor ons aan het kruis heeft gegeven, dat er hoop en toekomst is omdat het Pasen is geweest. Waar we belijden dat er heelmaking mag zijn voor gebrokenen van hart. Waar we niet alleen gekoesterd dienen te worden in onze eigen comfortzone, maar juist uitgedaagd worden om uit die comfortzone te komen en onze dienende en getuigende plaats in de wereld in te nemen! Misschien moeten we daarvoor nog herkenbaarder en uitnodigender zijn voor de mensen die met hun levensrugzak soms geen raad weten of hem graag (opnieuw) willen vullen met blijvende zaken met eeuwigheidswaarde.
De gemeente mag in die zin misschien wel een bijzonder soort hotel zijn midden in de samenleving om als een gastvrij, maar ook heenwijzend huis van hoop en troost te functioneren. Een geloofsgemeenschap met Christus en Zijn Woord als fundament, die midden in de samenleving staat maar er ook mee contrasteert, waar ‘gastvrijheid’ geen ‘wellness’ is en ‘zorgen voor’ ook ‘zorgen voor elkaar’ betekent, waar ‘zingeving’ niet een zaak van ‘beleving’ is en ‘aandacht voor elkaar’ vanuit diepe bewogenheid komt zoals we die van Christus kunnen leren.
Een gastvrije gemeenschap van mensen die met vallen en opstaan heenwijzen en getuigen van Hem die in Christus voor een ieder die zijn vertrouwen op Hem wil stellen: ‘de bron van de levende hoop is geworden, redder in tijden van nood.’

Met vriendelijke broedergroet,
Paul Prijt