De Islam (2)

ds. H.G. Koekkoek • 77 - 2001/02 • Uitgave: 23
De wereld na 11 september 2001.
Dreigt er gevaar?
Wat wil de Islam werkelijk?


Een aantal rabbijnen was op grond van de studie van de Bijbel al vóór 11 september jl. zich bewust, dat er op korte termijn een verschrikkelijke ramp zou komen. Zij baseerden dit op een speciale manier van uitleg van het bijbelgedeelte, dat in die periode gelezen werd. Naast de gewone uitleg van de Bijbel houdt een aantal rabbijnen zich bezig met gematria, dat is het zoeken van het verband tussen bepaalde tijden en het te lezen gedeelte van de Bijbel.

In de week waarin de ramp in New York plaats vond - een ramp die, zoals later bleek, te maken had met Israël, terwijl in diezelfde tijd een door Amerika opgelegd verdrag tussen Israël en de PLO gesloten werd - werd het volgende uit de profetie van Jesaja gelezen:

'Daarom, hoort het woord des HEREN, gij spotters, heersers over dit volk in Jeruzalem. Omdat gij zegt: wij hebben een verbond met de dood gesloten en met het dodenrijk een verdrag gemaakt; wanneer de voortstormende gesel doortrekt, zal hij ons niet bereiken, want wij hebben leugen tot onze schuilplaats gesteld en in bedrog ons verborgen." (Jesaja 28:14,15).

Zij die met Gods beloften aan Israël spotten en die over het land en het volk van Israël willen heersen, die Israël van de aardbodem willen vagen en ook zij die een deel van het land van God aan niet-Joden willen schenken, hebben "een verbond met de dood gesloten en met het dodenrijk een verdrag gemaakt", zo staat hier.

Het woord "dodenrijk" dat hier staat, is de vertaling van het Hebreeuwse woord "sheol". In de Aramese versie van deze tekst wordt het woord "mehabla" gebruikt. Dit woord mehabla is een woord dat ook in het huidige Hebreeuws gebruikt wordt. Dan wordt het uitgesproken als mechabeel. Het betekent: saboteur en terrorist!

Als je dit woord in de vertaling gebruikt, zegt de schriftlezing uit de tijd van de ramp: "Omdat gij zegt: wij hebben met de terroristen een verdrag gemaakt…" God Zelf maakt op deze manier duidelijk, hoe Hij over de tegenstanders van Israël denkt. Zelfs de Bijbel noemt hen terroristen. Terwijl mensen in onze tijd hen soms "vrijheidsstrijders" noemen, is Gods mening duidelijk: het zijn terroristen. Gods mening over de plannen van sommigen in Israël (en daarbuiten) om een deel van het land van God af te staan aan de Palestijnen, wordt hier duidelijk door God Zelf afgewezen.

Gods antwoord aan de terroristen is ook duidelijk: 'Daarom, zo zegt de Here HERE: zie, Ik leg in Sion een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare hoeksteen van een vaste grondslag; hij die gelooft, haast niet…

Dan zal uw verbond met de dood uitgewist worden en uw verdrag met de terroristen (in onze vertaling: het dodenrijk) zal geen stand houden; wanneer de voortstormende gesel doortrekken zal, dan zult gij daardoor vertrapt worden.' (Jesaja 28:16.18).

HOE VREDELIEVEND IS DE ISLAM?
Op de 11e september 2001 was er grote verslagenheid, geschoktheid en droefheid bij velen in de westerse wereld. Er was echter ook grote vreugde bij een aantal islamieten. Ik weet, dat er in ons land en ook in andere westerse landen islamieten wonen, die ook geschokt waren, toen zij de beelden zagen. Maar waren deze mensen representatief voor "de islam"? Neen, helaas niet. De islamitische Palestijnen bijvoorbeeld, die gillend van vreugde de straat op gingen en de islamitische Marokkaanse jongeren in Ede die vuurwerk afstaken, lieten het ware gezicht van de islam zien, ook al werden de Marokkaanse jongeren later "kwajongens" genoemd.

Imams, die snel kwamen verklaren, dat zij niet achter de terreur stonden en vertelden, dat de islam een vredelievende godsdienst is, hebben bij veel mensen de angst voor de islam niet kunnen wegnemen. Vertegenwoordigers van de islam die de indruk wekken, als zou de islam zeer humaan en vredelievend zijn, zeggen, dat terroristische activiteiten en heerszuchtige uitspraken van moslims, ook al zijn het leidinggevende moslims, extreme uitwassen zijn. Terecht geloven velen dit niet, want de islam is niet zo'n vredelievende godsdienst als deze imams ons willen doen geloven. Er zijn veel en veel te veel oorlogszuchtige islamieten om te denken, dat zij een kleine minderheid zouden vormen. Hiermee wil ik niet opzetten tot een antipathie tegen islamieten. Ik wil wei als christen u duidelijk zeggen, dat de islam u niet vredelievend gezind is. Dat zit namelijk in het hart van de islamitische godsdienst om u niet vredelievend te bejegenen.

Toen president Bush verschillende moskeeën bezocht om te laten zien, dat hij de moslims bezag als aardige vredelievende burgers en toen later president Kok hetzelfde deed en vervolgens zei, dat er een Palestijnse staat moet komen en het zelfs nog presteerde om terrorist Jasser Arafat te ontvangen en stevig de hand te schudden, toen gaven deze leiders blijk, dat ze helemaal niet op de hoogte zijn van wat de islam werkelijk is. President Kok vergat blijkbaar ook, dat aan de handen van Arafat veel bloed kleeft als gevolg van een groot aantal terroristische activiteiten in een aantal jaren, bestaande uit vliegtuigkapingen, het kapen van een cruseschip en het uitmoorden van vakantiegangers, reizigers en sportmensen.

Op allerlei plaatsen hoor je leidinggevenden zeggen, dat de islam een vredelievende, zeer humane en rationele godsdienst is, maar veel islamieten zeggen: zaterdag doden wij de Joden en zondag de christenen!

Gods boodschap aan "een wereld die nooit meer hetzelfde zal zijn" is: "Jullie hebben de kostbare Steen uit Sion nodig." Ongetwijfeld weet u wie met deze "Steen" bedoeld wordt: de Messias van Israël, die wij als christenen kennen als de Here Jezus.

DE VOOROUDERS VAN DE ISLAMITISCHE ARABIEREN
De Bijbel zowel als de islam leren, dat de Arabische (islamitische) volken de nakomelingen zijn van Abraham en Hagar. Hun voorvaders zijn Abraham en Ismaël. Zij zeggen, dat Allah zijn handelen via Abraham en Ismaël voortzet. De Bijbel leert echter, dat God Zijn handelen niet via Abraham en Ismaël voortzet, maar via Abraham. Izaak en Jakob. (Genesis 17:12b.21a; Joh. 4:22).

De Bijbel laat zien, dat in de tent van Abraham een strijd begonnen is tussen Izaak en Ismaël. Deze strijd zet zich voort tot op de dag van vandaag. Het is de strijd tussen de islamieten en de Joden, waarbij het jaat om het eerstgeboorterecht. Terwijl de Joden de islamieten zonder meer accepteren, doen de islamieten dit niet bij de Joden.

De strijd tussen de islamieten en de Joden is een godsdienststrijd, die begonnen is tussen Ismaël en Izaak in de tent van Abraham. Terwijl veel politieke en christelijke leiders om het hardst roepen, dat het niet gaat om een godsdienststrijd tussen islamieten en Joden, of tussen islamieten en christenen, maken de islamieten zelf keer op keer duidelijk, dat het wel een godsdienststrijd is. Het is de oude strijd, die weer opgelaaid is. Het is de strijd, die al in Psalm 83 genoemd is.

Psalm 83 laat zien, hoe Abrahams nakomelingen Ismaël en Ezau een bondgenootschap gesloten hebben om samen te strijden tegen de nakomelingen van Abraham, Izaak en Jakob. Deze Psalm laat zien, dat het een geestelijke strijd is, waarbij de strijd van de islamieten in feite gaat tegen de God van Israël.

"Een lied. Een psalm van Asai. 0 God, houd U niet stil, zwijg niet en blijf niet werkeloos, o God. Want zie, uw vijanden tieren, uw haters steken het hoofd op; zij smeden een listige aanslag tegen uw volk en beraadslagen tegen uw beschermelingen. Zij zeggen: komt, laten wij hen als volk verdelgen, zodat aan de naam van Israël niet meer wordt gedacht. Want zij hebben eensgezind beraadslaagd, tegen U een verbond gesloten: de tenten van Edom en de Ismaëlieten, Moab en de Hagrieten, Gebal, Ammon en Amalek, Filistea met de inwoners van Tyrus; zelfs Assur heeft zich bij hen gevoegd, zij zijn de zonen van Lot tot steun." (Psalm 83:1-8).

Nadrukkelijk worden de Ismaëlieten (de Arabieren), de Filistijnen (de huidige Palestijnen) en de Assyriërs (het huidige Irak) genoemd. Wat zij willen, wordt ook als een godsdienstig politiek feit genoemd: "Zij willen in bezit nemen de woonsteden Gods." (Psalm 83:12). Anders gezegd: het gaat hen om de plaats, die de Bijbel aangewezen heeft als de plaats die God Zichzelf als een plaats ter woning had verkoren. Dat is de tempelberg. Het gaat de islamitische Arabieren en de Palestijnen om het bezit van de tempelberg!

EEN GODSDIENSTSTRIJD
De Bijbel beschrijft de strijd tussen Mozes en Farao, tussen Israël en Egypte, ook als een godsdienststrijd. Het wordt als volgt weergegeven: "De HERE toch had aan hun goden strafgerichten geoefend." (Numeri 33:4). Achter de plagen die over Egypte kwamen, ging het om een geestelijke strijd, een geestelijke oorlogvoering: God streed tegen de machten, de afgoden van Egypte. Het was echt een godsdienststrijd!

De strijd tussen Israël en Babvlonië in het verleden in de tijd van koning Nebucadnezar was ook een godsdienststrijd. Van de Babylonische afgoden Bel en Nebo wordt het volgende gezegd: ''Bel is ineengezonken, Nebo is terneergebogen, hun beelden (dat zijn de afgodsbeelden) zijn toegevallen aan het gedierte en aan het vee; zij, die door u omgedragen werden, zijn opgeladen, een last voor vermoeide dieren." (Jesaja 46:1: zie ook Jeremia 50:2). Deze strijd tussen de God van de Bijbel en de afgoden blijkt nog steeds gaande te zijn.

In het terrorisme van onze dagen gaat het weer om een godsdienststrijd. Het is de strijd tussen de god van de moslims en de God van Joden en christenen. Erger nog: de Palestijnse Autoriteit heeft zelfs hun oude Filistijnse oorlogsgod Ba’al van stal gehaald, die nu op een grote postzegel voor buitenlandse post prijkt. Op de postzegel wordt hij zowel als een strijder alsmede als een stier afgebeeld. In de Koran staat Baal echter net als in de Bijbel bekend als een afgod, die een vijand is van de enig ware God. Ba'al wordt zowel in de Bijbel als in de Koran verbonden met satan. Wij zien dit in de namen voor satan waar-in de naam Ba'al verweven is: Beëlzebub (in de Bijbel) en Iba’lis (in de Koran).

ds. H.G. Koekkoek